Much Dutch in America
De historische roman laat ons het verleden beleven, niet van buitenaf, zoals de geschiedschrijving met zijn strenge claim van wetenschappelijke verifieerbaarheid, maar van binnenuit, waarbij dan een mengvorm van waarheid en waarschijnlijkheid ontstaat. Voorbeelden hiervan zijn te vinden op elke bladzijde van de in Noord-Amerika gesitueerde historische roman van Dirk Vellenga, Het boek Rinnering. Het historisch moment van de overgang van de in 1625 gestichte Hollandse kolonie Nieuw-Amsterdam in handen van de Engelsen wordt als volgt beschreven: ‘In de vroege ochtend van zaterdag 6 september 1664 ziet dominee Johannes Megapolensis vanuit het ruim van Stuyvesants boerderij Engelse schepen oprukken naar de haven van Nieuw-Amsterdam. Het is al gebeurd. Een verdwaald kanonschot in de grijze lucht, dat was alles. De Engelsen hebben geruisloos de kolonie Nieuw-Nederland in bezit genomen. Op zondagmorgen luiden de klokken van het stadhuis en wordt de overgave voorgelezen. Het is de stomme schuld van de Compagnie, wordt er gemompeld. Niemand grijpt naar de wapens, er worden niet eens vuisten gebald.’
De datum, de namen, de acte van overgave, dat zijn de feiten. Het mompelen en de gebalde vuisten, zo zal het wel geweest zijn. Door mee te kijken met de personages, kan de lezer zich een aanwezige getuige wanen. De geschiedenis wordt hem niet aangereikt als een documentaire, maar als een verhaal, met alle mogelijkheden van identificatie, meekijken en meevoelen. Vellenga maakt van die mogelijkheden rijkelijk gebruik.
Zijn verhaal begint ‘op een kalme junidag in 1642 onder de Schreierstoren in Amsterdam’, wanneer een Friese jongen, Jabik, inscheept naar Rensselaerswijck, een Nederlandse kolonie in Amerika, ‘een brutale Hollandse rechthoek in de eenzaamheid, vijftig kilometer langs de Hudson’. Jabik houdt een dagboek bij, een boek van herinnering, dat meer is dan een dagboek want het bevat passages die, hoewel in de verleden tijd gesteld, een profetisch karakter lijken te hebben; men zou er bijvoorbeeld in kunnen lezen dat de Amerikaanse presidentschappen van twee Roosevelts worden voorspeld. Het kan mogelijk ook de naam verklaren van de familie Rinnering waarvan Jabik de stamvader is. Vellenga heeft dat boek eigenlijk tot hoofdpersoon van zijn boek gemaakt en komt aan het eind zijn eigen verhaal binnen om te vertellen hoe hij zichzelf aanhaakt bij de familie Rinnering en hoe het boek Rinnering in zijn bezit is gekomen.
Dat is één van de rode draden in deze historische roman. Er zijn er meer. In de historische roman beperkt de auteur zich doorgaans tot situering in één enkele historische periode, waarbij één enkele persoon of familie centraal wordt gesteld. Niet aldus Vellenga. Zijn rode draden betreffen drie en een halve eeuw Amerikaanse families van Nederlandse afkomst, de Rinnerings, de Vanderbilts, de Roosevelts, de Fonda's. Die laatste drie families zijn als dynastieën: menig lid ervan heeft een belangrijke rol gespeeld in de Amerikaanse geschiedenis, op het gebied van economie, politiek en entertainment. Door vervlechting van deze rode draden geeft Vellenga samenhang aan zijn boek, terwijl anderzijds daardoor een panoramisch, zij het noodzakelijkerwijs fragmentarisch, beeld van de Amerikaanse geschiedenis ontstaat. Eerst is dat vooral een beeld van onderaf. In de oudste flarden geschiedenis zien we vooral boeren, brouwers, handelslieden, de immigranten van het eerste uur. Vellenga laat goed zien hoezeer de dominees een belangrijke rol speelden, niet alleen voor religie en moraal, maar ook voor de culturele coherentie. Ze blijven preken in het Nederlands. Later zal het Nederlands het moeten afleggen tegen het Engels. Op een bepaald moment moet worden geconstateerd dat ‘de jongeren nauwelijks nog iets begrijpen van Leg Duts. Dominees en schoolmeesters hebben de taak om de Taal te bewaren. Zij spreken niet van Leg Duts, of Low Dutch, maar van de taal. ‘“Alles wat bij de Nederlands hervormde kerk hoort, is in de Taal”, zeggen ze.’ Het boek Rinnering vertelt ook op onnadrukkelijke wijze het verhaal van de Nederlandse integratie in de Verenigde Staten.
Tegen het einde van het boek is het historische perspectief er overwegend één van bovenaf. De verhalen gaan over de gearriveerden - captains of industry, presidenten, filmsterren. Eén van Vellenga's motivaties moet zijn geweest om van beroemdheden de Hollandse en Friese wortels bloot te leggen. Vellenga wijst op het bestaan van een Holland Society, met regelmatige bijeenkomsten en prominente leden. Deze zijn trots op hun Hollandse afkomst. Hoe waar dat is heb ikzelf ervaren toen ik tijdens een congres een Amerikaanse geleerde mij hoorde verzekeren dat in zijn contreien, rond Grand Ra-