•
Al ruim 35 jaar bestaat er een levendige en intensieve culturele uitwisseling tussen de provincie West-Vlaanderen en het Duitse Landschaftsverband Westfalen-Lippe. Ieder jaar worden een tweetal manifestaties gepland, waarbij de meest uiteenlopende vormen van kunst en cultuur aandacht krijgen. Tot op heden echter was de literatuur in beide regio's slechts sporadisch aan bod gekomen. De laatste keer gebeurde dat in 1989, toen de tweetalige publicatie Poëzie sinds 1960 uit West-Vlaanderen / Lyrik seit 1960 aus Westfalen verscheen.
In 1997 richtte men de schijnwerpers op de kinder- en jeugdliteratuur. Er vonden lezingen en tentoonstellingen plaats, en er werd een indrukwekkend overzichtswerk samengesteld. Ditmaal was het geen tweetalige editie - dat zou, gezien de inhoud van het boek, een te omvangrijke pil geworden zijn - maar twee analoge publicaties: een in het Nederlands en een in het Duits.
Uit de schaduw: een beknopte geschiedenis van de West-Vlaamse en de Westfaalse jeugd- en kinderliteratuur geeft een beeld van de geschiedenis van deze literatuur vanaf het begin van de 19de eeuw tot heden. Daarnaast bevat de publicatie een uitvoerige bibliografie en een handig namenregister. In hun ‘Verantwoording’ benadrukken Ludo Valcke (Directeur Cultuurdienst van de Provincie West-Vlaanderen) en prof. dr. Manfred Balzer (Landesverwaltungsdirektor in Westfalen-Lippe) dat dit boek niet enkel een overzicht biedt, maar ook een basis wil leggen voor verder wetenschappelijk onderzoek en vergelijkende interregionale of internationale studies.
Het West-Vlaamse deel opent met een stuk over P.J. Visschers Stigtende verhaelen voor de Roomsch catholieke jeugd (1834). Deze populaire priester-schrijver wou de Vlaamse jeugd opvoeden met stichtelijke verhalen en heiligenlevens. Dit waren volgens Visscher boeken ‘welke geschikt zyn om religie en goede zeden ongeschonden te behouden’. Daarnaast waren er ook ‘slechte’ boeken, ‘diegéne welke de zeden bederven, als geyle gezangen en gedichten, theater-stukken, romans die de dertele liefde inboezemen; of die géene welke de religie aanvallen’. Ongeveer vijfhonderd bladzijden verder eindigt het boek met een bijdrage over Thea Ross, een Westfaalse illustratrice en schrijfster met ‘een zwak voor grappige details’. In haar Jule im Zoo voert zij bijvoorbeeld een stel copulerende schildpadden op. Visscher zou het werkelijk niet leuk hebben gevonden.
rita ghesquiere, jan van coillie, walter gödden en Iris Nölle-hornkamp, Uit de schaduw: een beknopte geschiedenis van de West-Vlaamse en de Westfaalse jeugd- en kinderliteratuur. Verantwoordelijke uitgever: Ludo Valcke, Provincie West-Vlaanderen, Dienst Cultuur, 1996 (adres: Provinciale Dienst voor Cultuur, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41, B-8200 Sint-Andries). |
•
Arne Sierens verschijnt in beeld en vertelt dat zijn stuk Bernadetje over een plaats gaat waar mensen elkaar ontmoeten. Die plek, een botsautootjestent, vervult een soortgelijke sociale functie als eertijds de waterput in een dorp. In het daaropvolgende shot zien we een scene uit Bernadetje. Een aantal jonge meisjes discussieert. Het gaat er heftig aan toe, met een spervuur van zinnen als ‘Geef mij ne keer een sigaretsje’, ‘Daniël? Daniël?! Daniël kan ontploffen!’ en ‘Gij doet nooit iet voor mij; gij zie mij nie graag, dat is't’. Vervolgens krijgen we weer Sierens, die het nu heeft over ‘de taal van de waterput’. Die taal is ‘geen boekskestaal, (...), geen gestileerde taal, geen literaire taal’, maar een ‘kreupele taal, een vuil taal, een echte taal’.
Het bovenstaande is allemaal te horen en te zien op Playwrights in Flanders (Marilyn Monroe, the visit, the well, the revolution), een videotape gemaakt door het Vlaams Theater Instituut. Op deze band, waarvan ook een in het Frans ondertitelde versie bestaat, hebben de Vlaamse toneelschrijvers Paul Pourveur, Peter de Graef, Arne Sierens en Willy Thomas het over hun manier van werken en hun inspiratiebronnen. Tussendoor krijgt men fragmenten te zien uit hun producties.
Naast deze opnamen beschikt het Theater Instituut ook over een twintigtal brochures waarin telkens een toneelauteur wordt voorgesteld. Dat gebeurt aan de hand van een korte bio- en bibliografie, samenvattingen van én fragmenten uit stukken, en persknipsels. Alle brochures zijn verkrijgbaar in het Nederlands, Frans en Engels.
Het Vlaams Theater Instituut werkt nauw samen met het Theater Instituut Nederland. Voor The International Collection verleenden zij hun medewerking bij de samenstelling van