Culturele kroniek
Literatuur
Ruimte maken
Voor Elma van Haren betekent poëzie ruimte maken. Ruimte als reserve, als vrijplaats net naast de werkelijkheid, waar de dichteres zich oefent ‘in geduld met het donker’ dat wil zeggen: in geduld met dingen waar zij minder vrolijk van wordt; ‘alle oorlogen beginnen 's nachts’ voegt zij er nog aan toe. Die ruimte is de poëzie zelf. De poëzie noemt zij in haar nieuwe bundel Grondstewardess dan ook een geduldspel:
Ik vul de dag met mijn geduldspel.
De waaier in mijn handen een baaierd van
In mijn palmen de fluwelen modellering van wat
mij wordt aangeboden in zijn eigen
voorlopig handzaam gevang:
een pak melk, een streng wol, een pasgeboren kind.
Deze strofe tekent de poëzie van Van Haren. Zij ontvlucht de alledaagse werkelijkheid niet, maar probeert deze aanschouwelijk te maken in een fluwelen modellering. Dat resulteert in een bijna onbevangen, verwonderde blik op de dingen. Het fluweel van de modellering schuilt echter in een zeer geraffineerde vorm. Een zin als ‘De waaier in mijn handen een baaierd van violette elektriciteit’ zit boordevol assonanties en alliteraties die worden ondersteund door een weldadig, licht ritme.
Het quasi-onbekommerde in het werk van Van Haren duidt op verwantschap met de poëzie van K. Michel, Arjen Duinker en Tonnus Oosterhoff. Het is poëzie die zich niet richt op persoonlijke, lyrische ontboezeming. De signatuur is die van verwondering, een open vorm en taal die zich nooit ver van de spreektaal verwijdert. Maar zonder twijfel is Van Haren de meest ‘muzikale’ van de genoemde dichters, ‘omdat ik eerder spreekbeeld dan aan beeldspraak doe’ schrijft zij ergens. De fraaie beelden die Van Haren oproept, worden bezield door de klank; de spreektaal verkrijgt voortdurend een subtiele meerwaarde. Die meerwaarde creëert de grootste ruimte voor verwondering rondom de werkelijkheid.
Niet zelden is die werkelijkheid in Grondstewardess de liefde. Ook de liefde voorziet de dichteres blijkbaar graag van een fluwelen modellering: ‘Ik ben niet gewend een lichaam in mijn greep te houden / met een mond zonder de zuigzoen van woorden, / zonder de zin van “bemin”.’ Concentratie en intuïtie blijken ook in de liefde onmisbaar. In het gedicht ‘Overgave’ brengt Van Haren het nogmaals onder woorden:
Het vraagt om een eeuwige intuïtie, die
als een spoor van paardebloemenzaad
naast de witte wervelkolom loopt,
Grondstewardess besluit met een lange cy-
Elma van Haren (º1954) - Foto H. van den Boom.