Ons Erfdeel. Jaargang 34
(1991)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 691]
| |||||
Nederlandse cultuur in de Hongaarse Nationale Bibliotheek
| |||||
[pagina 692]
| |||||
gaan naar de tijd van de Renaissance. Dat is de reden waarom we het eerst zullen hebben over de drukwerken die door Hongaarse studenten en wetenschappers werden geschreven, maar die in de Nederlanden werden gedrukt. | |||||
In de Nederlanden gepubliceerde werken van Hongaarse auteursNa de nederlaag bij Mohács (1526), waardoor het toenmalige Hongarije in drie delen uiteenviel, behoorden zowel de Nederlanden als Hongarije tot het rijk van de Habsburgers. De cultuur was echter niet op dynastieke of politieke betrekkingen aangewezen: er waren voordien al contacten op het gebied van de wetenschap en de boekdrukkunst. In 1481 verschenen in Leuven, bij uitgever Johann de Westfalia, de Sermones tredecim van Michael de Hungaria, een boek dat een bestseller van die periode werd en vier herdrukken kende. Broeder Michael was een Minorietenmonnik die behalve in Leuven ook in Leiden en Deventer gepubliceerd had. Een wellicht nauwere relatie tussen de Nederlanden en Hongarije kwam tot stand na het huwelijk van Leopold II en Maria van Habsburg (1505). De secretaris van de Nederlandse stadhoudster, Miklós Oláh, gaf (door J. Sambucus) in Brussel zijn beroemd werk Hungaria et
János Zsámboki (Joannes Sambucus), ‘Emblemata’ verschenen bij Plantijn te Antwerpen in 1564.
Atila uit, waarvan de bibliotheek een Weense herdruk uit 1763 bezit. De prominente Hongaarse humanist János Zsámboki (of met zijn Latijnse humanistennaam Joannes Sambucus) onderhield een drukke briefwisseling met Justus Lipsius en was ook in de Nederlanden bekend. Zijn beroemde Emblemata verschenen in 1564 in Antwerpen bij Plantijn. De bibliotheek bezit er een facsimile van en een latere originele uitgave. De Hollandse lezers leerden dit boek echter kennen via een Leidse uitgave van 1599. De zeventiende eeuw leidde tot een wijziging in de Nederlands-Hongaarse betrekkingen. In die periode begaven zich veel Hongaarse (onder wie veel Transsylvaanse) calvinisten naar Holland, om er hun studie aan protestantse universiteiten voort te zettten. Ze studeerden | |||||
[pagina 693]
| |||||
er theologie, filosofie, maar ook rechten en natuurwetenschappen. Hun aantal bedraagt meerdere honderden, van wie we hier slechts enkele namen kunnen vermelden. Dankzij het Frankendaal-Stipendium, in 1641 in het leven geroepen, konden die Hongaren in universiteitssteden als Franeker, Utrecht, Amsterdam, Harderwijk, Leiden, Antwerpen, Leuven, enzovoort, verblijven, studeren en hun werk publiceren. Naast István Fejérváry en István Huszti is de belangrijkste persoonlijkheid van die generatie János Apáczai Csere, die in Harderwijk en Utrecht studeerde en later Cartesiaans werd. In Utrecht gaf hij in 1653 de Magyar Encyklopedia uit, een voorbeeldige samenvatting van de toenmalige menselijke kennis. In de reeks werken in het Latijn is de Hongaarse grammatica van György Komáromi Csipké - Hungaria Illustrata (Utrecht, 1655) - van uitzonderlijk belang. De Nederlandse uitgevers hadden veel belangstelling voor de Hongaarse geschiedenis. Zo verschenen onder meer de herinneringen van de Transsylvaanse kanselier Miklòs Bethlen, Rerum transylvaniorum (Amsterdam, 1644) en de Mémoires van Ferenc Rákóczi II, opgenomen in de Histoire des révolutions de Hongrie, in 1739 door Brenner in Den Haag uitgegeven. Het aantal werken van Hongaarse auteurs, voor 1711 in de Nederlanden gedrukt, bedraagt ongeveer 500. De meeste (meer dan 100 banden) zijn uitgegeven in Utrecht, Amsterdam, Groningen en Leiden. De Hongaarse auteurs en thema's waren bij de beroemdste uitgevers, als Plantijn en Elsevier, bekend en geliefd. Tussen 1648 en 1659 werden bijna elk jaar boeken in het Hongaars gepubliceerd. | |||||
Hungarica-drukwerk in de Nederlanden in de zeventiende eeuwZoals gezegd kwam er omstreeks 1600 een wending in de Nederlands-Hongaarse betrekkingen, waarbij de politieke verhoudingen tussen de jonge Hollandse republiek en Hongarije ingrijpend veranderden. De republiek en het Weens hof gingen diplomatieke betrekkingen aan en de Nederlandse intelligentsia begon zich
János Apáczai Csere, ‘Magyar Encyklopedia, Utrecht, 1653.
