Geen gezever!
Ondanks de schijn van het tegendeel en de hausse van vrouwenboeken die de laatste jaren de Nederlandstalige boekenmarkt overspoelt, heeft Vlaanderen weinig schrijfsters. Met de eis van de vrouwenbeweging dat het bekronen van literaire werken niet meer louter een mannenzaak mag zijn, is het vrij logisch dat steeds dezelfde schrijfsters in de prijzen vallen. Wat romans betreft hebben we het met Monika van Paemel en Kristien Hemmerechts wel ongeveer gehad. Of die schrijfsters ook al hun prijzen waard zijn, wordt soms betwijfeld, de hele vrouwenbeweging ten spijt.
Kristien Hemmerechts is een verdienstelijk auteur, al leggen niet al haar romans of verhalenbundels evenveel gewicht in de schaal. Haar werk volg ik al lang niet meer van nabij. De titel van haar essaybundel intrigeerde me echter dusdanig dat ik er toch wat tijd voor uittrok. Terecht zo bleek, want in Altijd met uw gezever, gij geeft Hemmerechts zelf nog eens haar mening over de hele kwestie rondom vrouw en literatuur.
Schrijven als een vrouw of als vrouw een schrijver zijn, het heeft Hemmerechts altijd al geïnteresseerd. Geen interview gaat voorbij zonder de onontkoombare vraag of haar vrouw-zijn haar schrijven bepaald heeft. Reden genoeg om er een essay aan te wijden. Ook de drie andere opgenomen essays zijn een geslaagde poging een antwoord te geven op veelgestelde vragen: of haar werk autobiografisch is; waar ze haar inspiratie vandaan haalt en of ze nu in het Nederlands of in het Vlaams schrijft? ‘Ooit ben ik begonnen met schrijven zonder me af te vragen waarom. Ik had van mijn vader een mooie agenda gekregen en om een reden die me volstrekt onduidelijk is, begon ik daarin te schrijven. Ik schreef een datum boven de eerste notitie, maar het was geen dagboek. Het was een verhaal’. Met deze woorden begint Kristien Hemmerechts haar uiteenzetting die, zo verantwoordt ze zichzelf, meer ruimte voor nuancering biedt dan het doorsnee-interview. En gelijk heeft ze. Het resultaat zijn vier, vlot lezende stukjes die elke liefhebber van literatuur wel zullen boeien.
In ‘Een barse gezel’ neemt Hemmerechts het taboe in de Nederlandse literatuur op de korrel. Doorbreekt schrijven over seks in al haar aspecten een taboe? ‘Clitoris, penetratie, penis, masturbatie’, lelijke woorden, vindt Hemmerechts. Met die menig staat ze niet alleen. Benoîte Groult schreef in het voorwoord van Zout op mijn huid al dat de meeste seksueel geladen woorden niet geschikt zijn om er literatuur van te maken. Is schrijven over seks daarom een taboe? Gebruiken schrijvers - onder wie Kristien Hemmerechts die graag op een onderkoelde maar open manier over seks schrijft - die woorden dan in de eerste plaats om te choqueren? Hemmerechts' antwoord luidt: ‘Nee, ik ben er niet op uit te choqueren. Ik wil gewoon een aantal woorden aan de taal teruggeven, en nog meer wil ik een aantal ervaringen aan de literatuur geven.’ Het taboe ligt dus niet zozeer in de woorden zelf, maar voor-