| |
| |
| |
Als een vis in het water
De muziek van Peter Vermeersch
Yves Knockaert
werd geboren in 1954 in Brugge. Studeerde musicologie aan de Universiteit Gent. Werkt als leraar muziekgeschiedenis en muziekesthetica aan het Lemmensinstituut in Leuven. Is muziekpublicist en recensent voor verschillende tijdschriften en auteur van ‘Inleiding tot de hedendaagse muziek’ (1985) en ‘Muziekgeschiedenis’ (1986). Publiceerde samen met M. Delaere en H. Sabbe ‘Nieuwe Muziek in Vlaanderen’ (1998).
Adres: Goorbroekweg 2
B-3210 Lubbeek
Peter Vermeersch (º1959) verschijnt in zoveel gedaantes dat je nooit goed weet welk aspect van hem het eerst te benaderen. Hem in enkele woorden typeren is evenmin mogelijk. Hij is een breed-spectrum-musicus, hij is een kameleon, een componist, uitvoerder, producer, enzovoort. Maar één ding is zeker: hij maakt bijzonder goede muziek, in welke ‘huid’ hij ook kruipt.
Er is nog een heel andere huid: Peter Vermeersch is in feite architect: hij studeerde architectuur aan het Sint-Lucas-instituut te Gent. Hij volgde in zijn jeugd elementaire muzieklessen en klarinet aan de muziekacademie van Waregem en ging tijdens zijn studententijd in Gent klarinet en saxofoon spelen in de groep Union, die zich tussen jazz, rock en punk bewoog. Hij was van bij de oprichting betrokken bij Maximalist! als componist en klarinettist. Die groep bestond uit klassiek geschoolde muzikanten, die zich ook aan compositie gingen wijden: Walter Hus, Eric Sleichim (pseudoniem voor Michiels), Peter Vermeersch en Thierry de Mey. Er waren overlappingen met andere groepen: de meer rockgerichte X-Legged Sally, zodat de rockscène, de jazz-invloed en de improvistatiewereld met elkaar versmolten. Terwijl Maximalist! wel uit de klassieke achtergrond kwam, bouwde de groep een imago op, dat tegen het verwachtingspatroon van de verschijning van klassieke muzikanten inging met vlotte kledij en nonchalante verschijning op het podium. Alleen de naam al was een aanduiding van de voortzetting van het minimale en het repetitieve en tegelijk de afzetting ertegen: creatief wilden zij met die gegevens omgaan. Hun uitgangspunt van het repetitieve en van de Nieuwe Eenvoud deed hen al snel aansluiting vinden bij de vernieuwde dansbeweging in Vlaanderen, bij Wim Vandekeybus (What the body doesn't remember) en de groep Rosas (om correct te zijn: de musici vonden elkaar in 1983 voor de productie Rosas danst
| |
| |
Rosas van Anne Theresa de Keersmaeker. Maximalist! zelf werd een jaar later opgericht). Het podium van Maximalist! viel dan ook buiten het klassieke circuit en deze nieuwe muziek werd geadopteerd door het Brusselse Kaaitheater (Luna-theater) om in samenwerkingen met de dans- en videowereld de weg naar de internationale scènes en festivals te vinden.
Na de stopzetting van Maximalist! was Peter Vermeersch medeoprichter van het Ictus Ensemble, dat zich oorspronkelijk vooral inzette om de muziek van Vermeersch en van Thierry de Mey bij de dansproducties van Wim Vandekeybus live te spelen. Het Ictus Ensemble is intussen uitgegroeid tot een internationaal vermaard Belgisch ensemble voor hedendaagse muziek, dat o.a. in nauwe samenwerking met het Parijse IRCAM werkt.
| |
Op het verkeerde been
Naar het schijnt veranderde de Russische dichter Daniil Charms om de haverklap het naamkaartje aan zijn woning, tot grote ergernis van zijn huisbewaarder. Hij kroop geregeld in een nieuwe ‘huid’ en speelde dolgraag andere personages. Zoals Charms vertoont Vermeersch kameleontische trekken.
