Denis Henriquez (º1945) Foto Chris van Houts
al spoedig compleet ingekapseld in een streven naar geld en macht. Weg ideologie! Een andere vriend, de op Curaçao geboren Rakish Assang, zoon van een rijke handelaar, die zich meer voor zijn studie wiskunde dan voor politiek interesseert, wordt met heel wat meer sympathie beschreven: ‘Ik ben op Curaçao geboren en opgegroeid, maar daar vinden ze me een vreemdeling; in Nederland hoor ik ook niet thuis. Ik hoor nergens bij, lullig, ik kan me daar niet druk om maken. Je hechten aan een stukje grond vind ik banaal, beter gezegd: ik kan het niet. Mensen als ik zullen hun gezicht zelf moeten bepalen.’ Denis Henriquez verzet zich in
Delft blues steeds weer tegen alle eenzijdig gedweep zonder nuchter verstand. De Nederlandse onderwijzeres Janine wordt verliefd op een Ecuadoriaan, raakt zwanger, maar heeft geen schijn van kans op een huwelijk. Vanuit die persoonlijke ervaring slaat ze van bewondering voor alles wat des Derde Werelds is, helemaal door naar een even eenzijdige anti-buitenlanderhouding: ‘Ik wil niks meer met buitenlanders te maken hebben! Jullie buitenlanders zijn geil. Jullie zijn allemaal hetzelfde.’
Tussen de personages die zich op een of andere wijze ideologisch vastzetten, beweegt Bernardo Rincones zich als een individu dat vooral ook graag individu wil blijven: ‘Hij was te veel een eenling om idolen te aanbidden, om bedwelmd te raken door het gregoriaans van welk geloof dan ook.’ Hij gelooft niet in De Mens maar wel in mensen met al hun goede en slechte eigenschappen: ‘Ik heb schijt aan het volk, ik heb schijt aan de massa; de mens is een individu of hij is niks!’ In een discussie zegt vriendin Janine: ‘Je bent gewoon een ongelovige Thomas, dat is alles. Weet je wat er aan jou schort? Je bent van nature een pessimist, je vertrouwt de mensen niet.’ Bernardo antwoordt op die aantijging: ‘Iemand zei eens tegen me: ik ben geen pessimist, ook geen optimist, want beide hebben “mist” gemeen en in een mist kan je de werkelijkheid niet onderscheiden.’
Terwijl Denis Henriquez' Nederlandstalige debuut Zuidstraat (1992) vol was van melancholieke herinnering aan een voorbije jeugd, is de tweede roman Delft blues een veel harder en kritischer verhaal dat afrekent met de geest van verzet van de jaren zestig in Nederland en met ideologisch gedweep over ‘roots’, verleden en uitbuiting zoals dat in veel Caraïbische literatuur nog steeds in zwang is. Denis Henriquez zweert de ‘held’ - of die nu negatief is of positief - compleet af en stelt daar een nuchter individu tegenover.
Delft blues bevat veel aspecten die in het verhaal uitwaaieren en mooie fragmenten opleveren. Terwijl Zuidstraat nog sterk de kenmerken van een aantal aan elkaar geplakte verhalen vertoonde, toont de auteur zich in zijn tweede boek een echte romancier, die niet alleen de personages goed in de hand heeft, maar ook een uitgebalanceerde compositie weet te construeren. Het verhaal leest bovendien heel plezierig wegens een ongewoon beeldgebruik.
Wim Rutgers
denis henriquez: Delft blues, De Bezige Bij, Amsterdam, 213 p. |