staat een groepje elegante dames en heren afgebeeld in een roze atmosfeer van een bar, een tafereel van een ‘gesprek over de schilderkunst’.
Wellicht is De Revue passeren een van zijn meest overtuigende schilderijen, op het doek is een innerlijke strijd aan de gang tussen de figuratie en de picturale kwaliteit. Twee figuren voeren een dialoog met elkaar, maar ook met de hen omringende losse kleurvlakken van geel, orange, rood en blauw. ‘In dit intrigerende schilderij is het Daniëls op heel overtuigende manier gelukt om de strijd tussen figuratie en abstractie, in een moment van hevige beroering, vast te leggen’, beweerde Heynen. Veel van zijn schilderijen kunnen daarom zowel figuratief als abstract worden opgevat; het is ‘bezielde’ schilderkunst; de bedoelingen blijven vaak duister, maar het grijpt je, het knaagt.
Schilderijen als Painting on Bullfight of Schilderij over het vermiste zondvloed-schilderij van Bosch, allebei uit 1985, zijn bijna abstracte werken. Het gaat weliswaar om het bekende strikjesmotief, de tentoonstellingszaal, maar tegelijk lijkt het alsof het beeldloze schilderijen zijn, niets meer dan een samenstel van kleurvlakken.
Begin 1986 schreef Els Hoek, die zijn werk bijzonder goed kent, in het kunsttijdschrift Metropolis M een artikel over Daniëls: ‘Onvoltooid verleden tijd’. In drie woorden was de kern van het verhaal samengevat: een schilderij, tekening of gouache van René Daniëls is nooit af. ‘Ook al maakte hij het jaren geleden en raakte hij het sindsdien met geen vinger meer aan - zijn werk blijft open voor nieuwe betekenissen’.
Het werk van Daniëls is onvoltooid, als gevolg van een hersenbloeding die hem eind 1987 trof en waarvan hij niet volledig herstelt. Sindsdien is hij niet meer in staat zijn kunstenaarschap actief te continueren.
Zeven jaar na haar artikel in Metropolis M schrijft Hoek in de Volkskrant: ‘Deze onvoltooidheid is anders, machteloos en verdrietig: wat had er nog allemaal uit het atelier van de toen 37-jarige kunstenaar kunnen komen!... Zijn kunst leeft, vormt een belangrijk referentiepunt voor collega's, jong en oud, en is niet alleen in Nederland maar ook in het buitenland regelmatig te zien. De titel van het artikel uit 1986 is onjuist: hij had moeten luiden: onvoltooid tegenwoordige tijd’.
Daniëls kreeg al heel vroeg internationale belangstelling. Hij nam deel aan exposities als Zeitgeist in Berlijn, een pleidooi voor schilderkunst, en aan de Documenta in Kassel. Op de Documenta maakte een schilderij van hem deel uit van ‘het collectief geheugen’ dat samensteller Jan Hoet in de toren van het Fridericianum samenbracht, te midden van groten als David, Gauguin, Ensor en Beuys. Voor zijn werk kreeg hij vorig jaar de David Roëllprijs, een prijs voor het gehele oeuvre. In 1988 werd Daniëls met de Sandbergprijs