De taaie hoop van een linkse Vlaming
In nummer 1 van deze jaargang had ik het over de gemiste kans die Het klauwen van de historicus van Eric Defoort was als antwoord op Het klauwen van de leeuw, het geruchtmakende boek van Marc Reynebeau. Het lijkt erop alsof de linkse publicist Ludo Abicht dat (begin van een) antwoord nu wel geschreven heeft.
De auteur heeft het niet begrepen op onze ‘postmoderne conditie’. Alle ‘grote Verhalen’ (ook het nationalistische) worden verworpen, maar er wordt met geen woord gerept over het allergrootste ‘Verhaal’ van onze tijd, dat van het triomferend kapitalisme. Het postmoderne levensgevoel past echter wonderwel in een eengemaakte wereldmarkt die zweert bij deregulering en waar alles te koop is voor een winkelende consument met geld. Maar de mensen worden intussen zonder bescherming overgeleverd aan een economisch-financiële elite, die alleen uit eigenbelang handelt.
Zolang Europa een democratisch en sociaal deficit kent, moeten de democratische en sociale belangen op nationaal niveau worden verdedigd. Voor Abicht is dit niveau het Vlaamse. Hoe recent en kunstmatig de Vlaamse constructie ook is, ze is voor hem de vrucht van een bevrijdingsbeweging. Indien evenwel Vlaanderen dat bevrijdingsethos niet uitdraagt, wordt het niet meer dan een ‘klein België’, en dan is de moeite van honderdvijftig jaar Vlaamse Beweging vergeefs geweest.
Abicht ziet de Vlaamse niet afgegrendelde politieke ruimte als een uitgangspunt. Het blijft de voorwaarde om te ‘onderhandelen’ met andere culturen binnen en buiten de grenzen. Abicht is niet tegen oppositie - het is de graadmeter van een gezonde democratie - maar hij krijgt wel de indruk dat sommigen de Vlaamse politieke ruimte zelf ter discussie stellen. Abicht heeft het over de abdicatie van in-