die de Bibliothèque nationale de France in 1997 organiseerde na de inhuldiging van haar geruchtmakende nieuwe gebouw, de zogenaamde ‘Très Grande Bibliothèque’ of TGB van president Mitterrand in een zuidoostelijke uithoek van de Franse hoofdstad.
De titel van de Parijse tentoonstelling luidde, geheel in de stijl van de grootsheid die de TGB wil uitstralen: ‘Tous les savoirs du monde.’ Ze bood een overzicht, in chronologische volgorde, van de manier waarop encyclopedieën en bibliotheken in de loop der eeuwen de kennis hebben trachten samen te brengen en te inventariseren, van de allergrijste oudheid tot het computertijdperk. De titel van de Nederlandse tentoonstelling was een stuk speelser: ‘Het wonderbaarlijk alfabet.’ Ze was niet chronologisch opgebouwd, maar thematisch, en vulde de Nieuwe Kerk met evenveel luchtige kabinetten als het alfabet letters telt, in een volstrekt willekeurige volgorde (maar met duidelijke accenten), van de A van ‘alles’ tot de Z van ‘zoek’, via de B van Blaeu (atlassen), de D van doremi (muziek), de L van lust (erotica, culinaria), de O van oranje (u raadt het al), de W van Winnetou (kinderboeken) - om maar een paar van de ‘trefwoorden’ te noemen. En dan sla ik nog de P van praal over, de afdeling waarin ‘van alle prachtige en zeldzame boeken en handschriften’ die zich in de KB bevinden ‘de allerprachtigste en allerzeldzaamste, de topstukken onder de topstukken’ waren bijeengebracht: een heel bijzondere tentoonstelling op zichzelf.
Het bespelen van het alfabet als ‘een fluit met zoveel duizend monden’ gaf de organisatoren de gelegenheid om uit de overstelpende hoeveelheid materiaal - tenslotte bezit de KB meer dan twee miljoen banden, nagenoeg uitsluitend op het terrein van de zogenaamde ‘humaniora’ - een keuze te maken die de rijkdom van haar verzamelingen op overtuigende wijze kon demonstreren. Ook, en dat was zeker niet de geringste verdienste van het concept, aan leken (of sceptische vakgenoten) die zich vragen zouden kunnen stellen over de zin van het instandhouden van mastodonten - zoals nationale bibliotheken plegen te zijn - waarin met name het eigen culturele erfgoed met alle gepaste zorgen (van conservering tot digitalisering) wordt omringd. Natuurlijk krijgt de elektronische informatie een steeds prominentere plaats in onze bibliotheken, maar vanuit het standpunt van de ‘drager’ bekeken is een bibliotheek met alléén cd-roms en databanken toch niet veel anders dan een soort Keukenhof met louter plastic bloemen.
Een lusthof was het dus, om in de beeldspraak te blijven, en wie zich daar post factum ook nog even in wil vertreden, kan natuurlijk in een boek terecht. Alweer niet in een traditionele catalogus - die zou allicht te veel hebben geleken op het fraaie boek Honderd hoogtepunten uit de Koninklijke Bibliotheek dat in 1994 bij Waanders in Zwolle verscheen en reproducties bevat van honderd topstukken uit de collecties, van het Evangeliarium van Egmond uit de negende/tiende eeuw tot specimina van bibliofiel drukwerk uit de late twintigste eeuw. (Het Evangeliarium, een van Nederlands belangrijkste cultuurmonumenten uit de vroege Middeleeuwen, was vanzelfsprekend ook in de tentoonstelling ‘Het wonderbaarlijk alfabet’ te bekijken; het recentste bibliofiele drukwerk, in de Honderd hoogtepunten vertegenwoordigd door een gezamenlijk project (Bladspiegeling, 1989) van de Stichting Drukwerk in de Marge, was in de tentoonstelling onder meer present met zeldzame edities uit 1994 van W.F. Hermans (Ruisend gruis, met illustraties van Sylvia Kristel), Gerrit Komrij (Pseudo-Ambrosia) en Tom Lanoye (één van de twintig luxe-exemplaren van Maten en gewichten).
Geen traditionele catalogus dus, maar een boeiend boek, Verzamelaars en verzamelingen, eveneens bij Waanders verschenen, waarin de belangrijkste collecties die de KB in de loop van twee eeuwen door schenking of aankoop verwierf, beschreven en toegelicht worden, van de boekenverzameling van stadhouder Willem V die in 1798 de grondslag voor de KB legde tot de-althans op één na-allerrecentste. Een jubileum-schenking uit 1998 kon nog slechts in het woord vooraf bij het boek even worden vermeld: een vijftiende-eeuws getijdenboek dat door een Nederlandse zakenman aan de jarige KB cadeau werd gedaan en een van de hoogtepunten vormde op de Amsterdamse tentoonstelling.
Verzamelaars en verzamelingen is voor alle boekenliefhebbers een fascinerend werk. Maar ook voor wie niet primair in het boek als cultuurobject is geïnteresseerd, vormt het alleraangenaamste lectuur: de levendig geschreven biografieën van de collectioneurs, het verhaal