uit de internationale historiografie zorgde voor een aanmerkelijke verdieping van het inzicht. Dit alles maakte het mogelijk om een eind te maken aan een hele reeks foute of verdoezelende voorstellingen die gemeengoed waren in Vlaanderen. Zo legt De Wever de nadruk op het sterk anti-Belgische karakter van het V.N.V., dat niet alleen of niet zozeer vanwege taalredenen ontstond, maar gebaseerd was op het feit dat België een verdraagzame en pluralistische parlementaire democratie was. Dat allesoverheersende kenmerk had ernstige gevolgen, waarbij partijleider Staf de Clercq een belangrijke rol speelde. Zo dreef hij zijn partij doelbewust in het politieke isolement omdat alleen de absolute macht in zijn ogen voldoende was. Samenwerken met andere partijen kon niet want hun levensrecht werd botweg ontkend. De Clercq - en vele V.N.V.-ers met hem - wilde geen pluralistisch Vlaanderen. Enkel een ideologische monoliet met absolute V.N.V.-dominantie was voor hen aanvaardbaar.
Het is de ironie van de geschiedenis dat een partij die elke samenwerking met andere politieke formaties afwees omdat ze de absolute macht wilde, bereid was om onvoorwaardelijk samen te werken met een bezetter. Bovendien komt in oorlogstijd de macht uit de loop van een geweer en deze wapens waren alle in handen van de bezetter. Die was bereid ze te gebruiken, niet gehinderd door de scrupules en de ingebouwde barrières van de democratische rechtsstaat zoals België die was vóór mei 1940. Het V.N.V. was volledig onderworpen aan de bezetter en diende de doeleinden van de Duitse legerleiding. Terwijl de nog meer nationaalsocialistisch gezinde concurrenten rond Herman van Puymbroeck, Ward Hermans, René Lagrou... - allen figuren die lange tijdvoorvechters waren van het Vlaams-nationalisme - zich ten dienste stelden van de openlijk annexionistische Duitsers rond de SS van Heinrich Himmler.
Deze collaboratie was geen keuze van na mei 1940! Al vóór de oorlog was de V.N.V.-leider niet alleen een objectief bondgenoot van de Duitse militarie inlichtingendienst, maar in de letterlijke zin van het woord een ‘Vertrauensmann’. De collaboratie viel dus niet uit de lucht, maar was een politiek van de Leider die hij al lang voor de oorlog had opgestart en die op zijn beurt een voortzetting was van het activisme. Deze ideologische en politieke optie was trouwens de overheersende teneur in al de publikaties die zich aan de kant schaarden van de navolgers van het activisme.
Wat voor mensen waren deze V.N.V.-ers? Waarom kozen zij voor een totalitaire politieke partij? Daar is nog verder onderzoek voor nodig, maar nu al is duidelijk dat zij vrijwel allen van katholieke huize waren. Zij woonden in meerderheid op het platteland, niet zozeer in de dorpen met overwegend een landbouwersbevolking maar wel in de kleinere steden en de regionale centra met een kernfunctie tegenover de omliggende dorpen en gehuchten. Zij behoorden niet tot de top van de samenleving maar veeleer tot een ruim bemeten ‘middenklasse’ van ‘betere’ arbeiders, leerkrachten, ambtenaars en kleine middenstanders - mensen die zich bedreigd voelden door francofone bazen in Brussel, door de directie van de grootindustrie en door de warenhuizen, maar ook door joden, Walen, migranten, vakbonden en vrijzinnigen. Deze groepen bedreigden immers hun wereldbeeld en de sociale stratigrafie.
Blijft nog de vraag naar het functioneren van deze nieuwe en vernieuwende inzichten zoals De Wever en vele van zijn collega's die publiceren. Tientallen jaren lang heeft de Vlaamse Beweging zichzelf voortgestuwd door onder meer het verleden van de Vlaamsnationalistische vleugel systematisch voor te stellen als een integraal en emancipatorisch onderdeel van de ontwikkelingsgang, de ‘ontvoogding’ van Vlaanderen als entiteit, als volksgemeenschap. Het onderzoek van De Wever zorgt ervoor dat de nekslag wordt toegediend aan die historische mythe. Het Vlaams-nationalisme in zijn V.N.V.-gedaante was het instrument dat de machtsgreep van een relatief kleine en sociaal erg beperkte elite mogelijk moest maken. Zij dacht haar totalitaire aanspraken slechts te kunnen realiseren door van Vlaanderen een politiestaat te maken onder de hoede van de Duitse bezetter.
Dr. Luc Vandeweyer
bruno de wever, Greep naar de macht, Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het V.N.V. 1933-1945, Lannoo/Tielt, Perspectief Uitgaven/Gent, 1994, 701 p.