Ons Erfdeel. Jaargang 41
(1998)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 609]
| |
Taal- en cultuurpolitiekNeerlandistiek en ‘Eeuwige Vrede’ in Munster‘Van hieruit weerklinkt de vrede voor de hele wereld.’ In dit randschrift op een gedenkpenning die de stad Munster in 1648 uitbracht, toont zij haar trots omdat daar de vrede werd gesloten die een einde maakte aan de Dertigjarige Oorlog. Bijna alle Europese mogendheden waren bij dit conflict betrokken. Munster was in die periode het centrum van de Europese diplomatie. Sinds 1643 confereerden daar afgezanten van de verschillende oorlogspartijen. Van enkelen van hen hangt een portret in de ‘Friedenssaal’ in het Raadhuis van Munster. Daar werd op 15 mei 1648 de vrede tussen de Noordelijke Nederlanden en Spanje gesloten. Nachbarn, het tijdschrift van de Nederlandse ambassade in Bonn, wijdt een heel nummer aan deze Vrede. De uitvoerig geïllustreerde aflevering is geschreven door Simon Groenveld, historicus en lid van het comité dat de viering van de Vrede van Munster in Nederland begeleidt.Ga naar eindnoot(1) In deze met symbolen beladen ‘Zaal van de Vrede’ werden op 1 april 1998 de deelnemers aan de bijeenkomst voor de docenten Nederlands uit het Duitse taalgebied ontvangen door Marion Tüns, Oberbürgermeisterin van de stad, en door de rector van de Westfälische Wilhelm-Universität. Hij wees op de toenemende samenwerking tussen deze universiteit en verschillende universiteiten in Nederland en Vlaanderen. Met (terechte) trots sprak hij ook over de activiteiten van de afdeling Nederlands van de universiteit en van het ‘Haus der Niederlande’. Beide instellingen waren samen met de Nederlandse Taalunie gastheer voor deze docentenbijeenkomst. Tijdens zo'n bijeenkomst wordt een aantal algemene thema's behandeld; bovendien is het meestal het ideale moment om eens na te gaan hoe het aan de Duitse universiteiten en hogescholen is gesteld met de studie van het Nederlands. De algemene onderwerpen waren: de gender-problematiek, grammatica en de praktische mogelijkheden van literair vertalen. Stond het eerste onderwerp nog vrij ver af van de neerlandistiek extra muros, bij het tweede was dat al veel minder het geval. In deze sessie spraken o.a. Marina Henselmans uit Munster over de nieuwe ANS en het nut ervan voor de extra murale gebruiker en Robert Leclercq uit Würzburg over een contrastieve grammatica Nederlands-Duits. Deze eerste dag werd afgesloten in het ‘Haus der Niederlande’ met de opening van de tentoonstelling ‘Flandern: der Mensch, das Land, die Sprache’ van Eugène Lambert. Lambert is een Vlaamse fotograaf die het grootste deel van zijn leven in Duitsland doorbracht en nu in zijn land van herkomst een reeks foto's heeft gemaakt. Behalve de traditionele en soms nogal geanimeerd verlopende huishoudelijke vergadering, vond op de tweede dag ook nog een bijeenkomst plaats gewijd aan de praktische mogelijkheden van literair vertalen. Verschillende docentschappen kregen hier de gelegenheid verslag te doen van hun activiteiten op dit punt. Wim Hottentot van de Freie Universität Berlin had het over de problemen bij het vertalen van Lulu Wangs Het Lelietheater en Pleysiers De gele rivier is bevrozen (dat vertaald is door M. Müller-Haas, maar onder een andere naam gepubliceerd werd, omdat de vertaalster niet akkoord kon gaan met de vele wijzigingen die de uitgeverij aanbracht). Munster organiseerde een workshop met Helga van Beuningen, vertaalster van o.a. Nooteboom en A.F.Th. van der Heijden. De deelnemers aan deze workshop moesten een stuk van Margriet de Moor vertalen. Er werd ook een openbare lezing georganiseerd met De Moor en Van Beuningen samen. In Munster wil men starten met een opleiding Literair Vertalen. Het was de bedoeling daar in het wintersemester mee te beginnen, maar door de verkiezingen in Nordrhein-Westfalen en de kabinetsvorming heeft men een behoorlijke vertraging opgelopen. In Oldenburg werd tijdens de lessen werk van Judith Herzberg vertaald. In Keulen maakt literair vertalen geen geïntegreerd deel uit van de opleiding, maar incidenteel gebeurt het wel. Tijdens dezelfde sessie kreeg Ralf Grüttemei- | |
[pagina 610]
| |
er, de opvolger van F. Bulhof in Oldenburg, de kans kort het ‘Magisterstudiengang Niederlande-studien’ in Oldenburg voor te stellen, dat vanaf het wintersemester 1998-'99 operationeel zal zijn. Dit project past in de samenwerking tussen de universiteiten van Groningen, Oldenburg en Bremen. Als tegenhanger van deze ‘Niederlande-studien’ zal in Groningen met een studierichting ‘Duitslandstudies’ gestart worden. Het hoofddoel van het project is de versterking van het collegeaanbod van de drie universiteiten en een betere voorbereiding van de studenten op de arbeidsmarkt. De studenten van de verschillende richtingen zullen ook verplicht worden stage te lopen aan de andere universiteit. Ten slotte stelde Sebastian Fuchs het ‘Steunpunt Nederlands als vreemde taal’ voor. Dit steunpunt dat gelanceerd werd door de Nederlandse Taalunie, wil de schakel zijn tussen het moederland en de extramurale docenten. Het heeft als belangrijkste taak de professionalisering van het Nederlands als vreemde taal te bevorderen. Het steunpunt, dat op 1 februari 1998 van start ging, is gevestigd aan de Universiteit van Amsterdam en wordt geleid door prof. R. Appel. Uiteraard circuleerden er tijdens de verschillende vergaderingen en in de marge daarvan nog heel wat nieuwtjes. Bijvoorbeeld dat er in Munster een vacature is voor een tweede hoogleraar en dat de benoeming voor het wintersemester zal plaatsvinden. Dat de neerlandici in Wenen ijverig verder werken (wat men o.a. kan zien aan NedWebGa naar eindnoot(2), hun goed gedocumenteerde website met gegevens over Nederlandse literatuur, taal en cultuur en aan hun uitgebreide lijst met activiteiten). Dat de activiteiten in Keulen op dit ogenblik in een wat rustiger tempo verlopen. Kort na deze bijeen komst was er nog het heuglijke nieuws dat Maria-Theresia Leuker zich als eerste Duitse habiliteerde aan de universiteit van Munster. Haar verhandeling heeft Jozef Alberdingk Thijm tot onderwerp. Deze docentenbijeenkomst werd afgesloten met een bezoek aan de tentoonstelling over de Dertigjarige Oorlog in het Stadtmuseum van Munster (nog te bezoeken tot 18 oktober 1998). De stad Munster kan blijkbaar nauwelijks genoeg krijgen van zijn Vrede, want vanaf 24 oktober 1998 wordt er in het Westfälische Landesmuseum de tentoonstelling ‘1648-Krieg und Frieden in Europa’ georganiseerdGa naar eindnoot(3).
Dirk van Assche |
|