wordt binnengeleid. In tegenstelling tot andere overzichtswerken zijn het niet de schilders die onmiddellijk de aandacht vragen, maar wordt allereerst de context belicht waarin hun werk tot stand kwam. De doelstelling van de samenstellers staat treffend verwoord in een citaat van G. Duby dat in het boek wordt aangehaald: ‘De artistieke produktie uit de denkbeeldige sfeer en tegelijk uit de musea halen om ze midden in het leven te plaatsen [...] van de mensen die deze voorwerpen bedachten en ze als eersten bewonderden’.
In overeenstemming met deze gedachte wordt in het eerste deel een historisch beeld geschetst van de Nederlanden ten tijde van de Bourgondische overheersing. Brugge en andere Vlaamse steden ontwikkelden zich tot handelsmetropolen die bankiers en kooplieden uit geheel Europa aantrokken. De toenemende rijkdom en de stijgende vraag naar luxegoederen hadden een gunstige uitwerking op de kunstproduktie.
In het tweede deel van het boek wordt de ambachtelijke kant van het schildersvak onder de loep genomen. De vijftiende-eeuwse ateliers waren goed georganiseerde bedrijven met een strikte taakverdeling. De leiding was in handen van de meester-schilder die nauw samenwerkte met leerlingen en gezellen. Veel schilderijen zijn dan ook het produkt van een collectief. In een uiteenzetting van de materiële totstandkoming van het kunstwerk komt de technische begaafdheid van de schilders naar voren. De verfijning van de olieverftechniek stelde hen in staat om de zichtbare wereld tot in het kleinste detail weer te geven. Tussen plamuurlaag en eindvernis werden talloze verf- en glacislaagjes aangebracht, die zorgden voor een fascinerend spel van kleur en licht.
Een niet te onderschatten rol in het ontstaansproces
Rogier van der Weyden, (detail van) ‘De Kruisafneming’, omstreeks 1435, 200 × 262 cm, Prado, Madrid.
van een schilderij werd gespeeld door de opdrachtgevers. Vanouds waren dit vorsten, geestelijkheid en adel, maar in de vijftiende eeuw werd ook het mecenaat van de gegoede burgerij van groot belang. Vaak hadden bestellingen een persoonlijke achtergrond. Een altaarstuk kon uiting geven aan de vroomheid van een opdrachtgever, maar ook aan diens sociale status. De vooraanstaande hoffunctionaris Pieter Bladelin liet zich bijvoorbeeld door Rogier van der Weyden afbeelden in aanbidding van het Christuskind, met in de achtergrond de stad Middelburg die hij had gesticht.
De sluier van geheimzinnigheid die het werk van de Vlaamse Primitieven op het eerste gezicht omgeeft, wordt in het boek stap voor stap opgelicht. Zo komen achtereenvolgens de betekenis van de uitgebeelde onderwerpen en de belangrijkste stijlkenmerken aan bod. Daarna wordt ingegaan op het werk van de afzonderlijke