André Demedts: De Belgische republiek.
Met de roman
De Belgische republiek begint André Demedts aan een romancyklus die gewijd is aan de Belgische geschiedenis. In dit eerste boek, dat twee delen omvat, behandelt hij slechts een zeer beperkte tijdspanne, nl. de jaren 1789 en 1790. De materie biedt ruimte voor een veeldelig opus dat naar een van de hoofdpersonages genoemd zou kunnen worden: de Gillemijn-Saga. Ik weet niet hoever de schrijver deze cyklus bedoelt voort te zetten. Zal hij, gebruik makend van officiële en familiale kronieken, de historie van de Gillemijns verder schrijven tot op onze dag, totdat deze vaderlandse geschiedenis de eigen biografie zal kruisen? In de laatste geschriften van André Demedts kan men een meer en meer geartikuleerde belangstelling voor de geschiedenis vaststellen. Zij moet verbonden worden met een centraal gegeven in zijn persoonlijkheid, met name de trouw aan het erfgoed, aan het eigenste wezen dat alleen adekwaat beschreven en beleefd kan worden in zijn verbondenheid met de geschiedenis, dus met de kontinuïteit van het verleden. In Demedts' laatste geschriften zien we ook de autobiografische belangstelling naar voren treden, in een boek als
De dag voor gisteren, en in tijdschriftartikelen over de grond van herkomst en het familiale erfgoed, zowel in biologische als psychologische zin. Dat hij zich nu ook in zijn romans ekspliciet door de nationale geschiedenis laat inspireren, kan geen verwondering wekken, al kan er wel een leeftijdsverschijnsel mee gemoeid zijn. Demedts, die de 70 nadert, kijkt achterom, met veel
heimwee, maar ook met voldoening en fierheid.
Welnu, in dit boek, De Belgische republiek, heeft hij de geschiedenis van een volk, of in elk geval van een staat, handig weten te verbinden met de geschiedenis van individuen. Het avontuur van de Belgische republiek die als uitkomst van de Brabantse Omwenteling opgericht werd als een nationaal demokratisch bolwerk tegen het imperialisme van de Oostenrijkse keizer Jozef II, is evenzeer het levensavontuur van Karel Gillemijn. Deze zelfbewuste, in tradities gewortelde boer kiest voor de politiek van Jozef II. Het wel en wee van de Omwenteling weerspiegelt zich in de persoonlijke en familiale lotgevallen van deze impulsieve, rechtlijnig denkende man. Men kan moeilijk uitmaken wat nu precies in dit boek domineert: het uitstekend gedokumenteerde historische relaas van de opkomst van de demokratie en van het nationaal bewustzijn in onze provincies op het eind van de 18e eeuw, ofwel de dramatische levensloop van een fors getekende hoofdfiguur, Karel Gillemijn. Geen van beide denk ik, omdat het ene spiegelbeeld wordt van het andere, omdat het kollektieve avontuur dienst doet als klankbord voor een persoonlijk familiaal drama, meer nog: omdat het waagstuk van de Belgische republiek ten grondslag ligt aan het individuele lotgeval. De interpenetratie van die twee verhaallijnen en van die twee symbolische niveaus beschouw ik als het belangrijkste strukturele kenmerk van de roman. Ik zou dan ook moeilijk kunnen zeggen in welke van die twee opdrachten André Demedts het best geslaagd is: in de historische rekonstruktie van een supra-individueel gebeuren of in de psychologische uitbeelding van een individueel levenslot.
Als ik het even over de historische aspekten van deze roman mag hebben, zou ik op de stevige geschiedkundige onderlegdheid van de schrijver moeten wijzen. André Demedts gaat kennelijk niet over het ijs van één nacht. Hij moet zich voor dit boek uitstekend gedokumenteerd hebben. Anderen kunnen de autenticiteit van de gerapporteerde feiten beter beoordelen, maar ik neem aan dat de realia, tot in de toponiemen toe, kloppen met de bronnen. Ik denk niet alleen aan de hoofdlijnen van het historisch gebeuren, met name aan de oppositie tussen Van der Noot enerzijds en Vonck met zijn generaal Jan Andries Van der Meersch anderzijds. Ik denk ook aan de vele, vele details die ons een beeld schetsen van het volksleven uit die tijd in Demedts' geboortestreek. Naar alle waarschijnlijkheid is ook dat allemaal autentisch. Demedts beoefent hier een soort dokumenten-roman dat ik als zeer eigentijds beschouw. Men kan in teorie wel de fiktionaliteit van het literaire werk verdedigen, maar een mengvorm als deze roman, De Belgische republiek, toont aan hoezeer een op de bronnen geschreven werk kan doorverwijzen naar de historische realiteit. Ik stel mij voor dat dit boek ook voor een historikus zonder meer