Charms is de titel van de recentste muziektheaterproductie van Peter Vermeersch op vertaalde poëzie van Daniil Charms. In 1941, op zijn 36ste, werd de dichter gearresteerd en in een psychiatrische instelling opgesloten, waar hij een jaar later overleed. Volgens bepaalde bronnen werd hij geliquideerd door het sovjetregime. De reden daarvoor is te zoeken in zijn literaire bezigheid: hij stond bekend als een avant-gardist. Charms schreef kinderverhalen en kindergedichten, die in feite voor volwassenen bedoeld zijn. Charms heeft zich ‘verstopt’ achter het kinderverhaal. Absurditeit, overgevoeligheid en vooral cynisme, wat ook in zoveel Russische muziek uit de eerste eeuwhelft voorkomt, maken deze kindergedichten voor kinderen weinig geschikt.
Charms breekt vaak de dingen af voordat hij ze opgebouwd heeft. De man uit het gedicht De man met de rode haren had niks, want hij had geen haar, geen ogen, oren, enzovoort. In het gedicht Ontmoeting komt iemand op weg naar zijn werk een man tegen die een half wit brood heeft gekocht, ‘En dat is eigenlijk alles’. Daar eindigt het vijfregelige vers. Charms zwijgt in plaats van te gaan vertellen: dat is de uitdrukking van de existentiële angst, zo eigen aan kunstenaars onder het sovjetregime. Tijdens zijn leven werden enkel zijn kinderverhalen gepubliceerd. Zijn andere werk werd clandestien verspreid en is pas recent gepubliceerd en vertaald.
Een van Charms' esthetische idealen was het opheffen van de grenzen tussen de verschillende literaire disciplines en verder tussen de verschillende kunstvormen. Zoiets spreekt Peter Vermeersch natuurlijk sterk aan, omdat
| |
| |
hij voortdurend werkt in combinatie met de meest diverse kunstvormen enerzijds, en omdat hij zelf alle mogelijke grenzen tussen verschillende muzikale richtingen wegveegt. Vermeersch schreef muziek bij elf gedichten van Charms, aangevuld met het instrumentale Het begin van een zeer fraaie zomerdag, symfonie. Hij combineert accordeon, klarinet en percussie en komt daardoor in een chanson- en cabaretsfeer terecht. De ‘genres’ worden doorbroken als de muzikanten en acteurs kreten slaken, meezingen en meespreken met de liederen als ‘vergrotingen’, als de muzikanten ook wat gaan acteren.
Vermeersch maakt muziek vol allusies op tango en andere dansmuziek, op Oost-Europese volksmuziek en zigeunerwijsjes - waartoe de beweeglijkheid van de klarinet zich uiteraard goed leent - op Jiddische muziek en op de Brecht-Weill-sfeer, zoals in het lied De Leugenaar. Allusies in zijn muziek spelen vaak op de grens van het bekende. Dan zet hij, net als de dichter, de luisteraar op het verkeerde been: je vraagt je af van waar je het melodietje van Ontmoeting eerder gehoord hebt, maar je kan het niet vinden, want het is niet te vinden. Tegelijk zijn bij Peter Vermeersch de jazzgetinte ‘free’-aandoende improvisatie en het experimentele aspect van muziek niet uitgesloten. In De man met de rode haren bestaat de ‘achtergrond’ van de recitant uit een enorm vertraagde opname van een stem.
