wordt dus in eerste instantie een protestzanger. Dit viel in de plooien van die tijd, maar bij ‘Wannes’, zoals hij toen op de platenhoezen gedrukt stond, ging het niet om een aftreksel van Pete Seeger en Co., maar om het bloedend hart en de intellectuele en morele verontwaardiging van de Antwerpse volksjongen. Merkwaardig is dat Wannes van de Velde nooit de populistische toer op is gegaan. Het mag zwaar op de hand klinken, maar dan zij het maar zo: hij is het volk. Hij eist ook vrijheid voor zichzelf en voor het volk op. Maar ik heb nog nooit een slogan uit zijn mond vernomen. Heel zijn omvangrijk en divers oeuvre, van zijn grafiek tot zijn theaterwerk, zijn muziek en zijn literatuur (vertalingen, gedichten, proza), is doordesemd met die drang naar vrijheid - en uiteraard onafhankelijkheid -. Toen hij zijn vrijheid en onafhankelijkheid als kunstenaar door de komma-neukende staat bedreigd achtte, is hij daar ooit bijna op afgeknapt. Hij wilde het opgeven. Laten we ons gelukkig prijzen, dat hij toen niet is blijven zitten kniezen. In elk interview, in elke biografische nota van zijn hand, vermeldt hij steevast zijn militaire dienst. Hij was compagniesbediende bij een pantserdivisie in Bensberg. Daar heeft hij zijn lessen in vrijheid geleerd, a contrario, zullen we maar zeggen. Zijn gebrek aan ontzag voor het gezag heeft daar vorm gekregen. De individualist - dat heten kunstenaars nu eenmaal te zijn - werd daar geconfronteerd met het plompe achtereind van de maatschappij. Soldaat Willy van de Zirkstraat in Antwerpen heeft daar, allicht onbewust, zijn Tsjechische oom Schwejk gevonden. En hij is daar op zijn manier meer dan een beetje altruïst geworden. Men mag dat altruïsme ‘sociaal engagement’ noemen, maar laat men dat dan binnen paal en perk van zijn artistieke, individualistische natuur situeren, alstublieft. Hij breekt zijn brood en verdeelt het onder medemensen. Het klinkt danig devoot. Doch men kan zich beter niet laten misleiden. Hij is een briljant muzikant en hij leert anderen in theater- en muziekacademies
Wannes van de Velde met de eigenhandig gesneden pop die in één van zijn producties ‘das Militär’ uitbeeldt.
gitaar spelen en flamenco appreciëren. Zijn medewerking aan theater- en muziekproducties (vertalingen, decors, liederen, arrangementen, eigen teksten, zijn poppentheater) geven het theater zijn ware aard weer, waarin tonelisten en publiek een ervaring delen, collectief werken, in communie verkeren. Daar komt bij dat Wannes van de Velde - en dit maakt hem minder devoot - de rauwe werkelijkheid van het volk, dat ook in kleine dingen vrij wil zijn, nooit vergeet in het vele dat hij presteert. Of het nu gaat om
Mistero Buffo, De Parochie van Miserie, Nooit brengt een oorlog vrede op de bühne, of om
De Islandsuite of
Vive le Geus! op de radio, of om zijn columns in
Knack Magazine (gebundeld in
't Stad), de vrijheidsdrang, de relativering van door de Macht opgedrongen opvattingen, het respect voor het door de goegemeente gering geachte maar niettemin bijzondere individu staan altijd op de wand geschreven, voor wie het wil zien. En pas dat is de ware motivering voor de toekenning van de Arkprijs van het Vrije Woord aan soldaat Willy, aan schilder Wim die in homme-orchestre Wannes van de Velde volwassen zijn geworden maar rebels zijn gebleven.
Johan de Roey