‘revolutie’. Het was een reactie die op zichzelf logisch en noodzakelijk was, en die werd uitgevoerd met het sektarisme dat ik wellicht als vierde onderdeel van de Nederlandse culturele folklore had moeten noemen. De tomaten landden het meest dramatisch bij de Nederlandse Comedie; studenten van de Amsterdamse Toneelschool bekogelden het toneel na een voorstelling van Shakespeares De storm onder regie van Bentz van den Berg. In Rotterdam en Den Haag werden eveneens voorstellingen verstoord. Het hele Nederlandse toneelbestel werd grondig ontwricht.
Het herschudden van de kaarten leverde wel degelijk nieuwe dingen op. In Amsterdam maakte de Nederlandse Comedie plaats voor het Publiekstheater; het Werkteater bevrijdde de acteur van banden en conventies op een manier die tot in het buitenland de aandacht trok; een groep als Hauser Orkater trok een nieuw, jong publiek naar het theater met uit popmuziek, Buster Keaton-achtige slapstick en absurdistische teksten opgebouwde voorstellingen die niet alleen in Nederland nieuw waren; Mickery haalde buitenlandse avantgarde naar Nederland en bracht eigen produkties in samenwerking met buitenlanders die een sterk vernieuwende werking hadden op het Nederlands toneel. Erik Vos maakte met De Appel een aantal baanbrekende produkties, die een soort sober, saltimbanque-achtig toneel introduceerden, soms in een prachtige samenwerking met andere disciplines, zoals in Strawinsky's
Verhaal van de soldaat, samen met het Nederlands Blazersensemble. Toneelgroep Baal voegde een geheel eigen beeld toe aan het geheel, waarbij de aan Brecht ontleende naam, overgehouden aan de voorstelling waarvoor Willem Breuker de muziek maakte, een beginselverklaring leek in te houden. In Rotterdam bracht het Onafhankelijk Toneel (mede opgericht door jan Joris Lamers, die ook tot de oprichters van het Werkteater had behoord en in 1983 zijn eigen weg
Gerardjan Rijnders (Foto Kees de Graaff).
ging met Maatschappij Discordia) voorstellingen van Majakowski, Brecht, Beckett, Shakespeare, Thomas Bernhard en Ernst Jandl.
De Haagse Comedie en Theater in Arnhem overleefden de storm en trachtten iets van de vernieuwingen te laten inwerken op wat verder traditioneel repertoiretoneel bleef. Globe in Eindhoven streefde er onder artistiek leiders als Ton Lutz, Krijn ter Braak, Ger Thijs en Gerardjan Rijnders naar, het repertoiretoneel van verstikkende tradities te bevrijden.
Vernieuwing genoeg, in een vrij korte periode, zou je zeggen, en met invloeden uit zeer veel verschillende richtingen: beeldende kunst en media (Mickery, Onafhankelijk Toneel, Hauser Orkater en groepen als Perspekt), de acteurs (Werkteater), de ontwikkelingen in het buitenland, de politiek. Het politieke theater, het veelmisprezen ‘vormingstheater’, heeft zelf in die periode maar weinig boeiend toneel opgeleverd, maar heeft wel degelijk invloed gehad op de artistieke vrijblijvendheid van andere groepen.
De stofwolken zijn inmiddels in grote trekken wel weer neergedaald, en het is interessant te zien wat er over is van het rumoer. Toneelgroep Baal staat op het punt uiteen te vallen. Het Werkteater is net als Hauser Orkater opgedeeld in kleinere groepen die verschillende doelen nastreven, Centrum en het