| |
| |
| |
Experimenten met traditionele middelen
Het werk van Soeters Van Eldonk Architecten
Hans Ibelings
werd geboren in Rotterdam 1963. Studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Architectuurcriticus.
Adres: Korte Keizerstraat 13-3,
NL-1011 GG Amsterdam
Sjoerd Soeters heeft rond 1990 naam gemaakt als architect die het onserieuze ernstig neemt. Het vrolijke Circus Zandvoort, een door kolossale vlaggen bekroonde gokhal waarvan het interieur een wervelwind is van kleur, licht en spiegeling, is het Nederlandse beeldmerk geworden van het postmodernisme. Door het aan Pop Art ontleende motief van de wapperende vlaggen die zijn opgeblazen tot ongekende proporties, schreeuwt dit gebouw van de daken dat het binnen feest is. In Nederland zijn zulke uitgesproken bouwwerken schaars.
Circus Zandvoort is een kenmerkend maar gelijktijdig uitzonderlijk voorbeeld van het inmiddels omvangrijke oeuvre van Soeters en Jos van Eldonk, eerst Soeters' rechterhand en sinds enkele jaren associé in Soeters Van Eldonk Architecten. Het is typisch voor hun zeker voor Nederlandse begrippen onconventionele benadering, maar in zijn uitbundigheid is het vooralsnog een uitzondering. Er staan echter verschillende bouwwerken op stapel die van dezelfde exuberante orde zullen zijn, zoals een museum over het menselijk lichaam in Rotterdam, met een kolossale Nana van Nikki de SaintPhalle als blikvanger. In Scheveningen komt een ander museum, het Zeemuseum in de vorm van een grote golf. Op het dak zal een echte haringkotter liggen stampen en eens in de zoveel tijd zal een walvis zich uit het water verheffen.
| |
Stad als massa
Uitbundigheid is slechts een van de registers die Soeters Van Eldonk bespeelt. Het bureau bedient zich van een scala aan stijlen en benaderingen, al naar gelang de opgave, de context en de wensen van opdrachtgevers en gebruikers. Er is nauwelijks een architect die beweert niet te luisteren naar de opdrachtgever en geen rekening houdt met de gebruiker en de context, maar er zijn slecht weinig ontwerpers bij wie de resultaten daarvan zo duidelijk zichtbaar zijn. Omdat iedere
| |
| |
S. Soeters, Circus amusementsarcade, Zandvoort - Foto Ger van der Vlugt.
opgave anders is, is bij Soeters en Van Eldonk ieder gebouw ook anders. Ze bouwen niet aan een samenhangend oeuvre, zoals ze zelf uitdrukkelijk stellen, maar aan een verzameling van zeer uiteenlopende werken. Toch is daarin wel een samenhang te vinden, in het persoonlijke handschrift, dat zich uit in een voorkeur voor bepaalde vormen, kleuren en ruimtelijke oplossingen. Bovendien wordt het werk bepaald door een uitgesproken visie op stad en stedenbouw. Soeters en Van Eldonk gaan niet uit van het idee dat de stad bestaat uit een open ruimte met daarin bebouwing, maar van het omgekeerde, dat de ruimte is uitgespaard tussen de bebouwing. Volgens deze benadering bestaat de stad uit massa, waar straten en pleinen als het ware zijn uitgesneden. Een consequentie van deze benadering is dat afzonderlijke bouwwerken niet als autonome objecten worden gezien, maar als onderdeel van een groter geheel, dat in vakkringen doorgaans wordt aangeduid als het ‘stedelijk weefsel’. Voor iemand die zulke individualistische bouwwerken als Circus Zandvoort maakt, lijkt dat een onverwacht standpunt, maar bij nauwkeuriger beschouwing blijkt dat Soeters ook in Zandvoort terdege rekening heeft gehouden met de omgeving. De voor- en achtergevel voegen zich wat maat en schaal betreft moeiteloos in de straatwanden. Pas daarboven beginnen de enorme vlaggen, maar die zijn alleen te zien van enige afstand, als zich ook openbaart hoe de hele badplaats is toegetakeld.
