Gedomineerd worden in de West.
(Over: Bea Vianen:
Het Paradijs van Oranje)
In Ons Erfdeel, 15e jrg. nr. 3, mei-juni 1972, p. 87-88, besprak ik zeer entoesiast de derde roman van de Surinaamse schrijfster Bea Vianen. Inmiddels verscheen haar vierde roman ‘Het Paradijs van Oranje’ die een voortzetting te zien geeft van de lijn die ik bij de derde roman reeds aangaf: Steeds verder maakt ze zich los van haar land; ze kijkt ernaar vanaf een steeds grotere afstand. ‘Het Paradijs van Oranje’ speelt zich zelfs niet eens meer in Suriname af, maar in Nederland, vanaf de aankomst der Surinamers op het vliegveld Schiphol tot en met de toenemende eenzaamheid, frustraties, e.d. wanneer ze zich gesettled hebben. De ik-figuur, een manlijke auteur van Surinaamshindostaanse afkomst, laat ons achter de schermen van het schijngeluk kijken, binnen in de Surinaamse mens, schrijvend en piekerend over vriendschap, familiebetrekkingen, woontoestanden, tolerantie, eerlijkheid: het zoeken naar zichzelf temidden van een vreemde, vijandige omgeving, die men zich had voorgesteld als het Paradijs (van Oranje).
Bea Vianen is eigenlijk het eerste slachtoffer van de dominerende persoonlijkheid van Frank Martinus Arion. Wie haar boek leest nà
Dubbelspel ontkomt er niet aan deze beide auteurs uit ‘De West’ met elkaar te gaan vergelijken en dan verbleekt het werk van Bea Vianen tot een volkomen kleurloos geheel. Pas nadat ik
Dubbelspel gelezen had, ben ik gaan beseffen hoe diskriminerend ik voordien bij de bespreking van werk uit ‘De West’ te werk ging. Als de struktuur ervan te wensen overliet, sprak ik daar (vergoelijkend)
niet over, uitgaande van het (diskriminerende) idee:
Auteurs uit Suriname en de Antillen zijn achter bij auteurs uit Nederland en België en alles wat ze schrijven moet in de eerste plaats positief benaderd worden. Eigenlijk beschouwde ik deze auteurs dus zo'n beetje
als kinderen, en behandelde ik ze navenant: een klopje op de schouder als ze ook maar iets - al was het nog zo weinig - gepresteerd hadden. Frank Martinus Arion heeft echter
Bea Vianen.
laten zien dat een auteur uit de West om de dooie dood geen achterlijk kind (meer) is! Integendeel, hij steekt uit boven de meeste van zijn blanke broeders en zusters uit de hedendaagse literatuur van Noord en Zuid. Ook met de meest volwassen maatstaven gemeten is hij een dominerend auteur. En
hoe hij domineert blijkt bij het lezen van ‘Het Paradijs van Oranje’, de vierde roman in vier jaar tijd van Bea Vianen.
Mijn kennismaking met Frank Martinus Arions roman Dubbelspel heeft mijn kritisch beleid ten opzichte van de literatuur uit de West volkomen gewijzigd. Hopelijk maakt de kennismaking met het werk van deze schrijver ook andere auteurs uit de West even kritisch ten opzichte van hun eigen werk.
Eindhoven, oktober 1973.
Aldert Walrecht
Bea Vianen: Het Paradijs van Oranje, Uitgeverij Querido, Amsterdam 1973.