Louis Paul Boon (1912-1979).
totaliteit weergeven, impliceert dat de kunstenaar, waaruit zijn innerlijke waarachtigheid en zijn zeer persoonlijke ervaring, de chaotische veelheid van het dagelijkse leven probeert te registreren. Als een seismograaf, is het beeld dat Boon hier zelf voor bedacht.
De nadruk op het sociale in de kunst en op de bemiddelende functie van de criticus, die de kunst tot de massa (de arbeider) moet brengen (dat laatste alleen in de vroegste, zich in het communisme inschrijvende stukken), levert in literair opzicht scherpe accenten en oordelen op. Zo een herhaald pleidooi voor Zetternam en een kritische stellingname tegen Conscience, die zijn volk misschien wel leerde lezen, maar het in feite dom hield en op een dwaalspoor bracht. Zo ook waardering voor Johan Daisne maar met de opmerking dat onze schrijvers in ‘een te engen kring leven’.
De revelatie van de allervroegste kritische stukken in De Roode Vaan is misschien wel dat Boon heel vroeg al (december 1945!) een aantal figuren rondom zich groepeert, zoals Jeroem Dhonderkop, Carlos Wijnigteit en het fabrieksmeisje Treezeken Peerlamoer, medereizigers in de trein naar Brussel, met wie hij van gedachten wisselt. Zij vormen evenzovele tegenstemmen of afsplitsingen van Boon zelf, wat betekent dat de werkwijze die ten grondslag ligt aan het rijke dialogische of polyfone stramien van De Kapellekensbaan hier al in deze ‘babbelhoekjes’ werd uitgeprobeerd. Dergelijke stukken werden ook in Front gepubliceerd maar werden hier niet geselecteerd: ze vormden het materiaal voor het grote romantweeluik, waarvan de lezer hier het groeiproces dus als het ware mee kan maken.
Tegelijk met de eerste twee delen kritisch werk hebben de editeurs overigens een nieuwe editie van De Kapellekensbaan bezorgd, een ‘definitieve versie’ die geheel overeenstemt met de eerste druk van 1953 en waarbij de verspreide voorpublikaties en de nog beschikbare manuscripten werden geconsulteerd om editietechnische problemen op te lossen.
Anne Marie Musschoot
louis paul boon, Het literatuur- en kunstkritische werk. I. De Roode Vaan bezorgd door D. de Geest, E. Bruinsma, K. Humbeeck en L. Missinne m.m.v. K. Geldof, O. de Graef, J. van Hooreweder; II. Front bezorgd door E. Bruinsma en K. Humbeeck m.m.v. D. de Geest en P. de Wispelaere, L.P. Boon-Documentatiecentrum, UIA, Antwerpen, 1994; 486 en 505 blz.
p. de wispelaere, De kunstopvattingen en de literair-kritische praktijk van Louis Paul Boon in de bladen, De Roode Vaan en Front (1945-1950), Tilburg University Press, 1994 (L.P. Boon-Lezing, Tilburg, 7 oktober 1994).