Literatuur in Vlaanderen. Hoe bestaat het?
Het oktober-novembernummer (1986) van Dietsche Warande & Belfort is integraal gewijd aan de positie van de literatuur in Vlaanderen. Ook wie vanaf enige afstand het reilen en zeilen van de Vlaamse literatuur volgt, weet dat de literatuur moeilijke tijden kent. De titel van het nummer liegt er dan ook niet om: Hoe bestaat het? Literatuur in Vlaanderen. Hoeveel niet alle artikelen goud op snee bieden, is het boeiende aan het nummer vooral dat de problematiek vanuit diverse invalshoeken wordt benaderd: de media, het overheidsbeleid, de literaire tijdschriften zelf, de openbare bibliotheek, het vertaalbeleid, de uitgeverijen, de boekhandel en het literatuuronderwijs op school. Door deze aanpak wordt duidelijk dat de Vlaamse literatuur veel meer medicijn nodig heeft dan alleen maar solide uitgeverijen. In De herkenbaarheidsfactor schetst Marcel Janssens de achtergronden die een licht kunnen werpen op de eigenheid van het literaire bedrijf in Vlaanderen. Die eigenheid ziet hij op drie niveaus: dat van de taal, dat van de thematiek en dat van de markante verschillen in het literaire bedrijf in Noord en Zuid. Alleen dat laatste niveau is van doorslaggevende betekenis. Janssens stelt ook het ontbreken vast van een solide leescultuur. Zonder een goede leescultuur kan het literaire bedrijf niet bloeien. Ook al wijst Hein de Beider in Groot landschap, kleine schets op de betekenis van de vele officieuze ‘alternatieve’ leescircuits in Vlaanderen, toch krikken deze circuits de leescultuur niet op tot op een volwaardig niveau. Janssens wijst er ook op dat de Nederlandse recensiecultuur veel uitgebreider en ook veel commerciëler is dan de Vlaamse. De kritiek in dag- en weekblad doet in Vlaanderen nauwelijks aan boekpromotie, er is geen straatrumoer over literatuur en de criticus als discjockey is in Vlaanderen onbekend. Marc Reynebeau heeft het hier ook over in
De lezer weet wel beter. Literaire kritiek in Vlaanderen. De kranten en weekbladen in Vlaanderen hebben, volgens Reynebeau, in tegenstelling tot Nederland niet bijster veel invloed op de lezer of op de verkoop van het literaire boek. Bestsellers kunnen onze media niet maken. Volgens Reynebeau is er ook nog wat anders aan de hand. Terwijl de dag- en weekbladen in Nederland de literaire kritiek hebben overgenomen van de literaire tijdschriften, hebben de Vlaamse tijdschriften die taak gewoon afgestoten, met een vacuum als gevolg. Veel van de literaire malaise in Vlaanderen is toe te schrijven aan het ontbreken van een deugdelijk overheidsbeleid. In Literatuurbeleid: een taak van de overheid in onze hedendaagse maatschappij licht minister Dewael dat beleid toe. Veel wijzer word je er niet van. Behalve enige nogal vage noties over het leenrecht, debutantenpremies en vertaalbeleid, wat in de huidige situatie toch een secundair probleem is, zoek je in dit artikel vergeefs naar een uitgekristalliseerde en globale visie ten aanzien van het probleem. In Feilen en remedies. Het literatuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap bepleit Monika van Paemel