en een verder onbekende bibliothecaresse, komen alle volwassenen er bijzonder slecht af. Het is de kracht van Dahl dat hij zijn thema naar een hoger plan tilt. Hier hebben we een zeer getalenteerd meisje, wier aanleg van nature aanwezig lijkt te zijn. Opvoeding bij Dahl heeft geen andere functie dan de natuurlijke aanleg te onderdrukken. En het onderwijs is voorbestemd om genialiteit gelijk te schakelen en op het niveau te brengen van de middelmatige mens. In de wereld van Matilda spelen gelukkig andere krachten.
In de regie van Vonne van der Meer maakte het Ro-theater van die wereld een prachtig spektakel vol vaart, theatertrucs en ambiance. Een garage, die halen we compleet met auto toch even uit de muur. Een slaapkamertje, dat bouwen we in de balkons van de toneellijst. Als een ware dictator krijgt miss Bullstronk haar eigen standbeeld op het midden van het schoolplein. De vader van miss Honey roepen we tot leven in een schilderij dat kan glimlachen. Zelfs een kind slingeren we aan haar vlechten over de muur van het schoolplein. En de kinderen in de zaal letten natuurlijk op want er was wat te beleven, ieder ogenblik.
De bezetting van Matilda bestond uit een mengeling van acteurs en kinderen. Op het podium was het verschil niet aanwezig, een compliment voor de kinderen. De Matilda van Antoinette Jelgersma met haar Suske en Wiske motoriek was brutaal, slim en doortastend. Het leven van de Wurmhouts, Matilda's vader, moeder en broer, speelt zich voornamelijk af op een enorme bank achter twee mobiele televisietoestellen. Beweging en handelingen herinnerden aan The Family: snel, ruig en achteloos. De Bullstronk beheerste het toneel als een lid van een American Wrestling team: groot en steaw ogend, maar met een groot gebrek aan intelligentie. Het Paleis van Boem ondersteunde haar krachtig met veel ‘pats en boem’.
Ook andere referentialiteit had het Ro-theater niet geschuwd. Eén van de boeken die Matilda op zeer jeugdige leeftijd al heeft gelezen is Kees de jongen van Theo Thijssen. De klaskelder waar ze op haar eerste schooldag in belandt, kan de vergelijking met lokalen van Bint glansrijk doorstaan. Ook Bullstronk had deze bijbel voor kinderhaters gelezen, gezien haar verwijzing naar bloemenkinderen.
Twee bezwaren kleefden er aan deze Matilda van het Ro-theater. De gerechtigheid van Matilda's actie om Bullstronk weg te krijgen, stond op gespannen voet met haar lidmaatschap van een schoolbende. Matilda is in feite een eenling, een individualist, die door haar aanleg buiten de gemeenschap van de mensen staat. Dat is in strijd met haar actief lidmaatschap van de jeugdbende.
Het einde van de voorstelling was hoe dan ook te idyllisch en zoetsappig. Het huis van juffrouw Engel met tientallen spelende kinderen op het gazon leek te veel op een kinderhemel. Ook aan zo'n instelling willen we een intelligentie als Matilda niet kwijt. Voor de rest was Matilda een puike voorstelling.
Eugene O'Neill wordt bij mijn weten niet veel meer gespeeld in Nederland. Long Day's Journey into Night (Lange dagreis naar de Nacht) van toneelgroep De Appel maakte daarom nieuwsgierig. Wie was die O'Neill en wat was zijn aantrekkingskracht; waarom zet De Appel een stuk van hem op de rol?
Long Day's Journey into Night roept herinneringen bij me op aan die andere Amerikaanse toneelschrijvers voor wie het gezinsleven misschen wel een hoeksteen van de samenleving is, maar tegelijkertijd een verstikkend emotioneel oerwoud waar beklemming, rotting en ondergang zegevieren over warmte, genegenheid en geborgenheid: Henry Miller, Death of a Salesman; Tennessee Williams, The Glass Menagery; Edward Albee, Who is afraid of Virginia Woolf. Bij O'Neill vormt het gezin Tyrone de alles verstikkende kweekgrond waarop slechts alcoholisme en drugsverslaving welig tieren.
Pa is een verlicht despoot en alcoholicus, zoon één is een leeghoofd en ook flink aan de fles, zoon twee drinkt zijn partij mee, maar heeft helaas t.b. Ma is na de geboorte van de t.b.-lijder door een wat al te lichtzinnige medicatie van een weekend-dokter aan de morfine geraakt en daar tijdens het leven van de jongen niet meer vanaf gekomen. De vraag is: wie kan hier wie iets verwijten?
De jongens verwijten de vader zijn rol van potentaat, de moeder verwijt het gezin zijn gebrek aan souplesse bij de morfine verstrekking, en de vader verwijt zijn mede gezinsleden gebrek aan ruggegraat. Al die verwijten verbergen een impliciet zelfmedelijden gebaseerd op de vraag: waaraan heb ik dit verdiend? De oorzaak van de ellende ligt diep in het verleden. Toen pa nog een gevierd toneelspeler was en niets verdiende, toen gloorde er nog hoop. Daarna kwam het succes, het geld en de desillusie. Wat nog rest, is de ondergang.
Dat Long Day's Journey into Night een somber stuk is, moge duidelijk zijn. De Appel versie ervan maakte de toeschouwer er niet vrolijker op. Er werd traag en ongeïnspireerd geacteerd, ook door ras-acteurs als Christine Ewert en Eric Schneider. Hugo Maerten en Marcel Royaards als de twee zoons James jr. en Edmund waren ronduit irritant. Het decor bestond voornamelijk uit een grote veranda die van rechts het toneel opstak. Het ding was te groot en drukte het stuk weg naar de zijkanten van het toneel. Bevonden de spelers zich op deze veranda dan waren ze afgesneden van de rest van het toneel en het publiek. Op die momenten keken we in een kubus waar aardige diertjes een paar grappige trucjes uithaalden. De regie was van Leonard Frank. Frank hebben we in zijn Baal tijd betere regies zien doen.
De Appels Long Day's Journey into Night gaf me wel een vermoeden van de aantrekkingskracht van O'Neill, zeker een aantal ja-