Karel Appel, de kleurige dichter
Op 9 april 1982 stond in NRC-Handelsblad een bericht te lezen over Nine dutch poets die een tournee van drie weken door de Verenigde Staten van Amerika zouden maken. Er stond een foto bij van een affiche van Karel Appel, maar de eerste indruk dat Appel om zijn bekendheid als kunstschilder in Amerika de Hollandse dichters als ‘opstapje’ zou dienen, bleek onjuist, want Appel zou zelf zijn gedichten lezen, zij het alleen in New York en niet in de zes overige steden die op het programma stonden. In een boekje dat de presentatie vergezelde, kon ook de Nederlandse lezer voor het eerst kennis maken met gedichten van Karel Appel. Ze waren voor het merendeel in de laatste drie jaren geschreven, hoewel enkele reeds in 1947. Inmiddels was er zojuist, in 1982, een bundel met Appels tekeningen en gedichten in het Frans, Engels en Nederlands verschenen onder de titels Océan blessé / Wounded ocean bij de Parijse uitgeverij Galilée. Het zou nog vier jaar duren voor er een Nederlandse editie door De Bezige Bij werd uitgegeven, getiteld De kleurige onbekende.
Deze geschiedenis zegt al iets over de onbekendheid van Appel als dichter. Geen van zijn verzen verscheen, voor zover ik weet, in een tijdschrift of bloemlezing. Het kleurrijke is bij dit boek alleen op het omslag te zien. De titel is ontleend aan een zevenregelige tekst uit 1942, toen Appel ook met zijn kleuren nog een onbekende was. Enkele gedichten dateren uit 1941, maar de meeste - 43 van de 67 - zijn in de periode 1976-1982 geschreven.
De Nederlandse uitgave bevat meer gedichten dan de Franse bundel, maar in dit laatste drietalige boek staan meer reproducties en is een bio-bibliografie opgenomen.
Het zal bekend zijn, dat de schilderkunst van Karel Appel menige dichter heeft geïnspireerd, zowel Hugo Claus als Lucebert, maar Appels schilderstukken zijn niet de bron voor zijn gedichten, al zijn er wel zeer passende tekeningen bij gevonden. Het boek is een voortreffelijk samenspel van kijken en lezen en op het royale formaat komen de zwart-wit tekeningen prachtig tot hun recht.
Appels gedichten zijn meer biografische notities, waarin de titels van zijn schilderijen doorklinken in de activerende woordkeus: ‘hongerende drift’, ‘spierkracht’, ‘hartstochtelijk’ en ‘speerpuntig’. De teksten, geschreven in lange zinnen, herinneren aan brieven die zijn gericht tot een geliefde van wie vooral de lichamelijke erotiek wordt ervaren. Er klinken opmerkingen doorheen die eerder voor de schrijver zelf dan voor een lezer bestemd lijken, zoals ‘nooit zal ik dat vergeten’. Verder spelen kleuren een rol om hun klankwaarde: ‘tussen paarse laaiende gloed slaan fijn besneeuwde velden’.
Experimentele associaties en een barok taalgebruik maken de gedichten vaak onbegrijpelijk en de overdaad aan beelden schaadt