naast werd door diverse extramurale sprekers een aspect benadrukt dat in de drie lezingen nogal ontbroken had, namelijk het belang van samenwerking met Vlaamse en extramurale collega's. Dit punt lijkt ook het overwegen waard voor de initiatiefnemers van de nieuwe Raad voor de Neerlandistiek, die althans in eerste aanzet een wel erg exclusief-Nederlands karakter heeft.
Op donderdag, de meest extramurale dag van het congres, was de ochtendzitting gewijd aan het Nederlands als bronnentaal. Een belangrijk probleem, dat niet toevallig werd ingeleid door sprekers uit Jakarta, waar in het Nationaal Archief nog zo'n dertien kilometer aan Nederlandse documenten op ontsluiting en bestudering wacht. In de inleidingen van Bert Paasman, Hans Groot en Herman Poelman werden verschillende aspecten belicht van het specifieke leesonderwijs dat nodig is voor de studie van Nederlandse documenten en archieven. Daarna gaf Sugeng Riyanto een demonstratie van de nieuwe leescursus Nederlands die Indonesische neerlandici ontwikkeld hebben voor de rechtenstudenten aan wie zij les geven. In de geanimeerde forumdiscussie bleek duidelijk hoe deze bronnentaalproblematiek ook in andere landen dan Indonesië speelt, bij disciplines die vallen buiten de neerlandistiek in engere zin, zoals koloniale geschiedenis, Oosterse studiën en (kunst)geschiedenis. Ik vond dit een van de beste sessies van het congres.
Op donderdagmiddag vond de Vrije Markt plaats, met niet minder dan acht parallel verlopende thematische secties over o.a. lexicografie, literatuur, taalverwerving, taalkunde en cultuurstudie. Hier deden de extramurale neerlandici verslag van hun lopend onderzoek, in een vijftigtal lezingen, variërend van Gerrit Kouwenaar en de gerontologie en De positie van het Nederlands in Suriname tot en met Intertekstualiteit bij Multatuli en Cultuurgebonden leerstijl en leerplanontwikkeling.
Het IVN-congres fungeert daarnaast ook altijd als een belangrijke markt voor nieuwe informatie. Er lag een aankondiging van de geheel herziene tweede druk van de ANS die dit najaar verschijnt. Er waren demonstraties van Nedercom Eduware, educatieve software voor Nederlands als tweede taal. Er was informatie over een negendelige radioserie op cassette over de geschiedenis van het Nederlands; over Literatuur in klank en beeld, de nieuwe bibliografie van audiovisuele en digitale ondersteuningsmiddelen voor het literatuuronderwijs Nederlands, die mede op initiatief van de IVN tot stand kwam; en over de mogelijkheid - die naar ik hoop spoedig werkelijkheid zal worden - om buitenlandse neerlandici via het Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten (NIWI) toegang te bieden tot de Bibliografie van de Nederlandse Taal- en Letterkunde (BNTL) op het internet. Uit de buitenwereld was er informatie over het mobiliteitsprogramma van de universiteit van Hull, Small is Beautiful, dat moet leiden tot de ontwikkeling van een multimediapakket voor extramurale neerlandici; verder de nieuwsbrief van Comenius, de vereniging voor neerlandici in Midden- en Oost-Europa; bericht over nieuwe verenigingen voor neerlandistiek in Groot-Brittannië en in Azië; en aankondigingen van congressen: over ‘History in Dutch Studies’ in Madison, Wisconsin in mei 1998 en over ‘Fin de Millennium’ in Kaapstad in juli 1998. Heel belangrijk tenslotte was de informatieve presentatie van het nieuwe Steunpunt Nederlands als Vreemde Taal aan de Universiteit van Amsterdam, dat voor de ondersteuning, opbouw en samenwerking op het gebied van de internationale neerlandistiek van grote betekenis kan worden.
Op vrijdag bracht de ledenvergadering het afscheid van Theo Janssen, die na zes jaar voortreffelijke dienst als IVN-voorzitter werd opgevolgd door Hugo Brems uit Leuven. Daarna volgde een onderhoudende lezing (met film) van Anton Korteweg over het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum. 's Middags vormde een Stadswandeling langs onder andere de muurgedichten in Leiden een mooie afsluiting van het culturele programma, dat op maandagavond was begonnen met een lezing over poëzie en vertalen door de dichter Rutger Kopland, gevolgd door een voordracht van de Beatrijs door Tine Ruysschaert op dinsdag en een avond met Oudere en Moderne Literatuur in de Pieterskerk op woensdag. Alles vlekkeloos georganiseerd door het efficiënte congresbureau onder leiding van Marja Kristel, directeur van de IVN.
Het congres als geheel had aldus een boeiend en zeer gevarieerd programma. Anders