Encyclopedie van de Nederlandse Antillen
Het is een geluk dat de redactie van Ons Erfdeel deze afdeling van haar tijdschrift neutraal met ‘culturele kroniek’ betitelt, want hoe schrijf je een ‘recensie’ of een ‘kritiek’ op een encyclopedie? Wat hier volgt is dan ook niet meer dan een aankondiging met wat bijzonderheden van een voor de Nederlandse Antillen én Nederland zeer belangrijke uitgave: de tweede druk van de Encyclopedie van de Nederlandse Antillen.
Nederlandstalige encyclopedieën betreffende de koloniale bezittingen in De West, die nu de Overzeese Rijksdelen heten, zijn betrekkelijk schaars. In 19141-1917 publiceerden H.D. Benjamins en J.F. Snelleman de eerste: Encyclopedie van Nederlands West-Indië, die een enorme hoeveelheid informatie bevatte over de Nederland in die jaren nog resterende koloniën in De West; wat we nu Suriname en de Nederlandse Antillen noemen. De andere in de loop van de tijd verloren gegane bezittingen werden er niet meer in beschouwd. Voor de kennis van de koloniale tijd tot het begin van de 20ste eeuw hebben de bijna tachtig medewerkers indertijd zo'n hoeveelheid materiaal zo degelijk bij elkaar gebracht, dat het volkomen terecht was dat S. Emmering in 1981 een fotografische herdruk van deze belangrijke uitgave verzorgde. Ze is ook nu nog een vraagbaak bij uitstek.
Maar deze encyclopedie verouderde natuurlijk. Op de Nederlandse Antillen kwam direct daarna de industrialisatie d.m.v. de Shell, op Aruba de Lago; de periode van de Tweede Wereldoorlog en daarna bracht nieuwe politieke veranderingen. Er was behoefte aan een nieuwe encyclopedie, vooral op de Nederlandse Antillen werd die gevoeld.
Dat resulteerde in 1950 tot de oprichting van een Stichting Encyclopaedie van de Nederlandse Antillen, die uiteindelijk in 1969 de Encyclopedie van de Nederlandse Antillen uitbracht onder redactie van H. Hoetink
In dezelfde maand april dat deze encyclopedie verscheen, richtte ook Suriname zijn stichting op om tot een eigen encyclopedie te komen. Daaraan begon men in 1973 te werken tot ze in 1977 verscheen onder redactie van C.F.A. Bruyning en J. Voorhoeve. Beide encyclopedieën zijn duidelijk op elkaar afgestemd; ze zijn uitgegeven door dezelfde uitgever en komen in uitvoering en aanpak sterk overeen.
Het valt op dat de encyclopedieën op cruciale momenten verschenen: 1917 besprak ik reeds; 1969 was met de 30 mei gebeurtenissen op Curaçao een nieuwe fase in de ontwikkeling naar een eigen zelfgevoel en zelfstandigheid; Suriname werd in de voorbereidingstijd onafhankelijk.
De Nederlandse inbreng bij deze publikaties was groot en dat bleef ook nog bij de tweede druk van de Encyclopedie van de Nederlandse Antillen, waarom het hier allemaal begonnen is. Maar deze werd nu geredigeerd door de Antilliaan J. Ph. de Palm, die ook zoveel mogelijk het werk antillianiseerde door medewerkers uit de Antillen zelf aan te trekken en de grote aandacht voor Papiamentse namen.
Ook deze tweede druk ver-