Bombardementen
Johnny (officieel: Johan) van Doorn werd op 12 november 1944 geboren in Beekbergen, in het Zonnehuis aan de Dorpsstraat aldaar. Naar dat Veluwse dorp waren zijn ouders, het vierjarige broertje Rob en de grootvader van vaderszijde krap twee maanden daarvoor vertrokken: ze hadden in verband met de Operatie Market Garden, hun woonplaats Arnhem als evacués moeten verlaten. Niet lang na de bevrijding, binnen een jaar na Johnny's geboorte, keerde de familie naar hun huis in de Gelderse hoofdstad terug.
Stonden Van Doorns geboorte en jongste dagen in het teken van ‘prenatale bombardementen, perinatale bekommernissen’ (Simon Vinkenoog), zijn jeugd- en jongelingsjaren werden jaren van ‘verstikkende omgevingen, onberaden vluchten’ (Vinkenoog opnieuw). ‘(-), de oorlog werd nooit beëindigd,’ zo merkten René Gysen en Hans Sleutelaar over deze na-oorlogse periode op in de inleiding van hun in 1960 verschenen bloemlezing Met andere woorden, alsook: ‘Alleen het spektakulaire aspekt van de geschiedenis dook onder.’ Aldus beschouwd, is Johnny van Doorn, geboren in de Hongerwinter van '44, wel degelijk een oorlogskind: hij is erbij, wanneer de Koude Oorlog geleidelijk aan naar zijn hoogtepunt wordt gevoerd en in Nederland, onder het mom van wederopbouw, vooroorlogse gezagsverhoudingen worden hersteld en benepenheid en kleinburgerlijkheid tot norm worden verheven. In 1962, wanneer hij bijna 18 jaar is en aan het eind staat van een mislukte schoolcarrière, is het leven van Johnny van Doorn een zoektocht naar de ware Bevrijding geworden. Hij wil ‘uitbreken’. Daartoe brengt hij de idee van ‘the Selfkicker’ in het spel: hij wordt, in de beste traditie van het Dadaïsme, geluidsdichter, performer. In die hoedanigheid maakt hij furore in Amsterdam, zijn nieuwe woonplaats die, zeker in die tijd, de tegenpool van het kleinsteedse Arnhem was: ‘In de Arnhemse Courant las ik op een gegeven moment een artikel over marihuanarokers in de hoofdstad. Daar stond een foto bij van meisjes met hele grote ogen in een duister keldertje - ‘marihuanahol’, schreef de krant -, en toen wist ik het zeker: ik moest naar Amsterdam, ik moet me doordrenken en bedwelmen met marihuana.’