| |
Living apart together
X-Legged Sally accentueerde vooral de instrumentale muziek. Kenners situeren de groep in de jaren tachtig in de buurt van de New Yorkse Knitting Factory, wat staat voor hectische grootstadsmuziek, die Vermeersch ‘speed-metaljazz’ noemt. In de jaren negentig verschoof het accent van de jazz naar de rock en naar originele en onverwachte ‘muziekjes’ (zoals een zachte ballade-stijl). Met de nieuwe groep, met als naam A Group wil Vemeersch meer het vocale gebied verkennen. A Group heet radicaal anders te zijn dan wat je van Vermeersch zou verwachten. Hij verving zijn houtblaasinstrumenten door samplers en is bijgestaan door Pierre Vervloesem die nu basgitaar speelt en door drummer Didier Fontaine. Zanger is Thierry Mondelaers, zangeres Anne Foutigny (beiden met additionele instrumenten). A Group wil heel veel eigen en nieuw materiaal brengen, maar de sampler wijst onmiskenbaar naar de ontdekking van de wereld van de covers (The Sparks, The Beatles, de Bourville, alles kan...). Peter Vermeersch heeft het woord niet nodig om muziek te maken, maar hij werkt er graag en goed mee, ook als hij instrumentale muziek als omlijsting van het woord toevoegt, zoals in de producties met Josse de Pauw. Aan de zogezegd ‘dienende’ functie van zijn instrumentale muziek in deze gevallen, stoort Vermeersch zich helemaal niet.
Hij geeft ronduit toe dat je het niet kan hebben van muziek op zich tegen- | |
| |
woordig en dat muziek mét dans en theater in alle mogelijke vormen voor hem geen bezwaar zijn. Vermeersch ziet dus geen ‘evolutie’ in de samenwerkingen met Rosas, Vandekeybus en De Pauw naar het solo-gaan. Hij blijft de kunstenversmelting het interessantste vinden. Al gebruikt hijzelf de uitspraak ‘muziek die meedoet met een andere kunst of muziek die ondergeschikt is’, toch stelt hij zichzelf altijd de voorwaarde van de potentiële zelfstandigheid van zijn composities: ze moeten overeind blijven zonder de andere kunst; en dat doen ze ook. Je kunt inderdaad luisteren naar de muziek van Vermeersch zonder de visuele en theatrale elementen.
Trouwens, bij zijn muziek is nooit sprake van onderschikking, maar van een hechte samenwerking, zoals in het geval van Weg met Josse de Pauw. Die samenwerking dateert al uit de periode met de theatergroep Radeis en komt b.v. tot uiting in De oplosbare Vis, op tekst van De Pauw (met enkele citaten uit Voorvallen op de schoener Banbury van Witold Gombrowicz (weer die Oost-Europese literatuur). In Weg heb je een acterende en vertellende De Pauw en daarnaast muziek met Peter Vermeersch en Pierre Vervloesem. Vervloesem is een naam die hoe langer hoe meer opduikt op alle mogelijke terreinen en in samenwerkingsverbanden met Vermeersch, ook in A Group bijvoorbeeld, ook als samenwerkende componisten.
| |
Van charleston tot klaaglied
Muziek voor het puur klassiek-hedendaags concertcircuit heeft Peter Vermeersch al enige tijd achter zich gelaten. Hoe zit het met het ‘klassiek-hedendaags’ aspect in zijn muzikale totaalactiviteit? De oplosbare Vis is minder direct dan Charms. Het verhaal van De oplosbare Vis is een vreemd sprookje: twee vissen belanden in de Alpen, lossen op in waterdamp, gaan daardoor boven de aarde zweven om vast te stellen dat er niets veranderd is.
