Bert Haanstra (º1916).
het Vlaamse filmfonds. De uitgave,
Teder testament, de films van Bert Haanstra. Een biografie kwam tot stand dankzij subsidie van de Vlaamse Gemeenschap en het Nederlandse Fonds voor de Film.
Daems' lijvige werk is in de eerste plaats een hommage aan zijn vriend Bert Haanstra, rond wie het inmiddels wel heel stil is geworden. Wel werd door het Nederlands Fonds van de Film n.a.v. Haanstra's verjaardag een nieuwe prijs in het leven geroepen, die voortaan om de twee jaar zal worden uitgereikt. Haanstra mocht als eerste de honderdduizend gulden (± 1.800.000 BEF) in ontvangst nemen die bij deze oeuvre-prijs hoort. De teruggelopen belangstelling voor deze filmmaker heeft veel te maken met het tijdgebonden karakter van zijn werk. Immers, terwijl Joris Ivens (1898-1989) om ideologische redenen, met name vanwege zijn marxistische ideologie veel meer internationaal was gericht, ontwikkelde Bert Haanstra (Hengelo, 1916) zich in de eerste plaats als de seismograaf van de Nederlandse samenleving van zijn tijd. Als selfmade cineast debuteerde hij met de kunstfilm De Muiderkring herleeft (1950). Voor zijn tweede film, Spiegel van Holland (1950) behaalde Haanstra al een Gouden Palm op het prestigieuze Festival van Cannes. De originele, gedurfde fotografie en vooral de verrassende, vaak ludieke montage vormden de basis waarop de cineast een succesrijke carrière zou opbouwen. Haanstra, die aanvankelijk uitsluitend in de artistieke korte film (het filmgedicht Panta Rhei van 1951) geïnteresseerd leek te zijn, kreeg in 1952 van de Koninklijke Shell-groep de opdracht om een aantal industriefilms te realiseren: The changing Earth, Search for Oil, The Oilfield en The Rival World. Meteen was hij van alle financiële problemen, die nu eenmaal de kopzorgen uitmaken van al wie met het filmmedium omgaat, verlost. Hij realiseerde voor Shell industriefilms van een bijzonder artistiek niveau en de multinational verspreidde ze in talloze kopieën over de hele wereld. Helemaal rimpelloos zou die samenwerking echter niet blijven. Toen Shell The Rival World (1955), een film over insecten bestrijding, in 1974 wilde actualiseren en hermonteren, weigerde Haanstra om ecologische redenen elke medewerking.
Hoe dan ook, in dienst van Shell had Haanstra inmiddels heel wat ervaring opgedaan en zich verder als cineast ontwikkeld. De absolute erkenning volgde in 1959, toen hij voor Glas te Los Angeles een Academy Award - de zo fel begeerde Oscar -, in ontvangst mocht nemen. Ondertussen koesterde de Nederlandse cineast ook ambities op het gebied van de lange documentaire. Met Alleman (1963) en Bij de beesten af (1972) ontving hij niet alleen talrijke internationale onderscheidingen - waaronder voor
Bert Haanstra, ‘Bij de beesten af’ (1972).