| |
| |
S. Soeters Van Eldonk, De Resident, Den Haag.
Foto D. Scagliola/S. Brakkee.
| |
Dissident in de stad
De benadering van de stad als massa met daar uitgesneden ruimte is beïnvloed door het boek Collage City van Colin Rowe en Fred Koetter uit 1980, door Soeters' ervaringen als lid van de Amsterdamse Welstandscommissie en door de samenwerking met de Luxemburgse stedenbouwkundige Rob Krier in het Haagse project ‘De Resident’, waar nu nog aan wordt gebouwd. Het boek van Rowe en Koetter bevat inzichtelijke vergelijkingen van de plattegronden van historische steden en moderne stedenbouwkundige plannen van ontwerpers als Le Corbusier. Daarin wordt telkens de nadruk gelegd op de verhouding tussen vol en leeg, tussen vorm en ondergrond. Overduidelijk blijkt daaruit het verschil tussen de compactheid van traditionele stedelijke weefsels en de onbegrensde openheid van de moderne stedenbouw waarin gebouwen geïsoleerde objecten zijn. Het werk in de welstandscommissie, waar alle bouwplannen worden getoetst, heeft bij Soeters het idee versterkt dat met architectuur niet alleen afzonderlijke gebouwen worden gemaakt, maar ook wordt gebouwd aan de stad.
Het ontwerpen met Rob Krier aan De Resident is voor Soeters Van Eldonk een gelegenheid geweest om de ideeën hierover aan te scherpen. Soeters Van Eldonk voerde samen met Krier de supervisie over het plan en bouwde een van de grote kantoorgebouwen, dat wordt gehuurd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, net als de aangrenzende toren van de Amerikaanse architect Michael Graves. Rob Krier maakte het stedenbouwkundig plan, met een barok plein als centrum en ontwierp even-
| |
| |
S. Soeters Van Eldonk, Het Java-eiland in Amsterdam - Foto Wim Bieshuizen.
eens een toren. Behalve kantoorruimte bevat het project ook enkele woongebouwen en winkels. In het centrum van Den Haag, is De Resident een vreemde eend in de bijt. Wat de omvang betreft kan het zich meten met buren als het Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu van Jan Hoogstad en het Haagse stadhuis van Richard Meier. (Wat eens een kolos leek, het veel bekritiseerde woongebouw De Zwarte Madonna van Carel Weeber, is in deze omgeving met terugwerkende kracht bescheiden geworden.) Tussen deze omringende ‘dozen in de open ruimte’ weerspiegelt het stedelijke weefsel van De Resident een dissidente visie op de stad. Het is niet aangepast aan de omgeving, maar presenteert nadrukkelijk een alternatief voor de gangbare praktijk in de stedenbouw: een experiment met traditionele middelen.
| |
Stedelijke weefsels
Gelijktijdig met De Resident kreeg Soeters Van Eldonk de gelegenheid om in Amsterdam te bouwen aan de stad. In het Oostelijk Havengebied, waar sinds de jaren tachtig wordt gewerkt aan een transformatie van de in onbruik geraakte haven in een woongebied, ontwierp Soeters Van Eldonk het Javaeiland, een honderden meters lange landtong, die ooit bestond uit loodsen en pakhuizen met aan twee zijden kades. Nagenoeg alle bebouwing is gesloopt om plaats te maken voor een plan waarin het eiland is bebouwd met enkele grote samengestelde bouwblokken over vrijwel de volle breedte van de landtong. De lange zijden van elk bouwblok worden telkens gevormd door een wisselende herhaling van woongebouwen, die zijn ontworpen door verschil-
| |
| |
S. Soeters Van Eldonk, Binnenstad Nijmegen - Foto Retina Martien Kerkhof.
lende architecten. Op de korte zijden van de blokken herhaalt dit principe zich op kleinere schaal. Deze korte zijden zijn samengesteld uit woonhuizen van vier verdiepingen, die aan een kleine gracht liggen. Acht jonge architecten hebben ieder één van die eigentijdse grachtenhuizen ontworpen, die aan iedere gracht in een andere volgorde naast elkaar zijn gezet. Een subtiliteit is dat over de lengte van het Java-eiland kleine hoogteverschillen in het grondvlak zijn aangebracht. Dat breekt de enorme maat van het eiland en geeft elk bouwblok een visuele begrenzing. Met deze geregisseerde variatie van de architectuur is op het Java-eiland een instant stedelijk weefsel gemaakt van bouwblokken en stedelijke straatwanden.
