De Franse Nederlanden
De Franse Nederlanden: actualiteiten
Voor Flanders' Technology International (Gent, 11-17 mei 1987) bestond een duidelijke interesse vanuit de regio Nord/ Pas-de-Calais. Van de twintig Franse bedrijven die op FTI een stand hadden, kwamen er vijf uit Noord-Frankrijk. Een aparte promotiestand van de Regionale Raad van Nord/Pas-de-Calais diende als blikvanger. Hij werd ontworpen voor de Noordfranse technologiebeurs ‘Applica’, een kleinere tegenhanger van FTI. Ook Noord-Frankrijk speelt graag zijn technologie-troef uit. Er zijn achttien ingenieursopleidingen, geconcentreerd in de streek van Rijsel, die tal van studenten uit andere Franse regio's aantrekken. Ongeveer 10% van de Franse ingenieurs krijgt daar een opleiding. De Regionale Raad ziet mogelijkheden tot samenwerking tussen Vlaanderen en de eigen regio op het gebied van technologietransfer.
Op de Vlaamse technologiebeurs maakte de Noordfranse regio ook van de gelegenheid gebruik om zijn toekomstmogelijkheden bekend te maken. Er wordt duidelijk gewerkt aan een positief imago. De crisisjaren lijken voorbij; de dynamiek op economisch gebied is groot. Dat blijkt uit allerlei publikaties van de Regionale Raad, zoals Nord. Plein Cadre en het eerste nummer van een tweetalig (F-E) trimestrieel tijdschrift Nord/Pas-de-Calais International. Zij bevatten heel wat concrete gegevens over de regio, de toon is bijzonder optimistisch en Europese zelfs mundiale perspectieven ontbreken niet. ‘Engager la région vers de nouvelles compétitions’, wordt er met bravoure geschreven, en: ‘L' histoire et la géographie lui ont donné le goût des échanges’. Met klem wordt gewezen op de bevoorrechte geografische positie van de regio in het hart van de Europese Gemeenschap, op het kruispunt van de verbindingen tussen Londen, Parijs, Keulen, Brussel, Amsterdam. Er wordt eveneens geattendeerd op het exportcijfer van de regio, dat op één na het hoogste van Frankrijk is (9,5%) en op het feit en dat Nord/Pas-de-Calais goed is voor 11,2% van Frankrijks import. Verder lazen we dat de regio 3.919.240 inwoners telt (of 7,2% van de Franse bevolking) en een oppervlakte heeft van 12.439 km2 (2,3% van het nationaal territorium); 86,4% van de bevolking leeft in stedelijke agglomeraties en 35% van de bevolking is jonger dan twintig jaar. Van de actieve bevolking is 5% werkzaam in de primaire sector, 41,5% in de secundaire en 53,4% in de tertiaire sector.
Opvallend is wel dat in deze promotie-uitgaven de meeste aandacht gaat naar wat er in en rond de regio-hoofdstad Rijsel gebeurt. Op de werkzaamheden in de havens van Bonen (Boulogne), Kales (Calais) en Duinkerke (Dunkerque) na lijkt er in de rest van de regio niets te gebeuren wat vermeldenswaard is. De cultuur van de regio is de cultuur van Rijsel. Er wordt aandacht besteed aan het Museum van Schone Kunsten in Rijsel, dat na het Louvre het grootste museum in Frankrijk is. Vorig jaar trok een speciale tentoonstelling van werken van Henri Matisse 120.000 bezoekers. Het Nationaal Orkest van Rijsel wordt de beste ambassadeur in het buitenland genoemd. Wat het toneel betreft is het Théatre de la Salamandre toonaangevend en tenslotte wordt de uitstraling van het jaarlijkse Festival de Lille beklemtoond.
De manier waarop de regio uit zijn beslotenheid wil treden, lijkt erop te wijzen dat er een kentering op komst is. De laatste maanden greep de Regionale Raad verschillende kansen aan om tot samenwerking te komen