tijd. Hij dacht dat Campert de eerste Nederlandse dichter was van wie poëzie in het Chinees was vertaald.
Daar bleef het niet bij. Met medewerking van Ho konden meer Chinezen naar Nederland komen. Een van hen, Ma Gaoming, kwam na terugkeer in zijn land in contact met een Nederlandse student, Maghiel van Crevel, en samen vatten zij het plan op een bloemlezing moderne Nederlandse poëzie uit te geven. Daar was een subsidie voor nodig en door bemiddeling van Adriaan van Dis werd die door een Nederlandse uitgever verstrekt. Het werd een fraaie bundel, waarin heel veel Noordnederlandse dichters aan een Chinees publiek gepresenteerd werden. Intussen werden in enkele afleveringen van een Chinees tijdschrift voor internationale literatuur Nederlandse dichters aan weer andere Chinese lezerskringen voorgesteld. Dit gebeurde door medewerking van de schrijver Yeh Chun-chang, die hiervoor vertalingen in het Engels had gebruikt. Yeh geldt overigens als een belangrijk vertaler, o.a. van het complete oeuvre van Hans-Christian Andersen. Hij had er direct na de oorlog in Europa mee kennisgemaakt.
In het voorjaar van 1988 was ik aanwezig bij een gesprek dat Joost de Wit van de toen nog bestaande Stichting voor Vertalingen met een Chinese uitgever op diens kantoor in Peking had. Er stond een vertaling van De Aanslag van Harry Mulisch op stapel. Tijdens de bespreking werd besloten dat de aanvankelijk geplande oplage van, ik dacht, 15.000 exemplaren verdubbeld zou worden. Er werd over andere titels gesproken, o.a. over Het Verboden Rijk van J. Slauerhoff, maar ook over het feit dat er zo weinig vertalers uit het Nederlands waren. Dat probleem kon maar moeilijk worden opgelost, er waren maar weinig potentiële vertalers uit Indonesië naar China teruggekomen. Enkele dagen later ontmoetten wij professor Ho, die veel voelde voor de uitgave van een Nederlandse literatuurgeschiedenis. Dat moest dan maar uit het Engels gebeuren. Door de gebeurtenissen in mei/juni 1989 op het Plein van de Hemelse Vrede en elders werd aan verschillende mooie initiatieven weer een voorlopig einde gemaakt.
Een voorlopig einde, of alleen maar een onderbreking. Het is maar hoe men het interpreteren wil. De Chinese journalist en dichter Duoduo had ons al vóór zijn vertrek uit Peking in juni 1989 laten weten dat hij zich erg aangetrokken voelde tot het werk van Jan Arends. Toch kon hij op dat ogenblik slechts een enkele tekst gekend hebben, in de vertaling van Ma Gaoming en Maghiel van Crevel. Intussen is Ma weer druk met nieuwe plannen. Enkele dagen nadat de studente Wu Fan de opdracht had gekregen om werk van Annie M.G. Schmidt te vertalen, ontvingen wij een lange brief uit Peking, waarin Ma Gaoming ons onthulde wat hem voor ogen stond: de vertaling van Hans Faverey in het Chinees; Nederlandse poëzie uit de jaren '80, eveneens in vertaling.
Annie M.G. Schmidt (o1911).
Nieuwe stemmen uit de Chinese poëzie in het Nederlands, een keuze uit het werk van 100 deelnemers aan Poetry International van 1970 tot 1990. Vanaf 1991 zou er in China een Poetry International-jaarboek moeten verschijnen. Hij had ook al een Nederlandse medevertaler in Peking gevonden, alweer een student met veel belangstelling voor poëzie. Wij kennen Ma voldoende om te weten dat hij zijn plannen waarmaakt. Hij is daarbij heel concreet. De Poetry International-anthologie moet meertalig zijn (steeds de oorspronkelijke taal van de dichter en een vertaling in het Chinees) en een omvang krijgen van 800 pagina's. Het gaat er om een Chinees publiek van dichters, academici en lezers een gelegenheid te