De muziek is meer gecomponeerd, geconcipieerd en maakt meer gebruik van experimentele geluiden. Het ensemble is ook uitgebreider, de stemmen krijgen de steun van viool, cello en piano naast klarinetten, gitaar en percussie. Het instrumentale aandeel is beduidend groter dan in Charms en de stijldiversiteit is breder, in de zin van meer ‘klassiek hedendaags’ naast alle mogelijke allusies. Anderzijds klinkt het orkest Prima La Musica - in Music-Hall, de zetting van de gedichten van Paul van Ostaijen - op enkele uitzonderlijke momenten na nooit klassiek. Ook hier schrijft Vermeersch alle mogelijke soorten songs, van gezongen charleston tot larmoyant klaaglied. Het orkest zorgt vooral voor blazers en slagwerk, terwijl de strijkers onderstrepend zijn. Soms zijn er unisono's van één instrument met een zangstem, soms zijn er parallelle zettingen, die in andere stukken ook wel opduiken en een heel eigen schrijfwijze van Vermeersch zijn. De muziek klinkt speels en afwisselend en is in zekere zin met Charms vergelijkbaar. Van
| |
| |
Ostaijen krijgt in elk lied een passende benadering, die experiment en scherts goed tot hun recht laat komen.
| |
Prettig gestoord
De unisono van stem en accordeon en het parallellisme komen bijvoorbeeld zeer krachtig voor in Vermeersch' ‘klassieke’ cover van Der Doppelgänger, een lijzige bewerking van Schubert, maar sterk en even aangrijpend als de bewerking van Liszts Nuages gris. Dit is dan weer muziek voor Bereft a Blissful Union, een choreografie van Wim Vandekeybus, uitgevoerd door X-Legged Sally in combinatie met het Smith Strijkkwartet. Brungle, voor dezelfde productie, beweegt zich in de zuivere jazz-stijl, met onderhuidse verwijzingen naar Nuages gris en Der Doppelgänger. Deze schrijfwijze, voor X-Legged Sally vooral maar ook in ander werk aanwezig, wordt vaak omschreven als ‘prettig gestoord’ of ‘anarchistisch’. Zo anarchistisch is dat helemaal niet, wat ook blijkt uit de compositorische aanpak van Peter Vermeersch. Zijn muziek is in de ‘onderlaag’ bijzonder goed georganiseerd, heel raak geconcipieerd in timing en in duur van episodes. In de ‘bovenlaag’ ligt de vrijheid, in de speelse ‘tussenwerpsels’, vrij geplaatste interventies, korte ludieke vondsten en schrille kreetjes van stemmen en blazers en - waarom niet - de blaffende hond (aan het slot van Brungle). Dat maakt zijn muziek ook tot echte uitvoerders-muziek, waarmee ik bedoel dat ze aan zijn persoonlijkheid als uitvoerder en aan de groep(en) waarvoor hij schrijft, gebonden is. Natuurlijk kan iemand anders dit ook spelen, maar de eenheid (van de popmuziek) tussen componist en uitvoerder is in alle muziek van Vermeersch aanwezig. Dat maakt dat er ook een overkoepelende eenheid is over alle muziek die Vermeersch voor een bepaalde productie schrijft. Dezelfde eis stelde hij eveneens aan X-Legged Sally: er werd gezocht naar verbanden tussen de nummers op een cd, zodat het resultaat als geheel kon werken.
| |
Onzichtbare constructies uit de werkkamer
Peter Vermeersch windt geen doekjes van mysterie rond zijn manier van componeren. Voor hem is het letterlijk ‘werken’ met noten zoals Stravinski het zag, als een ‘homo faber’). Het enige wat belangrijk is, is dat het stuk dat hij aan het schrijven is goed wordt; datzelfde geldt voor het vorige en het volgende stuk, zonder aandacht voor overkoepelende eenheid of stijlvorming vanuit de componist. ‘Er zijn twaalf noten in een octaaf en er bestaan miljoenen manieren om daar iets mee te doen.’ Alles bestaat uit het uitwerken van een grondgedachte. Een muziekstuk is ‘borduren op een idee’ en een ‘construeren in de werkkamer’. Dat de eenvoud de basis vormt voor elk stuk, geeft hij ook graag toe: ‘Ik ben geïnteresseerd in simpele muzikale basisprincipes. De toonladder, een wals, een maat 4/4, het refrein, de strofe,
| |
| |
de intro, enzovoort.’ De eenvoud wordt ook geformuleerd voor de luisteraar: de muziek moet iets herkenbaars hebben en iets transparants. ‘Ook de grote heren doen dat. Iemand als Ligeti werkt met dingen die je kunt herkennen, hoe hij die ook hanteert en herschikt, enzovoort. En het werkt. Als het goed werkt, is het goed geconstrueerd. En daar hoef je je dus niets van aan te trekken terwijl je luistert. Want een goede constructie is onzichtbaar.’ Vermeersch ziet echter ook in dat de constructie op zichzelf geen garantie is voor goede muziek. Hij verwijst naar het symfonische denken van Beethoven en wijst erop dat je met hetzelfde materiaal als Beethoven ook een slechte constructie, een slechte symfonie kunt maken. Constructie en materiaal moeten een zekere vrijheid en spontaneïteit in hun uitwerking behouden. Vermeersch probeert dan ook een melodie of een thema uit zichzelf te laten ontwikkelen tot zijn eigen ‘muzikaal verhaal’. En op dat punt verwijst hij weer naar de kracht van Stravinski.
