politieke ontwikkelingen in de jaren dertig komt Pos als intellectueel tot een principiële stellingname ter verdediging van de meer en meer bedreigde geestelijke vrijheid. Met anderen als Ter Braak, Du Perron en Romein speelt hij een leidende rol in het geestelijke verzet tegen het oprukkend kwaad van nationaalsocialisme en fascisme. Pos vervult een aktieve rol als voorzitter van het Comité van Waakzaamheid dat het opkomend fascisme bestrijdt door middel van brochures, congressen, lezingen en publikatie in de progressieve pers. Voor Pos persoonlijk leidt dit tot een radicalisering van zijn denken; hij leest Marx als een radicaal humanist die hem de ogen opent voor de essentiële sociale dimensie, zowel van de samenleving alsook van wetenschapsdenken en - kennen. Met dit portret van Pos als geëngageerd filosoof geeft Derkx een belangrijke aanvulling op het beeld van Pos dat oprijst uit de posthume Keur uit de Verspreide Geschriften (2 dln, 1957-58), waarin Pos' maatschappelijk-politieke geschriften geheel en al ontbreken. Dit is te meer van belang nu wij moeten constateren dat dit aspect van Pos' werk bij de huidige herleving van het fascisme nog niets aan actualiteit heeft verloren.
Tijdens de oorlog verblijft Pos als gijzelaar jarenlang in Buchenwald en St.-Michielsgestel. Na de oorlog is hij aktief betrokken bij de zuivering van zijn universiteit en zijn vakgebied. Hij wordt weer aktief in talrijke functies, verenigingen en conferenties, op het gebied van wijsbegeerte, wetenschap, onderwijs en levensbeschouwing. Hij is lid van het hoofdbestuur van het Humanistisch Verbond, redactievoorzitter van de ENSIE, één van de beste encyclopedieën die er in Nederland zijn geproduceerd, en is in 1948 voorzitter van het eerste na-oorlogse Internationale Filosofen-congres in Amsterdam.
In die na-oorlogse periode signaleert hij als filosoof een crisis in de Europese cultuur, omdat bestaande religies, ideologieën en levensbeschouwingen niet in staat zijn effectief iets te doen aan de zin- en doelloosheid van de internwetenschappelijke vooruitgang die een vrijwel autonoom verschijnsel is geworden. Hiertegenover stelt Pos, dat aan het streven naar ware kennis in de westerse wetenschap en wijsbegeerte echter ook bepaalde zedelijke waarden verbonden zijn. Wie ware kennis zoekt, committeert zich aan waarden als vrijheid, eerlijkheid, moed en kritiek, waarachtigheid, gerechtigheid en belangeloosheid. Komend vanuit de kritisch-Kantiaanse traditie en gelouterd door zijn ervaringen in de jaren dertig en veertig, neemt Pos aldus stelling tegen het oprukkend irrationalisme en vóór de geestelijke vrijheid, die voor hem de essentiële grondslag is in de wijsbegeerte zowel als in de samenleving.
Politiek blijft hij aktief als een kritisch en onafhankelijk intellectueel in de context van de in 1948 begonnen Koude Oorlog. Als maatschappelijk geëngageerd en strijdbaar humanist zet hij zich, in de traditie van Erasmus en Kant, in voor wat Derkx noemt ‘de grote strijd’: vóór de ontplooiingsmogelijkheden van alle mensen en tegen egoïsme, nationalisme, oorlog en kapitalisme, kwalen die de mensheid verdelen.
Een inspirerend denker, die met open ogen, diep doorzicht, kritische zin en betrokkenheid in de wereld stond, en die door de waardevolle studie van Derkx de belangrijke plaats krijgt die hem toekomt naast beter bekende figuren als Ter Braak, Du Perron, Romein en Huizinga. En, zoals Derkx' boek ook volstrekt duidelijk maakt: voor de verdere bestudering van leven en werk van Pos is nu allereerst nodig een verantwoorde uitgave van de geschriften van deze grote Nederlandse filosoof en humanist uit de twintigste eeuw.
Reinier Salverda
peter derkx, H.J. Pos, 1898-1955: Objectief en partijdig. Biografie van een filosoof en humanist, Verloren, Hilversum, 1994, 558 p.