Judith Gera (o1954).
kwam Jan Wolkers'
Terug naar Oegstgeest. Judit Gera heeft dit werk gekozen omdat het over rebellie ging, maar dan vanuit een heel ander perspectief en een andere achtergrond dan rebellie zoals wij die kenden in Hongarije. Bovendien vond ze de manier waarop Wolkers proza en obscene lyriek combineerde heel spannend. Een andere keuze was die van
Oeroeg van H. Haasse. Over het koloniale verleden van Nederland weet men in Hongarije bijzonder weinig. Judit Gera vond het echter wel belangrijk om de Hongaarse lezer op de hoogte te stellen van het feit dat juist dit verleden in Nederland nog steeds niet verwerkt is.
Ze is ervan overtuigd dat de Hongaarse lezers zich aan de hand van de bovengenoemde vertalingen alvast een eerste beeld kunnen vormen van de Nederlandse werkelijkheid. In alle drie de werken gaat het over het lot van kinderen met zeer uiteenlopende achtergronden. Het is geen bewuste keuze van haar geweest om zo'n lijn te volgen. Ze heeft pas achteraf kunnen vaststellen dat dit eigenlijk de rode draad tussen deze drie vertalingen is geworden.
In 1994 verschenen er twee vertalingen van haar hand: Het verstoorde leven van Etty Hillesum en Het Belgisch labyrint van Geert van Istendael. Op de vertaling van Hillesum is in een Hongaars literair tijdschrift kritiek verschenen van een collega; Judit Gera zelf schreef daar een repliek op. Bij mijn weten is het de eerste keer dat er in Hongarije een inhoudelijke polemiek is ontstaan over een Nederlandse vertaling. Meestal verschijnt er weinig kritiek op vertalingen uit kleine talen en het is over het algemeen ook geen diepgaande kritiek. Deze keer lag het anders: het is een goede discussie geworden, wat bovendien bewijst dat ook het publiek geïnteresseerd is in de Nederlandse literatuur.
Judit Gera heeft Het Belgisch labyrint vertaald toen ze een jaar in België zat met een TEMPUS-beurs. Ze is van mening dat we in Hongarije over schandalig weinig informatie met betrekking tot België beschikken, terwijl het feit dat in België verschillende taalgemeenschappen genoodzaakt zijn om in één staat te leven, in Europa geen uitzondering is. Ze vindt dat we heel veel kunnen leren van de kritische liefde waarmee Van Istendael België bekijkt. In Hongarije zullen we ook toleranter moeten worden en onze geschiedenis kritischer moeten gaan bestuderen. Dan pas zal het verleden geen hinderpaal meer zijn, maar juist een stimulans vormen voor verdere ontwikkeling. Ze denkt dat het bijzondere van dit boek juist de combinatie van kritiek en liefde is. Ze is er zich ook goed van bewust dat de mening die Van Istendael in het boek verkondigt, de manier waarop hij tegenover België staat, geen algemeen aanvaarde attitude is. Voor de Hongaarse lezer is het een unieke mogelijkheid om geconfronteerd te worden met de Belgische werkelijkheid en om over de eigen geschiedenis en de liefde voor het eigen land na te denken.
Eszter Zelenka, Boedapest