En dan komt de bijzonder originele idee om heel degelijk te werken, die Vermeersch het best zelf verwoordt: ‘En dan ervaar ik het probleem veelal in het midden van het stuk. Kijk maar naar theater; hoe vaak voel je niet dat er in het midden een luchtzak zit? Daarom begin ik meestal in het midden. Of in de verschillende middens, als in een boek met drie, vier verhaallijnen in één verhaal. Zo ga ik het best op weg, van het midden naar het begin, van het midden naar het einde. Want begin en einde, da's gemakkelijk.’
Peter Vermeersch maakt bijzonder frisse en originele muziek en hij is zeer zeker een figuur zonder gelijke in het Vlaamse muzieklandschap. De vanzelfsprekendheid waarmee alles bij hem gebeurt, toont aan dat hij zich in de muziek voelt als een vis in het water. Hij zoekt niet, hij zwemt. Hij is voortdurend in de ‘rijkdom’ van het materiaal, hij moet nergens heen vanuit een historische evolutiedwang, hij voelt zich goed in de oneindigheid aan mogelijkheden. Hij distantieert zich dan ook van de ‘verplichting’ om een bijdrage te leveren aan de ‘muziekgeschiedenis: ‘Ik doe geen echt conceptuele stappen. En daar heb ik reden toe, vind ik. Want alles is nu opengebroken. Er is nu geen geschiedenis waarbinnen je stappen kunt doen’.
De uitspraken van Peter Vermeersch komen uit volgende interviews: De Keyzer, Laurens: ‘Ik oefen mijn muziekspier - Peter Vermeersch, componeren van dodecafonie tot een uitsmijter’, in: De Standaard Magazine, 12 april 1996.
rutten, elly: ‘De Oplosbare Vis’, in Muziek & Woord, februari 1994. Ook als: ‘Hoe twee vissen ten hemel worden opgenomen - Een gesprek met componist Peter Vermeersch’, in: De Morgen, 19 februari 1994.
| |
Discografie
Slow-Up, X-Legged Sally, Sub Rosa CDO24-46. / Killed by Charity, X-Legged Sally, Sub Rosa SR69. / Eggs and Ashes (Wim Vandekeybus), X-Legged Sally, Sub Rosa 77. / The Land of the Giant Dwarfs, X-Legged Sally, Bang! 20517. / Fired, X-Legged Sally, Bang! 20533. / Bereft of a Blissful Union (Wim Vandekeybus), X-Legged Sally en The Smith Quartet, Megadisc MDC 7843. / De Oplosbare Vis (Josse De Pauw), Walpurgis Ensemble, Walpurgis WPR-006. / Charms (Daniil Charms), Walpurgis Ensemble, Walpurgis WPR-010./ Music-Hall (Paul van Ostaijen), Prima La Musica o.l.v. Dirk Vermeulen, Eufoda 1245. / Dumb Lamb, A Group, Slow Up / King Records, LEC 006.
|
|