meer en meer voor Oost-Europa te interesseren. Die toenemende belangstelling blijkt ook uit het pers- en boekwezen. In 1619 verscheen in Amsterdam een populaire Hongarijekroniek van Hieronimus Ortelius, De chronyke van Hungarije, waarin ook mooie landkaarten en illustraties te zien zijn. Ook het kleine boekje Respublica et status regni Hungariae wekte grote belangstelling voor Hongarije. Het werd in 1634 uitgebracht door de beroemde Leidse uitgever Elsevier, in de Respublikareeks. Holland betekende voor de Hongaarse protestanten niet alleen een belangrijke reisbestemming en goede studiemogelijkheden, maar | |||||
[pagina 694]
| |||||
werd in 1676 ook beschouwd als de verdediger van de godsdienstvrijheid. Het lot van de door de Habsburgers tot de galeien veroordeelde evangelische predikanten en de bevrijding van de overlevenden door admiraal De Ruyter werden in de boeken Kort en Waaragtig verhael (Amsterdam, 1677) en Naauwkeurig verhael van de Vervolginge van Abraham van Poot gedetailleerd beschreven. Een interessant bericht over Hongarije vormen de Epistolae itinerariae van Jakob Tollius, in Amsterdam verschenen in 1714. | |||||
Neerlandistica van de veertiende tot de achttiende eeuwOok hier kunnen we slechts enkele en niet noodzakelijk de waardevolste documenten vermelden. Het gaat hier om publikaties die de bibliotheek in eerste druk, in latere originele herdruk of in facsimile bezit. Bij de codices en getijdenboeken verwijzen we naar de zogenaamde Vlaamse Kalender en het Vlaamse Getijdenboek, in facsimile. In april 1982 schonken vertegenwoordigers van de Leuvense universiteit onze bibliotheek de zogenaamde Leuvense Codex, een verzameling Latijnse preken uit de dertiende en veertiende eeuw. Behalve zeldzame Oudhongaarse glossen bevat deze codex de Oudhongaarse Klacht van
‘Respublica et status regni Hungariae’, Elsevier, Leiden, 1634.
Maria, die - met de woorden van dr. Vízkelety - ‘voor de taal en de literatuur van Hongarije ongeveer dezelfde betekenis heeft als het Hildebrandslied voor de Duitse dichtkunst’.Ga naar voetnoot(1) De Leuvenaars hebben als tegenprestatie twaalf incunabelen, vierentwintig drukwerken uit de zestiende en zeventiende eeuw en acht banden met handschriften uit de achttiende eeuw meegekregen. De filosofie, theologie en natuurwetenschappen, evenals de in de Nederlanden sterk ontwikkelde cartografie zijn in onze bibliotheek goed vertegenwoordigd, met onder meer werken van Thomas a Kempis, Clusius, Lipsi- | |||||
[pagina 695]
| |||||
us, Erasmus, Spinoza, Scaliger en Constantijn Huygens, over wie ik niet verder hoef uit te weiden. | |||||
Nederlandse cultuur in de spiegel van de Hongaarse literatuur en wetenschap van de negentiende-twintigste eeuwMet een grote sprong belanden we nu bij de Nederlandse literatuur in Hongarije, of nauwkeuriger: de Hollandse en Vlaamse literatuur in de Széchény-bibliotheek. Hierbij hebben wij het over vertalingen in het Hongaars van Hollandse en Vlaamse bellettrie, of over zelfstandige werken van Hongaarse auteurs, die zich bogen over de Nederlands-Hongaarse literaire betrekkingen of de geschiedenis en literatuurgeschiedenis van België en Nederland. Verder hebben we hier nog Vlaamse en Hollandse literatuurgeschiedenissen in het Duits, Engels en Frans, evenals Hongaarstalige bloemlezingen van lyriek en proza. We laten de vertalingen van triviaalliteratuur en detectiveromans (die in vrij groten getale vertaald werden in de eerste helft van de twintigste eeuw) voor wat ze zijn. Anderzijds zijn auteurs als b.v. Ammers-Kuller en Heijermans met meerdere titels vertegenwoordigd. Het aantal vertalingen is niet erg groot, maar ze leggen getuigenis af van de Hongaarse inspanningen op het gebied van vertalen. Onder de cultuuren literatuurgeschiedenissen moeten de studies en monografieën van Antal Sivirsky worden vermeld: Het beeld der Nederlandse Literatuur 1-2, Magyarország 19, századi holland irodalom tükrében, en verder Magyar-holland irodalmi kapcsolatok kezdetei van Sándor Csipkay. Een belangrijke wetenschappelijke prestatie is Das goldene Zeitalter der Niederlande van de bekende Hongaarse historicus Tibor Wittman. Ik wil nog even verwijzen naar een interessante verschijning in de Nederlandse literatuur, namelijk een Nederlandse dichteres van Hongaarse afkomst. Het gaat om Giza Ritschl, die tussen 1869 en 1942 in Nederland woonde en in haar gedichten de Nederlandse en Hongaarse literatuur ‘zu einem nie dagewesenen Zusammenstoss gerieten’ heeft.Ga naar eind(2) Ze was beïnvloed door het symbolisme (vooral door de Hongaar Gyula Reviczky) en gaf in Nederland verschillende gedichtenbundels uit. Daar heeft onze bibliotheek echter niet één exemplaar van. En natuurlijk zijn er nog in Hongarije gepubliceerde werken over Nederlandse kunst, vooral schilderkunst. Dit is een aangepaste versie van de lezing van TAMÁS ZOLTÁN KISS, in Boedapest gehouden op 27 september 1990. De tekst werd uit het Duits vertaald door Jan Deloof. | |||||
Gebruikte literatuur:
|
|