Het creëren van een stedelijk weefsel vormde ook het uitgangspunt bij de omvangrijke ingrepen in de binnenstad van Nijmegen, die nu in uitvoering zijn. Na de Tweede Wereldoorlog is het zwaar beschadigde centrum van Nijmegen herbouwd volgens de toen gangbare principes waarbij de architectuur nog wel traditionalistisch was, maar de stedenbouw in grote lijnen modern. Een halve eeuw later is het open stadsbeeld van toen niet meer populair. De strategie van Soeters Van Eldonk in Nijmegen is te omschrijven als een reconstructie van een traditioneel weefsel dat in die vorm nooit bestaan heeft, maar dat wel meer in de buurt komt van het conventionele beeld van stedelijkheid dan in het Nijmegen van de wederopbouw was te vinden. Het plan voorziet in de verdichting van de open structuur van de binnenstad, het invullen van de open ruimte, waarmee tevens de zwaartepunten van het centrum verschuiven en de hoofdstroom van - voornamelijk winkelende en consumerende - voetgangers wordt verlegd.
| |
| |
S. Soeters Van Eldonk, Landhuizen in Heerenveen - Foto Wim Bieshuizen.
| |
Geef de mensen wat ze wensen
Soeters Van Eldonk voert niet alleen experimenten met traditionele middelen uit in de stedenbouw, maar ook in de architectuur. De meest uitgesproken voorbeelden daarvan zijn te vinden in twee spectaculaire woningbouwontwerpen, een voor ‘kastelen’ in Den Bosch en een voor ‘landgoederen’ in Heerenveen. In de kastelen, die door verschillende architecten gebouwd gaan worden op een weelderige locatie in Den Bosch, is gekozen voor een andere principe dan gebruikelijk in woonwijken. Doorgaans staan de woningen op regelmatige afstand van elkaar zodat bij elk huis een tuin gemaakt kan worden. In de kastelen zijn alle woningen geconcentreerd in clusters, de kastelen, die vrij in het landschap liggen. Elke woning heeft daardoor slechts een kleine privé-tuin, maar wel uitzicht op het gemeenschappelijke groen van het parkachtig landschap dat rondom elk kasteel ligt.
De landgoederen die in Heerenveen gebouwd gaan worden, profiteren ook van het uitzicht op een fraaie in een historische tuinstijl aangelegd landschap. In dat landschap komen compacte appartementsgebouwen die het voorkomen hebben van een buiten. Deze buitens zijn onmiskenbaar eigentijds, maar er is een wonderlijke historiserende draai aan gegeven, waar echo's in doorklinken van de zeventiende-, achttiende- en negentiende-eeuwse landhuisarchitectuur.
Met genoegen stelt Soeters dat dit woningen zijn die mensen graag willen hebben. De animo voor de kastelen is overweldigend en overtreft het aantal woningen vele malen. Ook de appartementen in de landgoederen zijn bijzonder gewild. Soeters en Van Eldonk appelleren graag aan de smaak van het
| |
| |
S. Soeters Van Eldonk, Kastelen in Den Bosch. Foto Wim Bieshuizen.
gewone publiek, met als voornaamste argument dat het de taak is van een architect om mensen te geven wat ze wensen. De opvoedkundige benadering die sommige andere architecten hebben, die vinden dat mensen er aan moeten wennen of mee om moeten leren gaan, is hun een gruwel. Zulk populisme is bijzonder schaars in Nederland en meer nog dan de eigenzinnigheid van de architectuur en stedenbouw van Soeters Van Eldonk is dit wat het bureau onderscheidt van vrijwel iedereen in Nederland.
|
|