als contrabas-klarinet, -fagot en -tuba, en wat te denken van instrumenten zoals eolifoon (windmachine) en geofoon (zandmachine)?
Messiaen componeerde de meest vindingrijk geïnstrumenteerde muziek, waarbij al die gigantische apparaten niet alleen werden ingezet voor een krachtsontplooiing: de componist wenste een uiterst geschakeerd palet voor een zo kleurrijk mogelijke partituur.
Van 1975 tot 1983 werkte Messiaen aan zijn Franciscaanse scènes, zoals hij zijn opera in acht taferelen, verdeeld in drie bedrijven, karakteriseerde. De tekst stelde hij zelf samen, ‘gekozen voor datgene wat wonderbaarlijke dingen, kleur en vogelzang kon bevatten’.
Als ornitholoog was Messiaen uiteraard vooral door de vogelprediking aangetrokken. Alle solisten hebben vogelthema's, een groot vogelconcert staat centraal. De opera begint met soli van xylofoon, marimba en xylorimba die de veldleeuwerik verbeelden, maar ook Amerikaanse, Australische en Japanse vogels hebben hun plaats gekregen. Dramatische momenten bieden de scènes waarin een melaatse door een wonder geneest en vooral die aan het begin van het derde bedrijf, waarin Messiaen een luguber nachtelijke sfeer schildert, blijven in de herinnering bij. De Ondes Martenot, die Messiaen al eerder, met name in de Turangalila-symfonie zo suggestief wist te benutten, dient hier voor ‘de muziek van het onzichtbare’.
Wat de opera zo bijzonder maakt, is de combinatie van strenge berekening in hoogst gecompliceerde compositietechnieken en de hoge mate van bevattelijkheid. Meestal is muziek ofwel interessant uit vernieuwend oogpunt ofwel zinnenstrelend zonder meer. Messiaens opera is beiden.
Natuurlijk droeg de formidabele trefzekere uitvoering onder leiding van Kent Nagano tot het grote succes (tien minuten staande ovatie) bij, afzonderlijk vermeldt dienen de rol van de Engel door de stralende sopraan Maria Oran, de rol van SintFranciscus in de nobele voordracht door Philippe Rouillon en ook John Gilmore overtuigde zeer. Maar de erepalm gaat toch naar al die NOS-ensembles die vijf uur lang de perfectie wisten te benaderen.
Ernst Vermeulen