Theater
Amsterdam: Culturele Hoofdstad dankzij bezuinigingen
Amsterdam is niet alleen de hoofdstad, maar ook het culturele centrum van Nederland. Juist bier vinden vormen van kunst en cultuur op vrijwel elk vlak, niet alleen hun grootste bloei maar ook hun grootste aantrekkingskracht op het publiek. Dit jaar heeft die culturele centrumfunctie een nog duidelijker accent gekregen. Na Athene in 1985 en Florence in 1986 mag de stad aan de Amstel zich gedurende heel 1987 de ‘Culturele Hoofdstad van Europa’ noemen.
Zo'n uitverkiezing is natuurlijk een eer, maar schept evenzeer verplichtingen. Behalve het formele doel - om to informeren en to verhelderen, ter discussie to stellen en to onderzoeken wat de culturele identiteit van de verschillende Europese landen nu inhoudt en verbindt - dient de manifestatie immers ook met een feestelijk karakter de cultuur ‘officieel’ aan de buitenwereld to presenteren.
Die consequentie heeft ook voor de dagelijkse kunstpraktijk een prettige kant. Want juist door deze eervolle plicht zijn nu onder meer wèl plek en middelen gevonden voor activiteiten, die door hun speciale karakter, grote schaal en/of hoge kosten anders niet of nauwelijks worden gerealiseerd. Daarnaast annexeert Amsterdam Culturele Hoofdstad al bestaande, of anders ook wel gerealiseerde activiteiten. Want omwille van het internationale visitekaartje wil zo'n manifestatie toch een zo veelzijdig en fraai mogelijk beeld creëren van wat Amsterdam (dus Nederland) op kunstzinnig terrein Europa (de wereld) heeft to bieden.
Op het kabelnet komt wekelijks een nieuw televisieprogram ma - Europees gericht - met informatie en voor de promotie varf Amsterdam als culturele hoofdstad. Er zijn gedurende het hele jaar speciale tentoonstellingen op vrijwel ieder terrein, van architectuur (Berlage) en zeventiende-eeuwse schilderkunst tot hedendaagse beeldende kunst, fotografie en mode. Het Nederlandse variété krijgt een unieke tentoonstelling in de stallen van het (circus)theater Carré. Tijdens congressen en debatten worden culturele vraagstukken aangeroerd op gebied van internationale betrekkingen, kunstuitleen en literatuur.
Het festival-fenomeen staat dit jaar nadrukkelijker dan ooit ten dienste van alle vormen van podiumkunst. Uitingen van culturele minderheden krijgen aandacht in Amsterdam Roots Meeting en Stagedoor Festival. Jongeren treffen elkaar op het Internationaal Scholieren Theaterfestival. Er is een Internationaal Poppentheater Festival, de cinemamanifestatie Europa-Amsterdam- 1987, een jazzmaand, het aan toneel gewijde Theaterfestival en het juist op nonverbale programma's gerichte Zomerfestijn. Natuurlijk is binnen de manifestatie Amsterdam Culturele Hoofdstad speciale aandacht gegeven aan het jaarlijks in de maand juni geprogrammeerde Holland Festival, dat zich al geruime tijd concentreert in Amsterdam.
Niet alleen is het Holland Festival traditioneel de afsluiting van het concert- en theaterseizoen. Het beoogt ook de bekroning daarvan to vormen, door het etaleren van belangwekkende programma's van eigen bodem en de import van kwalitatieve topprodukties uit het buitenland. De landenpresentaties zijn hiervan een specifiek onderdeel geworden. Door de toch steeds makkelijker internationale contacten doet dit facet echter soms wat diffuus aan, zo ook de opzet deze keer ‘speciale aandacht to schenken aan de podiumkunst uit de lidstaten van de Europese Gemeenschap’. Wel hebben dit jaar Hongarije en de Verenigde Staten merkbaar een stempel gedrukt op de programmering van het Holland Festival.
Voorafgaand aan het Holland
‘Straunch’ van Krisztina de Châtel: een hoogtepunt in het Holland Festival 1987 (Foto: Maarten Brinkgreve).
Festival heeft een (ballet)gala de manifestatie Amsterdam Culturele Hoofdstad officieel geopend, met op één avond zowel onderdelen uitgevoerd in Theater Carré (éénmalige reprise van Hans van Manens unieke videoballet
Live, als in het enkele honderden meters verder aan de Amstel liggende nieuwe Muziektheater Hans van Manens choreografie
Symphonieën der Nederlanden.
Ballet en moderne dans vormen steeds een belangrijk onderdeel van het Holland Festival. De ‘kwaliteit’ van dat dansaandeel is wel eerder synoniem gebleken met de totaalindruk van het hele festival. Dit jaar gaat dat zeker op wanneer dat wordt samengevat als: niet verrassend maar wel gevarieerd, soms expressief.
Binnen het aandeel bewegingskunst, met onder meer Rudi van Dantzigs teleurstellende Buigen of Barsten, hebben alleen de net het margetheater ontgroeide Dansgroep Krisztina de Châtel (Staunch) en het Frankfurter Ballett van de omstreden choreograaf William Forsyte (Artifact) wèl echt verrast met een opvallend én sterk programma. In het genre opera kan zelfs een uit Brussel geïmporteerde superieure versie van La Finta Giardiniera ternauwernood compensatie bieden aan een ondermaatse Die Fledermaus van de Nederlandse Opera en een overbodige La rondine uit Bologna.
Niettemin is het woord topkunst vaak gevallen dit jaar. Wat