muziek
Lodewijk de Vocht: 85 jaar!
‘Onschatbaar is de gave van het leven, en de zich altijd vernieuwende schoonheid ervan bewust te mogen beleven, stemt tot eindeloze dankbaarheid’; dat waren de blijde woorden die Lode de Vocht op 22 december II. tijdens een huldebetoon in het Osterriethhuis te Antwerpen aan zijn bewonderaars toestuurde. Zijn vriend en medewerker las de boodschap voor, omdat de vijfentachtigjarige dirigent-komponist wegens ziekte de viering en het koncert te zijner ere niet kon bijwonen. Bert Peleman deelde toen officieel mee dat aan de jubilaris twee duurzame geschenken werden aangeboden: de oprichting van het Lodewijk de Vocht-fonds en de uitgave van een hulde-album.
Het Lodewijk de Vocht-fonds werd gesticht met het doel de figuur van deze Vlaamse prominent levendig te houden en zijn komposities te doen kennen en verspreiden door middel van uitgaven, fono-opnamen en koncerten. Daar Lode de Vocht zich steeds heeft ingezet om het koorwezen te stimuleren en te bevorderen wil het fonds een driejaarlijkse koorwedstrijd organizeren, waaraan de naam van de dirigent van de Chorale Caecilia verbonden blijft. Zowel buitenlandse als eigen koren mogen daaraan deelnemen. Dat een dergelijk groots opzet ruime financiële middelen vergt, zal iedereen licht begrijpen. De leden van het fonds hopen daarvoor te mogen rekenen op de spreekwoordelijk geworden generositeit van het Vlaamse mecenaat, te meer omdat de vérstrekkende muzikale en algemeen kulturele betekenis van zulke manifestatie een dergelijke inspanning ruimschoots waard is.
Het hulde-album, het tweede geschenk, kwam zo pas van de pers (Hulde-album Lodewijk de Vocht in de reeks Flandria nostra, J.E. Buschmann, Antwerpen, 450 fr.). In een vrij luksueuze prezentatie worden leven en werk van Lodewijk de Vocht voorgesteld. Na vijf huldetelegrammen speciaal voor deze gelegenheid geschreven door vooraanstaande politici publiceerde Bert Peleman enkele interessante geschriften die Lodewijk de Vocht van andere kunstenaars mocht ontvangen: o.m. Stijn Streuvels, Antoon Van De Velde, Paul Claudel en Arthur Honegger, die in 1955 getuigde: ‘II a créé toutes mes oeuvres chorales en Belgique et chaque fois ce fut pour moi un événement. En lui j'ai trouvé compréhension, sensibilité, intelligence de l'oeuvre à laquelle il se dévoue avec une entière abnégation’. Ook vele prominenten uit de Vlaamse muziekwereld hebben in de loop van de jaren hun dank en bewondering uitgesproken tegenover deze ‘ongenadig veeleisende en meer dan eens moeilijke man die bij het vertolken van het werk van anderen of het scheppen van eigen werk, ontbrand in in het vlammende spoor van Peter Benoit, voor alles zichzelf wou zijn en blijven’ (uit het voorwoord): René Bernier, Leon Jongen, Daniël Sternefeld, Leonce Gras, Renaat Van Zundert, Paul Tinel, René Bernard Lenaerts, Jacques Stehman, Marcel Poot, Paul Collaer, Charles Van den Borren e.a. Een dertigtal foto's roepen herinneringen op uit het familieleven, de vriendenkring en de drukke artistieke karrière.
Een korte biografie, een overzicht van de belangrijkste werken van de toondichter en een vroegere bijdrage van Ignace De Sutter over de kerkmusikus geven aan dit huldeboek ook een zekere muziekhistorische waarde. Doch naar onze smaak heeft men precies op dat domein een kans laten ontglippen. Hoe boeiend verzorgd en vaak origineel de fotodokumentatie ook is, en hoe aangenaam-vleiend al die dank- en huldewoorden ook klinken, toch hadden wij graag daarnaast enkele substantiële bijdragen gelezen over de belangrijke historische waarde van De Vocht als dirigent van de ‘Nieuwe Koncerten’ of van zovele Belgische kreaties en wereldpremières tussen de twee wereldoorlogen. En waarom niet meer aandacht besteed aan het specifieke kompositorischewerk? Enkele stijlkritische kommentaren over de vele orkestwerken, de profane koormuziek, het liedoeuvre, de oratorium- en kantateliteratuur hadden o.i. niet mogen ontbreken.
Lodewijk de Vocht (Antwerpen, 21 september 1887) heeft zich op diverse terreinen verdienstelijk gemaakt: als dirigent, als komponist, als direkteur van het Ko-