Ons Erfdeel. Jaargang 40
(1997)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermdJan Kassies tussen politiek en cultuurIn het leven van vrijwel ieder van zijn tijdgenoten is een breuklijn getrokken door de Tweede Wereldoorlog, maar weinigen veranderden zo totaal van richting als Jan Kassies (1920-1995). Eerst de gereformeerde jongeman uit een Gelders dorpje, die in Amsterdam assistent-accountant was geworden. Dan de verzetsstrijder in de oorlog, nauw betrokken bij het ondergrondse blad Vrij Nederland -in oorsprong protestant-christelijk-, gevangen genomen en naar Duitsland overgebracht als tuchthuisboef met dwangarbeid. Tenslotte na 1945 de afstand van het gereformeerde geloof, ultra links en uitgegroeid tot een der belangrijke cultuurfilosofen (met praktische zin) van de laatste halve eeuw.Ga naar eindnoot(1) In het boek Jan Kassies, tussen politiek en cultuur opent dr. Fenna van den Burg een serie essays met een schets van Kassies' activiteiten. Mevrouw Van den Burg, die met de jongere Hans van Dulken de bundel redigeerde, is leeftijdgenote van de hoofdpersoon en hun wegen hebben elkaar de jaren door gekruist. Zij typeert Kassies' ommekeer in enkele kernachtige zinnen: ‘Zijn verblijf in Duitsland moet voor hem een wel zeer drastische ondermijning van zekerheden hebben betekend. Op persoonlijk vlak zullen oorlogservaringen hem stellig de nodige beschadigingen hebben toegebracht. Het zou echter evenmin verbazen als zij ook de basis hebben gelegd voor de hem zo kenmerkende relativerende inslag, die hem er overigens niet van weerhield er een vaste overtuiging op na te houden.’ Toch, juist wanneer die oorlog zo ingrijpend is geweest in het leven van deze boeiende Nederlander, is het vreemd dat die beslissende vijf jaren in het boek zo kort worden afgehandeld. Die informatie moet dus elders worden gezocht, bijvoorbeeld in de monografie van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie De ondergrondse pers uit 1954 of in de meer recente studie van Van den Heuvel en Mulder Het Vrije Woord.Ga naar eindnoot(2) Jan Kassies blijkt een mens van het eerste uur te zijn geweest, die al enkele maanden na de Duitse inval een Oranjegezind blaadje verspreidde als een vorm van tegenwicht tegen de stroom nationaal-socialistische geschriften die opeens over bezet Nederland werd uitgestort. Hij kwam in contact met Hofker, de oprichter van Vrij Nederland en stelde zich beschikbaar als rondbrenger van de kopij naar verschillende stencilposten. Maar in maart 1941 en volgende maanden werd de illegale organisatie goeddeels opge- | ||
[pagina 461]
| ||
rold. Kassies en tientallen anderen werden gevangen genomen en in een schijnproces berecht. Hij ontsprong de doodstraf, maar ging met drie anderen naar het Duitse strafkamp, dat hij als enige overleefde. Geen wonder dat Fenna van den Burg schrijft over de nodige beschadigingen. Dat het bevrijde Nederland in 1945 echter zo'n totaal ander mens terugzag moet zijn ouders en al zijn bekenden een schok hebben gegeven. De cijferaar met strenge religieuze opvattingen stond er in geen geval meer. Wat zich wel aandiende was een mens die door de rauwheid heen verfijning toonde, een geëngageerde jongere -Kassies was op dat moment pas 25 jaar oud- die de wereld wilde hervormen. Het middel daartoe zocht hij in de cultuur. Zonder zelf een beeldhouwer, musicus, toneelspeler of schrijver van formaat te zijn geweest, is de betekenis van Jan Kassies vrijwel geheel daarheen terug te voeren. Op allerlei terreinen was hij na 1945 de cultuur dienstbaar, zoals zijn levensloop in een notendop aangeeft. Al snel zette Jan Kassies zich in voor wat genoemd kan worden de integratie van de kunst in het maatschappelijk bestel. Het krachtigst is dit tot uiting gekomen in zijn directeurschap van de Federatie van Kunstenaarsverenigingen (1945-1958), die mede dank zij hem tot stand kwam, zijn scharnierend werk als secretaris van de Raad voor de Kunst (1958-1966), zijn functioneren als directeur van de Toneelschool in Amsterdam (1966-1978). In die laatste periode was Kassies oprichter van het Instituut voor Theateronder-zoek. Van 1978 tot 1980 is hij ook nog twee jaar voorzitter geweest van de Omroepvereniging VPRO. Tenslotte, al met pensioen, liet hij zich in 1987 overhalen senator te worden voor de Partij van de Arbeid. Hij overleed op 31 oktober 1995 in Amstelveen. Een werkzaam leven dus, dat een biografie meer dan verdient. Toch is in het geval van Jan Kassies 1920-1995, tussen politiek en cultuur geen sprake van een traditionele levensbeschrijving, die begint in het ouderlijk huis en eindigt met een sterfbed. De vooroorlogse jaren worden nauwelijks genoemd en dan nog badinerend, de harde tijd 1941-1945 zoals gezegd in niet meer dan enkele passages. In werkelijkheid gaat het in dit boek om een deskundig zicht op zaken waarmee Jan Kassies na de bevrijding van het land bezig is geweest, ja waarvoor zijn optreden dikwijls zelfs koersbepalend is geweest, zoals het theateronderwijs, kunstzinnige educatie, het Bedrijfsfonds voor de Pers (Kassies was 16 jaar bestuurslid), het functioneren van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Zonder uitzondering is elk van deze beschouwingen de moeite van het kennis nemen waard en als zodanig moet dit boek worden gekenmerkt als een waardevolle uitgave. Maar de titel had moeten zijn omgegooid: eerst Tussen politiek en cultuur (beter nog: tussen cultuur en politiek) en in de ondertitel pas de vermelding dat het een eerbetoon betreft aan de belangrijke figuur Jan Kassies. Het wachten is dus op een echte biografie van deze voorname mens, geplaatst in de tijd waarin hij stond. De grondstof is er, zoals Kassies' bundel met opstellen onder de titel Op zoek naar Cultuur uit 1980, die hij betitelde als een autobiografie, zonder dat ook hier sprake was van een chronologische terugblik. Dat boek begint met een inleidend essay door wijlen Jan Rogier, die de vraag stelt - nogal cynisch, zoals hij zelf toegeeft - of Jan Kassies slachtoffer is te noemen van de nazi's of dat hij integendeel zijn leven dankt aan wat met hem in de Tweede Wereldoorlog gebeurde? Zo kunnen nog heel wat beschouwingen worden gewijd aan een belangrijk leven, dat rechtlijnig leek te beginnen en zo heel anders werd voortgezet. Wel staat een ding vast: Jan Kassies is altijd trouw gebleven aan zijn idealen.
Frans Oudejans
|
|