Titiaan en Rembrandt
Belangrijkste kunstenaar in de vroegere periode was Titiaan (ca. 1490-1576), die het grootste deel van zijn loopbaan in Venetië werkzaam was. In zijn werk zijn motieven te vinden die herleidbaar zijn tot prenten van Lucas van Leyden (1489 of '94-1533) en tot vijftiende-eeuwse Vlaamse schilders. Daarnaast had hij op zijn zeer produktieve atelier enkele Noordelijke kunstenaars in dienst, volgens Vasari ‘enige uitstekende Noordelijke schilders van landschap en vegetatie’ Het Nederlands-Vlaamse landschapsschilderen stond in Italië in hoog aanzien. Deze specialisten, Lambert Sustris was een van hen, waren onder andere verantwoordelijk voor de landschapsachtergronden in veel van Titiaans schilderijen. Door de samenwerking van Titiaan met deze schilders ontstond er een mengvorm van het Nederlands-Vlaamse landschap met het Venetiaanse geschilderde landschap. Interessant is dat deze stijl in Venetië ingeburgerd raakte en door schilders als Jacopo Bassano (1515 /16-1592) verder werd uit gewerkt, waarna Rembrandt in de zeventiende eeuw hieruit weer elementen overneemt.
De uitstraling van Titiaans werk naar het Noorden had vooral later plaats. Zijn schilderijen werden in de zeventiende eeuw in geheel Europa hoog gewaardeerd. In Holland bevonden deze schilderijen zich in een aantal belangrijke verzamelingen, zoals die van de gebroeders Reynst, Alfonso Lopez en Lucas van Uffel. Rembrandt (1606-1669) kende veel van deze werken uit eigen waarneming. In 1637 en 1639 was hij aanwezig toen in Amsterdam, toentertijd een centrum van internationale kunsthandel, de verzameling van Lucas van Uffel openbaar werd verkocht. De andere verzamelingen heeft hij waarschijnlijk bezocht. Ook bezat Rembrandt enkele schilderijen van Venetianen - Giorgone, Palma Vecchio en Jacopo Bassano - en een boek ‘seer groot met meest alle de wercken van Titiaan’. Voor Rembrandt en andere kunstenaars die niet de reis naar Italië ondernamen was de aanwezigheid van Italiaanse schilderijen, prenten en tekeningen in Holland natuurlijk de aangewezen weg om kennis van dit werk te nemen.
Het is fascinerend om te bemerken hoe Rembrandt voor een prent met een voorstelling van een atelier met schilder en model aan een prent van Jacopo de ‘Barbari’ ontleende (cat. 55), voor een landschapstekening de visie op landschap van Titiaan in zich opnam en verwerkte (cat. 56), en voor een ets met de Heilige Hieronymus in een landschap motieven aan Titiaan ontleende (cat. 57). Bij deze laatste ontlening maakte Rembrandt gebruik van een tussenstap: een prent van de Moordnederlandse graveur Cornelis Cort, die in 1565 in Venetië prenten had vervaardigd naar beroemde schilderijen van Titiaan.