(1969) schreef een compositie ‘Door gevaarlijke gekken omringd’ voor laserbas en het Nieuw Ensemble.
Boddendijk is zo'n speeldier, die zich het liefst op een podium uitleeft in een actieve monomedia performance. Boddendijk werkt aan zelfuitgevonden en/of virtuele instrumenten. Het begrip virtueel is trouwens niet van de lucht heden ten dage.
Michel van der Aa, in het seizoen 1997-1998 composer in residence bij de Slag werkgroep Den Haag voegt met de tape een virtueel kleurenpalet toe aan de minder boventonenrijke klanken van het droge slagwerk. Zijn compositie ‘Between’ plaatst tussen de opengeknipte delen van de instrumenten op tape flarden van de andere delen, daarbij uitgaande van het principe van de ‘Multiple Layers Ivory Ball’ uit de Chinese Qing-dynastie, waarin verschillende lagen uit het ivoor zijn losgebikt, zodat er allerlei lagen als onafhankelijke ballen ontstaan binnenin, opengewerkt aan de buitenkant en stuk voor stuk vrij beweegbaar. Je kunt het vergelijken met de houten eieren beschilderd met Russische boerinnetjes die steeds kleiner in elkaar passen, maar dan met dit verschil dat je ook al die boerinnetjes van binnen kunt zien.
De fascinatie voor zo'n bizar ivoren stuk handwerk in een labyrinthische vorm doet ook al futuristisch aan, waarom zou je de toekomst niet weerspiegeld kunnen zien in de vruchten van zeer oude culturen?
Dat in Michel van der Aa's compositie ‘Between’ het begin het boeiendst is, en dat in Florentijn Boddendijks compositie ‘Door gevaarlijke gekken omringd’ de visuele presentatie verreweg het sterkst werkt, doet minder ter zake. Het gaat om de mentaliteit van een componeren waarin een virtuele klankwereld opgebouwd wordt.
Overigens zijn er ook componisten van een oudere generatie die hun sporen op het terrein van de elektronisch muziek als podiumkunst verdienden. Michel Waisvisz (1949) ontwierp wat hij de ‘Handen’ noemt, elektronica inderdaad als een handschoen. De ‘Columbus op het terrein van de elektro-akoestische ontdekkingsreizen’ stimuleerde de musici van het Nieuw Ensemble tot eigen inbreng. Vervolgens nam hij dit materiaal op, onderzocht het en maakte het tot uitgangspunt van een eigen werk, dat in real time spontaan op het podium gecreëerd wordt. Titel: MoonootoonooM, opgedragen aan Bruno Maderna. Laatstgenoemde bedacht eind jaren zestig een mobiele studio met elektronische muziekinstrumenten op het podium. Dit betekende een belangrijke impuls voor het ontstaan van Studio STEIM, opgericht door de makers van de totaal-opera ‘Reconstructie’, op teksten van Hugo Claus en Harry Mulisch met muziek van Louis Andriessen, Reinbert de Leeuw, Misja Mengelberg, Peter Schat en Jan van Vlijmen.
Een belangrijk aandeel hadden ook de gesprekken tussen Maderna en Konrad Boehmer. De groep werd aangevuld met Dick Raaymakers.
Waisvisz schreef: ‘Als ware ik een elektrische vampier, zo neem ik de klanken van de musici in bezit en creëer ik van iedere musicus apart in feite een denkbeeldig ensemble: het “Nieuw Ensample”’.
Opmerkelijk is dat in deze compositie weer gebruik gemaakt wordt van een oude techniek: het in de tijd terugkoppelen van klanken met hulp van bandlussen en een tweetal bandrecorders waarin het opgenomen geluid wordt vermenigvuldigd en tot een veelstemmige kanon in de tijd verschoven. Deze oude techniek kan nu met flexibeler besturingsmogelijkheden worden uitgebreid.
Kortom, veel was nieuw in vernieuwende zin. Veel greep terug op bekende oudere vormen, maar natuurlijk is nu veel meer mogelijk dan toentijds.
Onze tijd stelt weer zijn eigen eisen. Wat in Maderna's tijd (en die van Cage) vooral telde als een reactie op de overgeorganiseerde seriële muziek was de aleatorische (van alea = dobbelsteen) muziek, waarin mobiele vormen hun intrede deden. Waisvisz plaatst tegenover de ‘open vorm’ van Maderna als metafoor van deze tijd de ‘zap vorm’. Korte fragmenten worden achterelkaar geplaatst ‘op pas ruim na het concert, in de herinnering van de luisteraar tot een nieuw geheel te kunnen ‘samenvallen’. Het menselijk geheugen als een omgekeerd werkend klanken-prisma.’ Aldus de componist. Weer gaat het er niet omdat dit ook werkelijk zo gerealiseerd werd, werkelijk ook zo werkte, maar om het idee, dat uitgesproken futuristische trekken heeft.
Veel nu van wat de futuristen presenteerden, kon worden samengevat onder de noe-