nam de regie op zich. Hij beschouwde de voorstelling als een soort van geloofsbrief in wat hij met zijn regies beoogde. Helaas voor Eddy Verycken en verschrikkelijk jammer voor de talrijke genodigden, waaronder ere-gasten als Hugo Claus in hoogst eigen persoon, prinses Margriet en haar echtgenoot Pieter van Vollenhoven, en andere Vlaamse en Nederlandse hoogwaardigheidsbekleders viel de première soms letterlijk in het water.
De vertolking vond plaats in een reusachtige theatertent, omdat het reguliere theater De Flint na de brand nog steeds onbruikbaar is. Het weer was de grote spelbreker. Het regende, waaide en het was koud. Het zeildoek bleek niet waterdicht bevestigd te zijn en het regenwater sijpelde op de kale, schuinoplopende speelvloer.
De hete-luchtkanonnen die de temperatuur in de tent enigszins moesten veraangenamen, produceerden zoveel lawaai dat de toneeltekst voor het gros van de aanwezigen niet te volgen was. Bovendien liet de kou zich niet verdrijven. Na de pauze had menigeen zijn overjas aangetrokken. De notabelen op de voorste rij met Claus in het midden kregen dekens om daarmee het onderlijf te verwarmen en de hen aangereikte wijnfles ging van hand tot hand om andere organen op temperatuur te houden.
Tot overmaat van ramp flopte het stuk ook artistiek. De spelverrichtingen waren niet homogeen en de regie bleef steken in een baaierd van onuitgewerkte ideeën. De recensies, met name in de landelijke kranten, waren vernietigend.
Gelukkig maakten de andere vertolkingen van de stukken van Claus het in grote mate weer goed. De reprise van Phaedra in een regie van Dora van der Groen en gespeeld door leerlingen van het Vlaams Conservatorium Antwerpen, is nog onverminderd een theaterhoogtepunt.
Waard om in het Vlaams/Nederlands Theaterfestival opgenomen te worden, was de reactie van Pol Arias, theatercriticus bij de BRTN. Hij was er speciaal voor uit Brussel naar Amersfoort afgereisd. Enkele toneelmakers van naam hadden deze voorstelling klaarblijkelijk evenmin willen missen. Ondanks het ongebruikelijke tijdstip van opvoering: maandagmiddag om 15.00 uur in het kleinschalige Theater De Lieve Vrouw, was Phaedra geheel uitverkocht.
Een andere publiekstrekker en eveneens van hoge kwaliteit was de eenakter Winteravond in een coproduktie van de Amsterdamse Stadsschouwburg en de NOS-televisie. Kitty Courbois excelleerde daarin als de aan kanker lijdende weduwe-vrouw van goeden huize, die in een typisch Antwerps buurtcafeetje haar laatste verjaardag viert. Haar zoon laat haar in de steek en ze vindt troost bij een even eenzame travestiet.
De goede en integere invulling van de rollen bewees dat realistisch theater tegen de huidige maalstroom van modernistische interpretaties in wonderwel zelfs de fervente theaterliefhebber nog kan ontroeren.
Hadden de theatervoorstellingen, waarbij meegerekend die van de ad hoc amateurgezelschappen, aan publieke belangstelling niet te klagen, heel wat bescheidener waren de bezoekersaantallen bij de poëzie-avonden.
Wim Meuwissen heeft voor zijn theatrale poëzieprogramma ‘Van Claus tot Claus’ flink gegrasduind in bundels als Mijn honderd gedichten, Gedichten 1948-1963 en Gedichten 1969-1978. Onder klassieke muzikale begeleiding werd de voordracht door hemzelf en Lizette Mertens verzorgd. Het teken van de hamster kreeg daarbij een integrale opvoering.
Op de tweede poëzie-manifestatie stonden de vijftien gedichten uit de bundel Het graf van Pernath centraal. Rein Bloem gaf een gesproken analyse en de acteur Jacques Commandeur droeg ze voor. Een handjevol toehoorders had er kennis van genomen.
Tijdens het festival dat van 19 april tot en met 26 april 1991 duurde, vertoonde het Filmtheater diverse films van Claus en waarvoor hij het scenario heeft geschreven.
In het door Gerrit Rietveld ontworpen expositiegebouw De Zonnehof toonden ongeveer 150 daar geëxposeerde schilderkunstige werken uit de periode 1950-1990 dat Claus zich als beeldend kunstenaar absoluut niet aan één stijl of thema wil binden.
Aansluitend op deze overzichtstentoonstelling gaf de Amersfoortse Culturele Raad een boekje in een beperkte oplage uit. De boekwerkjes zijn deels door Claus gesigneerd en voorzien van een omslagontwerp en een ets die door Claus speciaal voor deze expositie is gemaakt.
Claus-kenner bij uitstek Freddy de Vree stelde een ander boek samen, waarin hij alle facetten van het kunstenaarschap van Claus toelichtte. De Bezige Bij heeft het uitgegeven.
Een symposium onder voorzitterschap van de schrijver Adriaan van Dis sloot het Hugo Claus Festival af. De panelleden bestaande uit Joyce Roodnat (film), Ton Lutz (theater), Georges Wildemeersch (poëzie), Jean Weisgerber (proza) en Jan Hoet (beeldende kunst) waren het allemaal eens over de grote kwaliteiten van Claus. Daardoor kreeg deze bijeenkomst al snel het karakter van een lofzang bij toerbeurt.
Claus met een enorme pluim op zijn hoed, de medewerkers van de Amersfoortse Culturele Raad tevreden over het verloop en de belangstelling voor dit festival, zij allen gingen vervolgens weer huns weegs om over te gaan tot de orde van de dag. Maar Amersfoort is de geschiedenis ingegaan als de eerste stad die Hugo Claus zo breed in de schijnwerpers heeft gezet.
Max Smith