Rijk de Gooijer in de rol van Willem Bouwmeester in de film ‘Hoogste Tijd’ van Frans Weisz - Foto P. Weijman.
troupe in
Leedvermaak, het zijn tableaux vivants gelijk aan die van Mulisch in
Hoogste Tijd.
Met de verfilming van Mulisch' gecompliceerde roman haalde Weisz zich een nieuwe ‘kruisweg’ op de hals, zoals hij beducht in zijn dagboek noteerde. Pas na vijf scenarioversies van Jan Blokker durfde hij het waagstuk aan, na het gewoontegetrouw decouperen van de film in een zorgvuldig uitgewerkt storyboard en een lastige casting die hem na veel vijven en zessen Rijk de Gooijer opleverde voor de hoofdrol.
De twee hadden eerder succesvol samengewerkt in Weisz' commerciële uitstapjes De Inbreker (uit 1972) en Naakt over de Schutting (1973) alsmede in Leedvermaak (1989), de verfilming van Judith Herzbergs schrijnende toneelstuk over een door de holocaust overschaduwde joodse bruiloft.
In zekere zin vertelt Hoogste Tijd voor een deel het verhaal van Rijk de Gooijer zelf: de man die jarenlang vooral bekend was als helft van een komisch duo (met Johnny Kraaykamp) en die na zijn opleiding tot serieus filmacteur aan de Duitse UFA pas jaren later als zodanig werd erkend na zijn doorbraak in Weisz' De Inbreker. Verder gaat elke vergelijking mank, maar misschien was deze aanzet al voldoende om Rijk de Gooijer de rol van zijn leven te laten spelen die, terecht, op de première werd beloond met een staande ovatie.
Mulisch' roman en Weisz' film handelen rond de oude revue-artiest Willem Bouwmeester, voor vrienden Uli, een telg uit het grote acteursgeslacht van de Bouwmeesters. Een zwart schaap, die nimmer aan de verwachtingen kon voldoen, consequent de verkeerde keuzes maakte en zijn kansen verspeelde. Hij bleef hangen in het variété-werk, speelde in de oorlog als lid van de Kultuurkamer enkele grotere rollen in operettes waarvoor hij later opgepakt werd, en zag zijn bezigheden na de oorlog gereduceerd tot wat onbeduidende bijrolletjes, hoorspelen en figuratie. Met zijn zuster Berta (een sterke Kitty Courbois) slijt hij zijn oude dag in een slaapstad tot op een dag de regisseur (Josse de Pauw) en zakelijk leider (Mark Rietman) van het toneelgezelschap Het Auteurstheater zich melden. Bouwmeester krijgt de hoofdrol aangeboden in het stuk Noodweer, dat gaat over de gevierde acteur Pierre de Vries die zich in 1904 opmaakt voor een laatste optreden in zijn afscheidsvoorstelling De Storm van Shakespeare.
Tijdens de repetities van deze voorstelling worden in Noodweer de ingewikkelde relaties tussen de acteurs ontrafeld. Pierre heeft een homoseksuele verhouding met Etienne maar is verliefd op Max. Deze Max is verloofd met de jonge actrice Stella, op wie Lucas weer verliefd is. Etienne zet op aanraden van Lucas Max aan tot chantage van Pierre de Vries, een complot dat door Stella wordt doorverteld. De Vries wurgt daarop in blinde woede Etienne vlak voor het doek voor De Storm opgaat.
Willem Bouwmeester leeft op tijdens de repetities en ontwikkelt warme gevoelens voor Stella (debutante Camilla Siegertsz), die in De Storm zijn dochter speelt en in wie hij zijn jong overleden moeder terugziet. Tijdens het repeteren komen ongewild flarden herinneringen boven aan een onvolmaakt bestaan vol dieptepunten. Deze afdaling in het verleden brengt een metamorfose in Bouwmeester teweeg. Hij overstijgt zichzelf in zijn spel maar bezwijkt tijdens de generale repetitie van Noodweer en haalt de première niet.
Met hun aanpak van dit ingewikkelde, gelaagde verhaal over een stuk binnen een stuk binnen een stuk klaarden Frans Weisz en zijn medewerkers een klus van formaat. Het eerste compliment moet scenarioschrijver Jan Blokker