Taal- en cultuurpolitiek
Het Huis van het Nederlands
Het gesprek met Sandrine Demange wordt voortdurend onderbroken door de telefoon. Er heeft in een Franse krant een kort artikel over het Huis van het Nederlands gestaan en nu wordt de verantwoordelijke overstelpt met vragen van geïnteresseerde Fransen. Dat wijst op een behoefte aan een dergelijk initiatief. Het doel van het Huis van het Nederlands, dat opgericht werd in april 1999, is het promoten van het Nederlands in Noord-Frankrijk. Men wil de kennis van de taal en de cultuur bevorderen door middel van informatie, bijscholing en documentatie. Daarom wil men in de Frans-Vlaamse stad Belle (Bailleul) een documentatiecentrum uitbouwen. In tegenstelling tot de ‘Cellule de Néerlandais’ die door de vorige inspecteur J. Kooijman in de schoot van de ‘Inspection académique’ werd opgericht, zal het Huis van het Nederlands niet uitsluitend werken voor de scholen. Iedereen die vragen heeft over het Nederlands en informatie zoekt, moet er terecht kunnen. Sandrine Demange werd door het Franse ministerie voor Onderwijs (Éducation Nationale) voor een bepaalde periode gedetacheerd om dit centrum uit te bouwen.
Voorlopig heeft het Huis onderdak gevonden in de École Sévigné, een lagere school in Belle. In het najaar van 2000 zal het gehuisvest worden in een te renoveren pand van de gemeente. De kosten voor de renovatie en inrichting zullen voor de helft gedragen worden door een Interreg II-project en voor 30% door het Fonds européen de développement régional (FEDER). Het Huis van het Nederlands ontvangt ook financiële steun van de Conseil Général. Momenteel komt er uit Vlaanderen of Nederland geen financiële steun.
Het Interreg II-project loopt over drie jaar en is een samenwerking met de vereniging ‘Cultuur en educatie’ uit het West-Vlaamse Menen. Inmiddels zijn een aantal computers aangekocht die het aan bezoekers van het Huis van het Nederlands mogelijk zal maken om in contact te komen met leerkrachten in Menen. Die kunnen dan bijstand verlenen bij het aanleren van het Nederlands. Vanuit Menen zal men een beroep kunnen doen op leerkrachten uit Belle voor het verbeteren van de kennis van het Frans.
Continuïteit is een van de belangrijkste problemen voor het onderwijs van het Nederlands in Noord-Frankrijk. Een steeds groter wordende groep leerlingen volgt gedurende een bepaalde periode Nederlands, maar wanneer zij op een hoger niveau komen, bestaat nog maar zelden de mogelijkheid verder Nederlands te studeren. Het contact met deze taal gaat dus snel verloren. Het Huis van het Nederlands wil voor meer continuïteit zorgen.
Die continuïteit wil men in eerste instantie zeker stellen door een gespecialiseerde mediatheek uit te bouwen. Vandaag bevat die al een achthonderdtal boeken, video's en cd's die als hulp kunnen dienen bij het aanleren van de taal. Verder vindt men er ook publicaties en audiovisueel materiaal over Vlaanderen en Nederland.
Uiteraard worden in het Huis ook lessen Nederlands gegeven. Het heeft de cursussen Nederlands die het Komitee voor Frans-Vlaanderen in Belle en Armentières organiseerde, overgenomen. In november 1999 startte men ook met Club Ned, ateliers voor jonge kinderen. Er zijn twee groepen: een voor kinderen van 5 tot 8 jaar en een voor kinderen van 8 tot 12 jaar. Een tachtigtal leerlingen volgt regelmatig een van de verschillende cursussen.
Sandrine Demange werkt ook volop aan een eigen website. Daarop wordt informatie over het Huis gegeven, maar ook algemene culturele informatie. Het is ook de bedoeling organisaties voor te stellen, die zich voor het Nederlands inzetten en er zullen links gelegd worden naar de websites van deze verschillende organisaties. Men zal ook de catalogus van de mediatheek kunnen raadplegen, informatie kunnen krijgen over het onderwijs van het Nederlands in de regio, enz. Men wil bovendien informatie voor werkzoekenden opnemen. Het Huis wil in de toekomst ook stages organiseren en didactisch materiaal ontwikkelen. In mei 2000 wordt ook voor het eerst in een bioscoop in Belle een Nederlandstalige film getoond met Franse ondertitels.
Om dit alles ook in ‘wetenschappelijk ver-