Lulu Wang (º 1960) - Foto Erik Spaans.
Dat is nog lang niet alles. Zeven jaar en zo'n twintig versies verder ligt het definitieve resultaat voor ons: een vuistdik boekdeel gedreven proza, dat met tegelijk epische en lyrische kracht over de vriendschap van twee meisjes in een gekooide samenleving vertelt. Maar bijna nog indrukwekkender is de internationale voorpubliciteit die Het lelietheater het voorbije jaar genoten heeft. Wangs uitgever sloot een contract af met een Amerikaanse literaire agente, wat tot gevolg had dat op de Frankfurter Buchmesse van 1996 - dus nog voor het boek verschenen was - al aan meer dan tien landen de vertaalrechten verkocht waren. Opnieuw hoogst opmerkelijk voor een oorspronkelijk in het Nederlands geschreven roman...
We mogen één belangrijk element niet uit het oog verliezen dat medeverantwoordelijk is voor die massale belangstelling voor Lulu Wang. Ergens teert Het lelietheater op het succes van Jung Changs Wilde zwanen, de bestseller die in zijn eentje wereldwijd campagne voerde voor de Chinese literatuur. Niemand heeft er problemen mee dat Lulu Wang daarvan profiteert, maar net als haar illustere collega vertelt ze over China's recente geschiedenis en daarmee dringt zich toch wel een vergelijking op. De periode die ze beschrijft, van 1971 tot 1974, is weliswaar beperkter, zodat haar boek geen generaties overspant zoals dat van Jung Chang, maar de stijl, de omvang, tot en met het dankwoordje toe, alles in Het lelietheater ademt dezelfde sfeer en traditie als Wilde zwanen.
Ik geef toe dat het muggenziften is: wellicht houdt Lulu Wang zich gewoon heel strikt aan een aantal Chinese literaire codes en vindt de promotiemachine het raadzaam om daar niets aan te veranderen. Lulu Wang blijft er trouwens heel rustig onder, dat ze in de strijd om erkenning onherroepelijk tweede ligt. In interviews beklemtoont ze dat ze allang aan Het lelietheater werkte, nog voor Wilde zwanen verscheen, en dat haar versie van de Culturele Revolutie ook veel persoonlijker en minder dogmatisch is dan die van haar landgenote. Het lelietheater formuleert inderdaad behoorlijk wat kritiek op de leer van de Grote Roerganger.
Niet openlijk, maar tussen de regels door, want Lulu Wangs hoofdfiguur, de tiener Lian, is te jong en te naïef om oordelen te vellen. Omdat ze echter zo gretig is en zo halsstarrig in haar keuzes, is ze ook een uiterst dankbaar personage: ze creëert voor Lulu Wang de geschikte autobiografische afstand.
Het lelietheater beschrijft vier cruciale jaren in het leven van Lian, dochter van een cardioloog en een docente aan de universiteit. Omdat intellectuelen en dissidenten tijdens de Culturele Revolutie een stapje achteruit moesten zetten, brengt ze samen met haar moeder een jaar door in een strafkamp, waar iedereen zich dag in dag uit overgeeft aan een collectieve schuldbekentenis. Lulu Wang vindt de perfecte toon om het hallucinante van deze hersenspoeling op te roepen, door Lian de willekeur te laten ondergaan met een voor haar leeftijd, en voor de Chinese mentaliteit in het algemeen, kenmerkend optimisme. Maar omdat het heropvoedingskamp bevolkt is met geleerden en professoren geniet ze als enig kind ook het voorrecht om van de knapste koppen geschiedenisonderwijs te krijgen. In een idyllisch hoekje van het kamp houdt ze voor de kikkers en de krekels spreekbeurten, waarin ze haar persoonlijke visie op de twintigste-eeuwse Chinese geschiedenis kan formuleren.
Dit is duidelijk het meest autobiografische gedeelte van Het lelietheater. Lulu Wang maakt er geen geheim van dat ze ondanks het strakke regime in het kamp op een wonderbaarlijke manier leerde wat persoonlijke vrijheid is. Wanneer Lian terugkomt in Peking, ligt ze dan ook mijlenver voor op de andere kinderen. In de resterende drie delen van het