en lenen van het algemene boek. Het educatieve boek en het wetenschappelijke boek zijn in dit rapport buiten beschouwing gelaten. Gasenbeeks conclusie is, dat op dit moment verklarend onderzoek, waarin oorzaken van de empirisch gevonden verbanden worden geanalyseerd en geinterpreteerd (fase 2), nog niet mogelijk en nog niet gewenst is. Men beschikt momenteel slechts over partiële inzichten die nog onvoldoende scherp zijn omschreven. De auteur bepleit dan ook in zijn aanbevelingen voor vervolgonderzoek om eerst secundaire analyses uit te voeren op de in grote mate al aanwezige onderzoeksgegevens. Die bijkomende analyse zal zich moeten richten op de structurele samenhang tussen het lezen, het kopen en het lenen van boeken en op de demografische variabelen die invloed hebben op het kopen van boeken. Tenslotte zal ook een bijkomende analyse moeten worden verricht om mogelijke verbanden op te sporen tussen boekgebruik, vrijetijdsbesteding en mediagebruik.
Dit rapport, dat uitstekende documentatie bevat, richt zich tot specialisten, al kan de leek die in begrijpelijke termen globaal kennis wil nemen van de resultaten, voldoende informatie halen uit hoofdstuk 1 en de samenvatting.
Werner Duthoy
gasen beek bert, Op zoek naar boekenlezers. Een kritische evaluatie naar het lezen, kopen en lenen van het algemene boek, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Den Haag, 1987, 171 p.