latere vuurtorenwachter en zoon van één van de prinsen die Taxandria in hun greep houden, is een dromer die ondanks het verbod tekent en luchtvaartuigen ontwerpt. Aan verzet tegen de dictatuur denkt hij niet - tot hij toevallig in contact komt met het meisje Ailee (Katja Studt). Zij bezorgt hem een camera, waarmee hij de prinsen fotografeert. Daarmee is, zoals de voorspelling luidde, hun macht gebroken en het einde van het eeuwige heden aangebroken. In een luchtballon ontsnappen de geliefden uit de stad, die nu door een aardbeving totaal ten onder gaat. Terwijl de film in magisch-realistische stijl heden en verleden, realiteit en verbeelding door elkaar haalt, wordt het duidelijk dat Jan zich door het levensverhaal van Karol bewust wordt van de samenleving waarin hij zelf als prins fungeert.
In deze eindversie is de inbreng van de Amerikaanse scenarist als vertegenwoordiger van de traditionele cinema merkbaar: de flashbackstructuur, de onontbeerlijke love story en het dito happy end zijn langzamerhand bekende clichés. Wat de toeschouwers bij de premièrevoorstelling echter teleurstelde, was dat ze in plaats van de verwachte animatiefilm veeleer een live film te zien kregen. Zo wordt de kijker na de indrukwekkend getekende aftiteling plots geconfronteerd met een actiescène, waarin enkele bootvluchtelingen op het strand worden achtergelaten door een aantal met knuppels gewapende mannen.
Het introduceren van de raamvertelling had ook als gevolg dat een derde van de film op locatie aan de Vlaamse en Frans-Vlaamse kust werd gedraaid. Bovendien blijkt de ideeënwereld van Servais, zoals die ondanks de diverse aanpassingen in Taxandria verweven zit, heel wat complexer dan de argeloze filmliefhebber die toevallig ooit enkele van zijn korte films zag, vermoedt.
Uit ‘Taxandria’ van Raoul Servais, 1994.
Meer dan het verhaal primeert in deze film de symbolisch geladen beeldtaal, die op een visionaire manier verwijst naar de wereld van vandaag maar ook in zijn autobiografische accenten naar de maker zelf. Dat maakt Taxandria tot een allesbehalve éénduidig sprookje en tot een film die meer inhoudt dan een eerste visie doet vermoeden.
Desondanks blijft het een spijtige zaak dat de filmmaker verplicht was zoveel toegevingen te doen. Zo is het duidelijk dat de digitale Toccatatechniek van de Duitse co-producent onvoldoende artistiek werkt. De Vlaamse animatiefilm haalt wereldniveau juist door zijn onovertroffen artisanale manier van werken. Artistieke creativiteit in stijl en conceptie onderscheidt nu eenmaal vandaag de Vlaamse produkties van de door de Amerikanen en Aziatische filmbusinesslui gestuurde computeranimatie. Taxandria is niet de lange animatiefilm geworden waarvan de maker zolang heeft gedroomd en waaraan hij zovele jaren heeft gewerkt. Als filmproduktie is het niettemin een unicum, niet alleen vanwege de ongemeen schitterende decors maar evenzeer vanwege de inhoudelijke gelaagdheid van de beeldtaal, die om een nadere analyse vraagt.
Wim de Poorter