trekken bij een van de vijf pelsjagers, die er in primitieve omstandigheden een eenzaam leven leiden. Lars (de Duitse acteur Joachim Kroll), de haar totaal onbekende pelsjager, blijkt allerminst aan haar verwachtingen te voldoen. Hij lijkt allesbehalve op een ‘held van het wilde Noorden’ zoals ze hem heeft voorgesteld. Lars is een kleine, onhandige, zwijgzame man. De barre leef-situatie en het gedrag van Lars liggen Ellen helemaal niet. Zo goed als het kan, past ze zich echter aan. Maar wanneer na de lange poolnacht voor het eerst weer de zon verschijnt, groeit er bij Ellen begrip en zelfs bewondering voor de man die zich in deze onmogelijke omstandigheden overeind weet te houden. Lars komt in een ander ‘licht’ te staan. Uiteindelijk geeft ze toch toe aan de verliefde pelsjager en komt het tot een korte passionele verhouding. Maar de rest van haar leven in het barre Noorden slijten, is voor Ellen te veel gevraagd. De emotionele afscheidsscène is vooral voor Lars bijzonder pijnlijk: Ellen zet meedogenloos opportunistisch een punt achter zijn gekoesterde illusies.
Coninx' vierde speelfilm is op het technische vlak een staaltje van volwaardige beheersing van het filmmetier. Het scenario van de Nederlander Jean van de Velde zorgt ervoor dat het bioscooppubliek zich geen ogenblik verveelt: de intieme Kammerspielscènes in de geïsoleerde hut worden afgewisseld met pittoreske natuurtaferelen en actiescènes, die de jacht op zeehonden en vossen met zich mee brengt. Coninx werd bijzonder goed ondersteund door de mooie fotografie van Theo Bierkens, die als cameraman van Orlow Seunkes sneeuwdrama Pervola (1985) ervaring opdeed met het filmen in het hoge Noorden. Over Vlaams talent beschikte Stijn Coninx dan weer voor de muziek en de montage, respectievelijk van Fred Brossé en de geroutineerde Ludo Troch, terwijl de Noor Karl Juliusson, die ook de decors van Breaking the Waves bouwde, instond voor de art direction.
Ondanks al dat vakmanschap haalt
Licht niet het niveau van
Daens. Vooral op inhoudelijk vlak stelt Coninx enigszins teleur. Zijn vi-
Joachim Kroll als Lars in de film ‘Licht’.
sie, namelijk dat als je het licht maar laat schijnen op de ander, je er ook verliefd op kunt worden, klinkt ietwat naïef in een story die in wezen gebaseerd is op een gril van een op avontuur belust stadsmeisje. De spanningen die tussen de twee hoofdpersonages al vanaf het begin ontstaan, leidden bijgevolg niet tot echte dramatiek. Overwegend gaat het om de ergernis van een verwende stadsmus om allerlei banale details, die het isolement en gebrek aan enig comfort veroorzaken. De cineast weet gelukkig de contrasten tussen de twee personages via humoristische accenten te relativeren. Coninx' zin voor het komische speelde trouwens in al zijn films al door, zelfs in het schrijnend tragische
Daens.
Deze inhoudelijke kritiek zal niet voorkomen dat de toeschouwer die opgaat in het filmverhaal en oog heeft voor de prachtige fotografie, Licht een bijzonder mooie film vindt. De meer dan behoorlijke roulatie in Vlaanderen bevestigt dit trouwens. Het is een welkome steun voor een gedreven cineast die samen met de hele filmcrew het klimatologisch bijzonder zwaar te verduren kreeg.
Nog steeds in afwachting van grote projecten bereidt Stijn Coninx momenteel een film voor op basis van een politieke sleutelroman, met name Mont Ducal van de Vlaamse ex-politieke journalist Hugo de Ridder. Het wordt een film over een idealistisch politicus die tegen wil en dank tot allerlei compromissen gedwongen wordt.
Wim de Poorter