Het ‘Cobra Museum voor Moderne Kunst’ in Amstelveen is een ontwerp van de architect Wim Quist.
zij zijn het. Zij geloven het alleen zelf niet,’ schreef de Deense kunstenaar Pederson in 1944. Cobra streefde naar een algehele geestelijke bevrijding: ‘Een nieuwe vrijheid is aan het ontstaan, die de mens in staat zal stellen zich te uiten zoals zijn instinct het eist,’ aldus Constant.
Hoewel de Cobrabeweging officieel slechts drie jaar heeft bestaan, bestond de stroming in werkelijkheid aanzienlijk langer. Al vanaf de jaren dertig was een groep Deense kunstenaars bezig met experimentele en spontane beeldende kunst, die in menig opzicht vooruitliep op de internationale Cobrabeweging. In Nederland ontstond een verwante kunstopvatting in het culturele vacuüm na de oorlog, terwijl de Belgische reactie uit de surrealistische beweging voortkwam. In de jaren vijftig beleefde de door Cobra in gang gezette beweging haar meest vruchtbare periode. Een grote groep schilders en dichters werkte samen aan het gemeenschappelijke ideaal van een onbedorven, pure en voor iedereen bestemde, expressieve kunst. Onder hen bevonden zich schilders als Collignon, Alechinsky, Eugène Brands, Rooskens en Wolvecamp, terwijl tevens dichters als Kouwenaar, Claus, Elburg, Lucebert, Andreus, Schierbeek, Vinkenoog en Campert meewerkten. Op kunstveilingen is er nog altijd veel belangstelling voor het werk van Cobra. In de jaren tachtig was er zelfs sprake van een Cobra-hausse. Diverse kunstliefhebbers wisten een fraaie collectie bijeen te krijgen, zoals Karel van Stuijvenberg, wiens langdurig in bruikleen gegeven verzameling inmiddels de basis vormt van het drie jaar geleden geopende Cobra Museum voor Moderne Kunst te Amstelveen. Het museum is geheel gericht op de kunststromingen uit de jaren na de oorlog, met de klemtoon nadrukkelijk op de internationale Cobrabeweging. Behalve een permanent overzicht van Cobra wordt er onder meer werk getoond van de Nederlandse kunstenaarsgroepen Vrij beelden en Creatie uit dezelfde periode.
Uiteraard is het Amstelveense museum de aangewezen plek om de vijftigste verjaardag van de beweging te herdenken. Deze winter wordt de legendarische kunstenaarsgroep met vijf thematentoonstellingen in herinnering gebracht. De expositie ‘Cobra en de beeldhouwkunst’ besteedt uitgebreid aandacht aan een tot nu toe onderbelicht aspect van de beweging. Sculpturen van onder meer Appel, Constant, Corneille, Henry Heerup, Asger Jorn, en Shinkichy Tajiri tonen aan dat de kunstenaars van Cobra ook driedimensionaal naar nieuwe expressiemogelijkheden zochten.
‘Optocht der dieren’ is een tentoonstelling die op Werelddierendag open ging. Een overvloedig gebruik van diermotieven is kenmerkend voor de Cobrakunst. Behalve slangen, honden, katten, hanen, vogels en vissen bedachten de kunstenaars allerlei fantasiewezens. De tentoonstelling ‘Karel Appel, Psychopathical Art’ haakt in op de belangstelling van Cobrakunstenaars voor kunst van krankzinnigen. Zo deed Karel Appel onderzoek naar de specifieke karakteristieken van dergelijke kunstuitingen waarmee hij bij toeval in Parijs werd geconfronteerd.
Behalve schilderijen, tekeningen en beeldhouwwerken zijn er documenten en vooral foto's van de kunstenaars te zien, die een levendig beeld oproepen uit het roemruchte verleden van de rebellen. De expositie ‘Cobra in woord en beeld’ toont een overvloed aan historisch materiaal. De tentoonstelling ‘Cobra Portret Galerij’ tenslotte geeft een beeld van de kunstenaars vijftig jaar na Cobra. Ter gelegenheid van de opening van het Cobra Museum drie jaar geleden in Amstelveen heeft de kunstenaar Aernout Overbeeke de zeven-