Engelse les, Het gevaar (over radio-actieve besmetting in een kerncentrale!), De vijand, alsmede 19 verhalen en twee scenario's (Black Basilius en De man van 50). De oplage van deze verzamelbundel beliep 100.000 en aan de totstandkoming ervan werkten negen vertalers mee, d.w.z. vrijwel alle ‘prozavertalers’ die Moskou op dat moment rijk was. Uit hetzelfde jaar stamt Sovremennyj niderlandskij detektiv (De hedendaagse Nederlandse detectief), samengesteld door Silvia Belokrinitskaja, met een oplage van wederom 100.000 exemplaren. In deze uitgave waren verenigd: Gevaarlijk ijs van W.H. van Eemlandt, Door een noodlottig ongeval van Willy Corsari en Was de kat getuige van A. Lourens-Koop.
Een zeer opmerkelijke uitgave was de bloemlezing Iz poèzii Niderlandov xvii veka (Uit de poëzie der Nederlanden van de 17e eeuw), die eind 1983 in een oplage van 30.000 verscheen bij de Leningradse uitgeverij ‘Choedozjestvennaja literatoera’ (De schone letteren). Tien jaar was er aan dit boek gewerkt, met name door samensteller en voornaamste vertaler Jevgeni Vitkovski, veelal met behulp van uit Nederland opgestuurde fotokopieën. Er was gestreefd naar zo groot mogelijke verscheidenheid, maar vaak was men noodgedwongen aangewezen op de teksten die men toevallig in Moskou tot zijn beschikking had. Een bloemlezing op dit gebied van een dergelijke omvang (304 p.) zal men niet licht elders buiten Nederland aantreffen. Van de volgende dichters is werk opgenomen (tussen haakjes het aantal aan ieder van hen bestede pagina's): Simon van Beaumont (4), Adriaan Valerius (5), Jacob Cats (11), Joannes Stalpart van der Wiele (5), Daniël Heinsius (12, gedeeltelijk uit het Latijn), P.C. Hooft (17), Justus de Harduwijn (7), Hugo de Groot (10, grotendeels uit het Latijn), Caspar van Baerle (3, uit het Latijn), G.A. Bredero (27), Dirck Rafaelsz. Camphuysen (7), Jacobus Revius (6), Vondel (21, o.a. de lange dichtwerken Rijn, Roskam, Rommelpot van 't hanekot), Guilielmus Bolognino (4), jan Jansz. Starter (9), Maria Tesselschade (4), Constantijn Huygens (16), de Fries Gysbert Japicx (6, omwille van de diversiteit), Jeremias de Decker (11), Jacob Steendam (8), Reyer Ansloo (4), Willem Godschalk van Focquenbroch (16), Heiman Dullaert (6), Joannes Antonides van der Goes (6), Joan van Broekhuizen (5), jan Luiken (14), Michiel de Swaen (3), Hubert Cornelisz. Poot (10). Naast Vitkovski, die bijna een derde van de vertalingen voor zijn rekening nam, kende deze bundel nog een tiental medewerkers (o.a. V. Toporov, V. Weber en A. Orlov), van wie slechts de laatste
bij tijd en wijle ook proza vertaalt. Er lijkt een strenge scheiding tussen proza- en poëzievertalers te bestaan, te verklaren uit het feit dat laatstgenoemden vaak germanisten zijn en het hedendaagse Nederlands
(en met name de spreektaal) nauwelijks beheersen. De bloemlezing is door de Leningradse neerlandicus Igor Bratoes' voorzien van een hecht doortimmerd voorwoord en een korte biografie van iedere dichter, benevens een (helaas te gering) aantal verhelderende noten. Onder de titel Russisch eerbetoon schreef Marko Fondse een zeer lovende recensie over dit boek (zie de boekenbijlage van Vrij Nederland van 23 juni 1984).
Het volgende jaar stond geheel in het teken van de Vlaamse poëzie. Eerst verscheen in Leningrad in een oplage van 10.000 exemplaren een bloemlezing uit het dichtwerk van Marc Braet, Stichotvorenija (Gedichten). De samensteller was Joeri Sidorin, die ook de keuze maakte voor de bij Radoega uitkomende bundel Jest bol' inaja. Stichi flamandskich poètov (Er is een and're pijn. Gedichten van Vlaamse dichters), oplage idem. Hierin was werk opgenomen van Willem Elsschot, Herman van Snick, Gust Gils, Marc Braet, Hugo Claus, Paul Snoek, Daniël van Ryssel, Stefaan van den Bremt, Wannes van de Velde,