Een Canadese studie over de Belgische taalconflicten
De belangstelling van Amerikaanse en Canadese vorsers voor onze taalconflicten kent reeds een zeker traditie. Lorwin, Zolberg, Urwin, Heisler, Covell en Curtis zijn wat dat betreft geen onbekende namen. Ze hebben allen één of meer artikelen op hun naam staan. Bij de Canadese politicoloog Kenneth D. McRae mondde deze belangstelling onlangs uit in de publikatie van een bijna vierhonderd pagina's tellend boek, dat in het Engelse taalgebied ongetwijfeld een leemte zal vullen. Geboeid door de vraag hoe landen met verschillende taalgemeenschappen hun conflicten oplossen, startte de auteur met een onderzoeksproject dat de vergelijking tussen vier landen als opzet heeft. Zijn studie over Zwitserland verscheen al in 1983. Als tweede deel in de reeks Conflict and Compromise in Multilingual Societies (W. Laurier, University Press, Ontario, Canada) is nu de studie over België verschenen. Finland en Canada zullen later nog aan bod komen.
In verband met de comparatieve opzet volgt de auteur bij de behandeling van elk land een vastomlijnd schema. Het boek opent met een historische introductie, de taalgroepen worden vervolgens in hun socio-economische en culturele aspecten geanalyseerd, het imago van en de attitudes ten opzichte van de taalgemeenschappen worden aangegeven, waarna de constitutionele en institutionele aspecten benaderd worden. Met kennis van zaken werkte de auteur deze onderdelen uit voor de Vlaamse en Waalse gemeenschappen, er tevens zorg voor dragend dat de specifieke Brusselse en Duitstalige problemen telkens een aparte behandeling krijgen. Drie thema's achtte de auteur vervolgens belangrijk en actueel genoeg om er een afzonderlijk hoofdstuk aan te wijden: de positie van de Franstaligen in Vlaanderen, de Voer en Brussel. Zijn keuze van de laatste twee onderwerpen lijkt me duidelijk; dat is echter niet het geval voor het eerste thema. Er kan immers al lang niet meer beweerd worden dat de problemen van de Franstaligen in Vlaanderen een heet hangijzer vormen.
Voor de wijze waarop K. McRae zich in de literatuur inwerkte en voor de omzichtigheid waarmee hij het materiaal benaderde, moet men zeker waardering opbrengen. Het is lang geen gemakkelijke taak om greep te krijgen op de omvangrijke en heterogene bibliografie. Dat hij af en toe een steek laat vallen, is dan ook begrijpelijk. Als zovele Engelstaligen heeft hij kennelijk minder moeite met het doornemen van Franstalige werken dan met het bestuderen van Nederlandstalige wetenschappelijke publikaties. De resultaten van de jongste onderzoeken die aan de verschillende Vlaamse universiteiten werden verricht, integreert hij dan ook op een weinig systematische wijze; op verouderde, vulgariserende en polemische werken uit het Nederlandse taalgebied beroept hij zich daarentegen wel. Toch slaagt hij erin een globaal beeld te geven dat zelden controversieel is.
Vernieuwend zijn bovendien de 58 tabellen die hij aan de hand van uiteenlopend statistisch materiaal opstelde. Opgesplitst volgens de gemeenschappen en het arrondissement Brussel, beschikken we voortaan over cijfergegevens met betrekking tot de na-oorlogse evolutie van de verhoudingen tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel, op economisch, sociaal en cultureel vlak. Men stelt zich als lezer af en toe wel een paar kritische vragen