en de opinie van de meerderheid te respekteren. En het stond al evenzeer vast dat wij elke politieke binding zouden vermijden.
Michel Galloy werd tot voorzitter verkozen. Het feit dat hij noodgedwongen te Parijs vertoeft, wordt ruimschoots gekompenseerd door de vele kwaliteiten en het helder inzicht van deze man, evenals door zijn talrijke Parijse konnekties: met ‘Défense et promotion des langues de France’, waarvan A. Chamson van de Académie Française voorzitter is, met de U.F.C.E.E. (Union fédéraliste des communautés ethniques européennes) en met de A.I.D.L.C.M. (Association internationale de défense des langues et cultures menacées). Jacques Fermaut werd ondervoorzitter en de vereniging kreeg een uitstekend algemeen sekretaris in de persoon van de al genoemde Pascal de Leersnijder.
De nog jonge Michiel de Swaenkring heeft geluk met zijn jonge sekretaris: dank zij zijn vindingrijkheid, zijn welsprekendheld en zijn openheid wist hij spoedig ons aanvankelijk aantal van 16 (stichtende) leden tot ongeveer 230 op te voeren! Onder hen zijn twee volksvertegenwoordigers, enkele burgemeesters en nog meer personaliteiten. En dat allemaal na anderhalf jaar aktiviteiten. De heer Dominique Neyrinck is al bezig zich in de funktie van sekretaris in te werken zodat de kontinuïteit verzekerd wordt als Pascal de Leersnijder straks zijn legerdienst moet vervullen.
•
Het is nooit de bedoeling geweest het Comité Flamand de France de kaas van het brood te eten. Het Comité is bij de stichting nooit ter sprake gekomen. Toen het gevaar voor misverstanden aan het licht kwam, hebben wij altijd de mening verdedigd dat al het bestaande even eerbiedwaardig is en aan een veelzijdige werkelijkheid beantwoordt. De Michiel de Swaenkring streeft wederzijds begrip en waardering na en wenst zich te hoeden voor elke steile houding, wel wetend hoe groot de verleiding kan zijn om als gevolg van teleurstellingen een uitdagende positie te gaan innemen, wat wel een soort zelfvoldaanheid kan schenken maar een beweging elke ruimere weerklank ontzegt.
Opvallend is wel dat de Michiel de Swaenkring niet gebukt wenst te gaan onder allerlei kompleksen en schuldgevoelens, die de meeste leden trouwens niet eens begrijpen. Ze zijn geboren na de Tweede Wereldoorlog en ze hebben evenmin de school doorlopen die van het staatsnationalisme een nieuwe en strenge godsdienst wilde maken. Van op afstand bekeken lijken de fouten van enkelen minder erg en zeker niet van aard om de verantwoordelijkheid ervoor door een jongere generatie te laten dragen. Deze jonge leden begrijpen evenmin waarom ideeën die door talrijke Franse auteurs en staatslieden gehanteerd worden plots gevaarlijk zouden zijn voor eigen gebruik.
Een ander punt waarop de leden van de Michiel de Swaenkring van mening verschillen met oudere Vlamingen, is dat van de taal. Het is nu voldoende bewezen dat wij ons met een Zuid-Vlaams dialekt niet kunnen redden. Aan de oude tegenstelling tussen dialekt en A.B.N. gaan wij voorbij om resoluut te opteren voor het aanleren van het A.B.N., waarin wij het rijke instrument herkennen dat ons in kontakt brengt met het verleden, maar ook met dat volk in beweging en die natie in wording die Vlaanderen heet. Het zou een vergissing zijn geen rekening te houden met ervaringen in Vlaanderen.
De jonge Frans-Vlamingen van de Michiel de Swaenkring zijn eerlijk. Ze vragen gewoon dat de staat zijn eigen beginselen zou naleven. Wat streven ze anders na wat Frankrijk niet ten bate zou komen?
Hun enige doelstelling bestaat erin hun streek te doen herleven. Van alle oude bronnen die weer tot leven moeten komen, is die van de taal de belangrijkste. Ideologieën komen er niet bij te pas, idealisme wel. Het openstaan voor de ervaringen van anderen zal alle simpatieke onstuimigheid wel temperen.
•
Wat heeft de kring totnogtoe verwezenlijkt?
Er is gestart met de publikatie van een verzoekschrift dat tevens ons programma bevat. Dit verzoekschrift waarin gepleit wordt voor tweetaligheid op school en in het openbare leven, kreeg nu al meer als duizend handtekeningen achter zich.
In dezelfde lijn ligt uiteraard ook de belangstelling voor Nederlandse kursussen. De kring organiseerde zeven vrije kursussen (te Belle, Rijsel, Duinkerke, Steenvoorde, Halewijn en Sint-Winoksbergen) met een totaal van ongeveer 150 ingeschreven leerlingen.
Ook de zorg voor het milieubehoud staat vooraan. Er is al een kampagne gevoerd voor het behoud van de tipische hagen en onze leden zetten nu een aktie op touw om met de steun van de burgemeesters 30.000 bomen te planten. Er zijn nog meer belangstellingspunten en aktiviteiten: akties om feesten en karnavals