pire américain van de Franstalige Canadees Denys Arcand en Psycho III van en met Anthony Perkins, wiens aanwezigheid het festival de gewenste Hollywoodglamour bezorgde. De reeks Hommages was gewijd aan Paul Cox, Hal Ashby, George Roy Hill en natuurlijk aan het werk van juryvoorzitter Raoul Servais.
Het Belgische Filmvenster bestond slechts uit een aantal korte films en de première van een nieuwe Vlaamse speelfilm, Congo Express, van Luc Gubbels en Armand de Heselle. Hiermee debuteeren deze cineasten in de lange speelfilm. Eerder realiseerden ze, zowel samen als afzonderlijk, korte films (o.m. Prima Service) en documentaires. De film, een low budgetproduktie van ca. 15 miljoen BF, is gebaseerd op het in 1983 bekroonde scenario Alles blijft, niets verandert van Bob Goossens en speelt zich af in een verarmde Antwerpse buurt, waarvan het café Congo Express zo ongeveer het centrum vormt. In dat eigentijdse, naargeestige milieu leidt een aantal personages van verschillende generaties een uitzichtloos bestaan: een punkkoppel dat de stad volspuit met graffiti, een echtpaar van dertig, dat na eindeloze ruzies verbitterd uit elkaar gaat, Jean de Congolees, exhuurling en uitbater van het café, die met heimwee terug denkt aan zijn verleden, en tenslotte Gilbert, een ex-priester, die als een moderne Diogenes met een fototoestel ronddwaalt.
De toeschouwer krijgt in een tijdsverloop van twee dagen een fragmentarische kijk op het leven van deze outcasts, die elkaar al dan niet ontmoeten. Zoals de makers het stellen, is Congo Express in de eerste plaats een acteursfilm, waarin inderdaad overwegend behoorlijk geacteerd wordt, o.a. door François Beuckelaers, Marc Peeters en Marc Van Eeghem. De degelijke acteursregie zorgt voor knappe scènes en sequenties, terwijl de lokale sfeer via de natuurlijke Antwerpse dialogen vlot overkomt en de grimmige ondertoon door voldoende ironie wordt gerelativeerd.
Helaas was het zowel voor scenarioschrijver B. Goosens als voor beide regisseurs blijkbaar een te zware opgave om de diverse verhaallijnen tot een samenhangend geheel te verweven. Daardoor wekt de film in zijn totaalstructuur een nogal chaotische indruk. Het lijkt er soms op of verschillende films door elkaar gemonteerd zijn...
Het spreekt vanzelf dat een filmdebuut als Congo Express schril afsteekt tegenover grootse produkties als Northern Lights (Noorwegen, 1985) van Lasse Glomm en het fascinerende Der Rosenkönig (BRD, 1986) van Werner Schroeter. Maar dat ook de debuterende cineasten met beperkte middelen opmerkelijk werk kunnen leveren, bewees Leon Marr met Dancing in the Dark (1986). Deze Canadese produktie behoort tot de beste debuten van de voorbije jaren.
Dit verslag biedt slechts een beperkt beeld van de ca. 130 films die te Gent gedurende tien dagen werden gedraaid. De 13de editie toonde evenwel opnieuw aan dat het Internationaal Filmgebeuren de wind in de zeilen heeft. De organisatoren beslisten dan ook met de uitbouw ervan door te gaan. Elke filmkijker kan hun doorzettingsvermogen en organisatietalent slechts toejuichen, zolang kwantiteit en glamour de kwaliteit van de programmatie niet overwoekeren.
Wim de Poorter