een verhaallijn aanwezig is in Kopnaad, dan wordt deze verteld - in de voorstelling zelf is zo'n lijn niet aanwezig. Opnieuw zijn de acteurs op zoek naar hun tekst en hun wezen, en hier worden ze bewust niet tot leven gebracht.
Twee mannelijke personages zitten voor op het toneel. Zij houden voornamelijk een monoloog, waarbij het eerste personage vooral inleider is, iemand die de ander van commentaar voorziet bij zijn zoektocht naar een tekst, een karakter, een verhaal of een doel. De ander probeert gedurende een uur tekst, karakter, verhaal of doel te vinden. Hij gebruikt daarbij woorden van zichzelf of van de andere personages op het toneel, delft in zijn eigen herinneringen of scharrelt rond in de culturele geschiedenis van het West-Europa van de afgelopen twee eeuwen. Op die zoektocht passeren grootheden als Goethe, Hölderlin en vele anderen de revue.
Twee vrouwelijke personages begeleiden Kopnaad met stemmen en gezang, en met soms korte, heftige acties. Zij suggereren de handelingen waar de mannelijke personages maar niet op kunnen komen. Hun tekstzegging is gemechaniseerd en onnatuurlijk, omdat zij geen van beiden moedertaalsprekers zijn. De tekst weet bijwijlen wel degelijk te boeien, met name als die verwijst naar het cultureel-historische verleden. Als analyse van het mechaniek van het theater stelt Kopnaad echter teleur. Er worden geen nieuwe visies geopenbaard en er wordt geen bloedstollende sectie verricht.
Goldberg Variaties, een recent stuk van de Duitstalige Joodse toneelmaker George Tabori, begint met een leeg toneel, en dus ligt opnieuw de wereld open voor drama. Het verschil met de andere voorstellingen is, dat hier de tekst de toon aangeeft, en dat, conform de tekst, de acteurs in de huid van hun personage als bijvoorbeeld regisseur, acteur en toneelknecht kruipen. Frans Strijards regisseerde het stuk bij zijn eigen gezelschap Art & Pro.
‘Goldberg Variaties’ door Art & Pro, in een regie van Frans Strijards. V.l.n.r. Marieke vanvan Leeuwen en Han Kerckhoffs - Foto Reyn van Koolwijk.
Mr. Jay, regisseur met grote ambities, wil in zeven dagen een voorstelling maken over de bijbel. Assistent Goldberg kan het tempo van zijn meester ternauwernood volgen, raakt even vaak geïrriteerd als gefascineerd door de megalomane ideeën van Mr. Jay, maar worstelt vooral met de herinnering aan zijn kampverleden dat door deze nieuwe lijdensweg wordt opgeroepen. De relatie Jay-Goldberg is de as waar de voorstelling om draait, maar het knappe van de tekst en van deze regie is, dat alle overige personages volledig participeren in de totstandkoming van zowel die ene voorstelling, die van het Bijbelse avonturenpark, als van die andere, die in het Amsterdamse Rozentheater.
Uiteindelijk is Goldberg Variaties niet slechts een back-stagecomedy, maar bovenal een verontrustende metafoor van de chaos die leven heet. Anders dan de vorige stukken zaait het stuk echter geen verwarring, maar het stileert de chaos tot een schitterend monument van taal en handeling. Dat Goldberg na zijn abusievelijke kruisdood toch weer opstaat - net als Christus zelf - verwarmt het hart en biedt de toeschouwer precies die troost