Ons Erfdeel. Jaargang 30

Culturele samenwerking Nederlandvlaanderen

Meerjarenperspectief voor een Taaluniebeleid

De Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren, het hoogste adviesorgaan van de Nederlandse Taalunie, heeft een Meerjarenperspectief voor een Taaluniebeleid gepubliceerd. Tot het opstellen van dit meerjarenperspectief werd besloten in de Algemene Vergadering van de Raad van 27 juni 1986. Het bestuur van de Raad had een raamwerk voor dit perspectief opgesteld dat vervolgens door de drie commissies (Taal, Letteren en Buitenland) werd ingevuld. Op de Algemene Vergadering van 27 februari 1987 werd de inhoud van dit concept aangenomen. Op 6 april 1987 werd tenslotte het meerjarenperspectief aan het Comité van Ministers aangeboden.

Deze publikatie bevat de beleidslijnen en prioriteiten die de Raad voorstelt voor de periode van 1988 tot 1992. Het is een concreet document waarin de Raad aangeeft waar in de nabije toekomst de klemtonen moeten liggen in het beleid van de Nederlandse Taalunie. Ook wordt telkens aangegeven over welke middelen men daarvoor zou moeten kunnen beschikken. Bij het opstellen van deze prioriteiten heeft men eveneens rekening gehouden met de manier van werken van de Taalunie.

De Raad stelt, dat de Taalunie in de toekomst wat een aantal onderwerpen betreft zelf het heft in handen zal moeten nemen (b.v. de herziening van de spelling) of verantwoordelijkheden zal moeten dragen (b.v. de ondersteuning van het onderwijs Nederlands in het buitenland). De nadruk blijft echter liggen op het aanmoedigen van de samenwerking tussen Vlaamse en Nederlandse instellingen en personen. Daarbij ‘zal de Taalunie motor en middelaar zijn’.

Deze brochure telt vijf hoofdstukken. Het eerste bevat vooral algemene overwegingen, o.a. over de financiële middelen van de Taalunie. In de volgende drie hoofdstukken worden aanbevelingen gedaan betreffende de drie belangrijkste punten van de Taallunie, nl. het ‘taalbeleid’, het ‘letterenbeleid’ en het ‘buitenlands beleid’. Tenslotte wordt in het laatste hoofdstuk een financieel overzicht gegeven van de jaren 1988 tot 1992. In dit advies vindt men bovendien een aantal bijlagen: o.a. doel en inhoud van het Taalunieverdrag, een overzicht van overgehevelde of nog over te hevelen werkvelden en subsidies, en ook een lijst met Taaluniepublikaties.

Dirk van Assche

Meerjarenperspectief voor een Taaluniebeleid. Advies van de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren, Stichting Bibliographia Neerlandica, 's-Gravenhage, 1987, 103 p.